ECLI:NL:OGEAA:2016:588

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
31 augustus 2016
Publicatiedatum
6 september 2016
Zaaknummer
A.R. 1008 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen dwangschriften en procedurele aspecten in civiele rechtszaak

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, zijn A.T. Blok Technical Advisers Group N.V. en CRD Group N.V. betrokken als eiseressen tegen De Ontvanger der Belastingen. De procedure betreft een verzet tegen dwangschriften die zijn opgelegd over de jaren 2002 tot en met 2009. De eiseressen hebben hun vordering jegens Land Aruba ingetrokken, wat in het vonnis is vastgelegd. Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen zelfstandige proceskosten zijn gemaakt door Land Aruba, waardoor een veroordeling tot vergoeding daarvan niet aan de orde is. De rechter heeft de beperkte verzetgronden onder de Landsverordening Invordering uiteengezet, waarbij het verzet niet kan worden gegrond op het niet ontvangen van aanslagbiljetten of andere kennisgevingen. De rechter heeft ook aangegeven dat derden geen verzet kunnen doen tegen inbeslagneming van zaken die aan hen toebehoren, tenzij er een recht van terugvordering bestaat. In de hoofdzaak is een comparitie van partijen bevolen, waarbij de partijen in persoon moeten verschijnen, bijgestaan door hun gemachtigden, om te bespreken of het geschil op een andere manier kan worden opgelost. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. Noordhuizen en vond plaats op 31 augustus 2016.

Uitspraak

Vonnis van 31 augustus 2016
Behorend bij A.R. 1008 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident in de zaak van :
de naamloze vennootschappen
A.T. BLOK TECHNICAL ADVISERS GROUP N.V.
en
CRD GROUP N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: AT Blok c.s. respectievelijk AT Blok en CRD,
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie,
tegen:
DE ONTVANGER DER BELASTINGEN
te Aruba,
hierna ook te noemen: De Ontvanger,
gemachtigde: mr. F.G. Geerman-Ruiz.

1.DE PROCEDURE

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 februari 2016;
- de akte uitlating zijdens A.T. Blok c.s.;
- de akte uitlating wijziging eis;
- de contra-akte op uitlating exceptie.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Bij akte na uitlating hebben A.T. Blok c.s. hun vordering jegens Land Aruba ingetrokken. Dat is in de kop van dit vonnis al tot uitdrukking gebracht.
2.2
Nu Land Aruba geen zelfstandige proceskosten heeft gemaakt kan een veroordeling tot vergoeding daarvan jegens A.T. Blok achterwege blijven.
2.3
In de hoofdzaak tussen A.T. Blok c.s. en De Ontvanger is, gezien de procespositie van De Ontvanger, dus aan de orde een verzet tegen dwangschriften over de jaren 2002 tot en met 2009 van De Ontvanger jegens A.T. Blok als bedoeld in artikel 4 van de Landsverordening, houdende regeling van de invordering (AB 1988, GT 12), verder: de Landsverordening Invordering.
2.4
Ingevolge artikel 3 van de Landsverordening Invordering levert het dwangschrift een executoriale titel op.
Ingevolge artikel 4 van de Landsverordening Invordering kan binnen een maand na betekening daarvan verzet worden aangetekend tegen het dwangschrift. Het verzet wordt ingesteld tegen De Ontvanger en aanhangig gemaakt bij het Gerecht in Eerste Aanleg. In het onderhavige geval is het dwangschrift steeds betekend op 4 november april 2014, werd beslag gelegd op 14 april 2015 en werd het verzet ter griffie aangetekend op 13 mei 2015, mitsdien binnen de daartoe voorgeschreven termijn. Verzet kan niet gegrond zijn op het niet ontvangen van aanslagbiljet, kennisgeving van te betalen bijdrage of vergoeding of aanmaning en kan nimmer gericht zijn tegen de wettigheid of de hoegrootheid van het gevorderde bedrag, noch gegrond zijn op de bewering, dat aanspraak zou bestaan op ontheffing of vermindering, aldus het derde lid van dat artikel.
Behoudens ingeval een recht van terugvordering bestaat jegens degene die een zaak onrechtmatig of van een onbevoegde heeft verkregen, kunnen derden nimmer verzet in rechte doen tegen de inbeslagneming ter zake van belastingen, bijdragen, vergoedingen, verhogingen en boeten, van roerende zaken, tot stoffering van een huis of ten gebruike van een plantage dienende, alsmede van ingeoogste vruchten, indien die zaken of vruchten zich tijdens de inbeslagneming bevinden in het bezit van de schuldenaar of in het huis, op de plantage of het erf, door hem bewoond of bij hem in gebruik, aldus art 8 van de landsverordening.
Behoudens de bepalingen van de Landsverordening Invordering worden burgerlijke rechtsvorderingen behandeld overeenkomstig het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba (verder: Burgerlijke Rechtsvordering), aldus artikel 13 van de Landsverordening Invordering.
2.5
Uit het hiervoor geparafraseerde artikel 13 van de Landsverordening Invordering vloeit voort, dat die landsverordening een bijzondere procedureregeling bevat die wordt aangevuld door de regeling in Burgerlijke Rechtsvordering. In het licht van de beperkte verzetgronden zoals die blijken uit het bepaalde in artikel 4 derde lid Landsverordening Invordering en de gelimiteerde mogelijkheid voor derden om verzet te doen tegen – kort gezegd – een bodembeslag, komt aan anderen dan de in het dwangschrift genoemde schuldenaar naar oordeel van het gerecht geen verzet toe op de enkele grond dat de in beslaggenomen zaken van de derde en niet van de schuldenaar zijn.
2.6
Dat laat overigens onverlet dat CRD een geschil in verband met de executie in de zin van artikel 438 Burgerlijke Rechtsvordering van zaken die volgens haar aan haar toebehoren aanhangig zou kunnen maken. Een daarmee samenhangende vordering dient tegen Land Aruba te worden ingesteld.
2.7
Nu De Ontvanger in dit incident (voorwaardelijk) al heeft geconcludeerd voor antwoord is de proceseconomie ermee gediend dat, overeenkomstig het verzoek van A.T. Blok, in de zaak meteen wordt gecompareerd. Het gerecht zal daartoe hieronder een datum bepalen.

3.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident:
verklaart CRD niet-ontvankelijk in het verzet tegen de dwangschriften;
in de hoofdzaak
beveelt een verschijning van partijen (comparitie), bijgestaan door hun gemachtigden, voor het geven van inlichtingen en om te bespreken of het geschil op een andere manier kan worden opgelost dan door voort te procederen, op de terechtzitting van mr. W.J. Noordhuizen in het gerechtsgebouw aan de J.G. Emanstraat 51 te Oranjestad, Aruba op woensdag 28 september 2016 om 11:00 uur tot (circa) 12:00 uur.
bepaalt dat de partijen dan in persoon, rechtspersonen vertegenwoordigd door een statutaire directeur of een gevolmachtigde die inhoudelijk van de zaak op de hoogte is en die volledig bevoegd is om een vaststellingsovereenkomst te sluiten, aanwezig moeten zijn,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 31 augustus 2016 in aanwezigheid van de griffier.