ECLI:NL:OGEAA:2016:574
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering inzake spaarrekening erflater met betrekking tot eigendomsverhoudingen
In de zaak tussen Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. L.J. Pieters, en de naamloze vennootschap Caribbean Mercantile Bank N.V. (CMB), vertegenwoordigd door mr. E.H.J. Martis, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 24 augustus 2016 uitspraak gedaan. De procedure volgde op een tussenvonnis van 4 mei 2016, waarin een comparitie van partijen werd gelast, die op 3 juni 2016 heeft plaatsgevonden. Tijdens deze zitting heeft Eiseres verklaard dat zij nooit gelden heeft gestort op de spaarrekening die onderwerp van geschil is, en dat de erflater het saldo op die rekening op enig moment aan haar heeft geschonken.
Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen overeenstemming is bereikt tussen Eiseres en [A*] over de eigendomsverhoudingen met betrekking tot het saldo van de spaarrekening ten tijde van het overlijden van de erflater. Bovendien is niet aangetoond dat [A*] toestemming heeft gegeven aan CMB om het saldo aan Eiseres uit te keren. Gezien deze omstandigheden heeft het Gerecht besloten de vorderingen van Eiseres af te wijzen.
Eiseres is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 1.800,-- aan salaris voor de gemachtigde van CMB. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.