ECLI:NL:OGEAA:2016:573

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 augustus 2016
Publicatiedatum
5 september 2016
Zaaknummer
A.R. 2796 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake het vervallen van conservatoir beslag en schadevergoeding

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Eiseres een vordering ingesteld tegen Gedaagde mr. X met betrekking tot een conservatoir beslag dat op 20 augustus 2009 was gelegd op een recht van erfpacht. Eiseres stelt dat het beslag is vervallen omdat Gedaagde geen eis in de hoofdzaak heeft ingesteld, zoals vereist door artikel 727 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Gedaagde heeft het beslag gelegd ten behoeve van zichzelf voor een bedrag van Afl. 6.500,00, maar heeft na het leggen van het beslag geen verdere stappen ondernomen. Eiseres, die economisch eigenaar is van het perceel, heeft herhaaldelijk verzocht om opheffing van het beslag, maar Gedaagde heeft hieraan geen gevolg gegeven, tenzij een betaling van Afl. 17.497,00 zou worden gedaan.

De rechter heeft vastgesteld dat Gedaagde mr. X in gebreke is gebleven door geen tijdige eis in de hoofdzaak in te stellen en dat hij onterecht voorwaarden heeft verbonden aan de opheffing van het beslag. De rechter oordeelt dat het beslag onverwijld moet worden doorgehaald en dat Gedaagde mr. X aansprakelijk is voor de schade die Eiseres heeft geleden door het aanhouden van het beslag. Eiseres heeft recht op vergoeding van de kosten die zij heeft gemaakt om Gedaagde te dwingen het beslag op te heffen. De rechter heeft Gedaagde veroordeeld om het beslag binnen vijf dagen na betekening van het vonnis te doorhalen, op straffe van een dwangsom van Afl. 500,00 per dag, met een maximum van Afl. 25.000,00. Daarnaast is Gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Eiseres.

In reconventie heeft Gedaagde geen recht op de gevorderde betaling van Afl. 17.497,00, omdat er geen bewijs is van een toezegging van Eiseres tot betaling. De rechter heeft de vorderingen in reconventie afgewezen en Gedaagde in de kosten van de procedure veroordeeld.

Uitspraak

Vonnis van 24 augustus 2016
Behorend bij A.R. 2796 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
EISERES,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiseres,
gemachtigde: advocaat mr. D.W. Ormel,
tegen:
de naamloze vennootschap
ADVOCATENPRAKTIJK MR. X N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Gedaagde mr. X,
gemachtigde: advocaat mr. X,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie van partijen op 20 juni 2016.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis. Omdat de zaak voor vonnis staat en partijen zich daarover niet hebben kunnen uitlaten, zal het oude Procesreglement worden toegepast.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 20 augustus 2009 heeft Gedaagde mr. X ten laste van [derde] conservatoir beslag laten leggen op een recht van erfpacht tot 26 augustus 2059 op een perceel domeingrond ter grootte van 624 m2, gelegen te Alto Vista op Aruba, kadastraal bekend als Land Aruba [kadastrale aanduiding]. Het beslag is, blijkens de inschrijving in het kadaster gelegd ten behoeve van Gedaagde mr. X zelf voor een bedrag van Afl. 6.500,00.
2.2
Gedaagde mr. X heeft na het leggen van het conservatoire beslag geen eis in de hoofdzaak ingesteld.
2.3
Op 28 november 2006 is Eiseres economisch eigenaar geworden van het onder 2.1 genoemde perceel.
2.4
In april 2012 heeft Eiseres stappen ondernomen om de onroerende zaak aan haar geleverd te krijgen. De notaris heeft Gedaagde mr. X benaderd in verband met het door hem gelegde beslag. Deze heeft bij brief van 24 april 2012 aan de notaris laten weten dat hij bereid is het beslag op te heffen, indien aan hem een bedrag van Afl 17.497,00 wordt voldaan.
2.5
Bij brief van 21 november 2014 heeft Eiseres Gedaagde mr. X verzocht het beslag op te heffen. Haar gemachtigde heeft dit herhaald bij brief van 30 november 2015. Gedaagde mr. X heeft hieraan geen gevolg gegeven.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE

3.1
Eiseres vordert in conventie een verklaring voor recht dat het gelegde beslag is vervallen, althans waardeloos is, subsidiair het beslag op te heffen, althans te verklaren dat het beslag is opgeheven en meer subsidiair Gedaagde mr. X te veroordelen het beslag op te heffen op verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Gedaagde mr. X tot vergoeding van de proceskosten en de integraal door Eiseres gemaakte kosten.
3.2
Eiseres grondt de vordering erop dat door het niet tijdig instellen van de vordering in de hoofdzaak het beslag op grond van art. 727 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) onverwijld dient te worden doorgehaald.
3.3
Gedaagde mr. X voert hiertegen verweer, met vordering – uitvoerbaar bij voorraad – tot veroordeling van Eiseres in de proceskosten.
3.4
Gedaagde mr. X vordert in reconventie, samengevat, dat Eiseres wordt veroordeeld om aan hem een bedrag van Afl. 17.497,00 te voldoen en dat hij dan gelijktijdig het beslag zal opheffen, met veroordeling van Eiseres tot vergoeding van de proceskosten.
3.5
Gedaagde mr. X grondt de vordering erop dat Eiseres aan hem een toezegging heeft gedaan tot betaling van het bedrag.
3.6
Eiseres voert tegen de vordering in reconventie verweer, met vordering – uitvoerbaar bij voorraad – tot veroordeling van Gedaagde mr. X in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING IN CONVENTIE EN IN VOORWAARDELIJKE RECONVENTIE

4.1
Op grond van art. 727 Rv is de beslaglegger gehouden het beslag onverwijld te doen doorhalen, indien hij niet tijdig een eis in de hoofdzaak heeft ingesteld. Doet hij dit niet, dan is hij gehouden de daardoor ontstane schade te vergoeden.
4.2
Vaststaat dat Gedaagde mr. X beslag heeft gelegd op een onroerende zaak, maar geen tijdige eis in de hoofdzaak heeft ingesteld. Ook staat vast dat hem zowel door de notaris, als door Eiseres is gevraagd om te zorgen voor doorhaling, maar dat hij dit heeft geweigerd, tenzij hem een betaling zou worden gedaan. Hiermee staat op zich de schending van genoemd wetsartikel vast. Bij haar vorderingen in conventie heeft Eiseres ook belang, omdat zij de eigendom van de onroerende zaak geleverd wil krijgen zonder een daarop rustend beslag.
4.3
De stelling van Gedaagde mr. X dat hem, op zijn voorstel daartoe, was toegezegd dat Eiseres een betaling zou doen tegenover de opheffing van het beslag, miskent dat hij op grond van art. 727 Rv geen voorwaarden kon verbinden aan de doorhaling. Beslaglegging is een ingrijpend middel, dat door de wetgever ook met waarborgen voor de schuldenaar en de beslagene is omkleed. Als advocaat dient Gedaagde mr. X daarmee bekend te zijn en daar ook naar te handelen. Door te “onderhandelen” over de voorwaarden hanteert hij zijn plicht om het beslag onverwijld op te heffen als drukmiddel en heeft hij zich gedragen als ware er sprake van een nog geldend beslag. Dit is ook jegens degene die de onroerende zaak geleverd wil krijgen onrechtmatig.
4.4
De vordering in conventie is dan ook in na te melden zin toewijsbaar. Omdat doorhaling in de registers moet plaatsvinden, zal Gedaagde mr. X worden veroordeeld dit te laten doen, op straffe van een dwangsom.
4.5
Eiseres heeft gevorderd dat Gedaagde mr. X wordt veroordeeld om aan haar de reële kosten te vergoeden en niet slechts het forfait. Hieromtrent overweegt het Gerecht het volgende.
4.6
In art. 727 Rv is bepaald dat de verplichting het beslag door te halen geschiedt op straffe van schadevergoeding. In de Memorie van Toelichting op het Nederlandse equivalent is opgenomen: “De beslaglegger die niet onverwijld voor de doorhaling zorgt, zal de daardoor ontstane schade hebben te vergoeden” (MvT 16593, 3, p. 122). Er dient dus een causale relatie te zijn tussen de schade en het verzuim. Daarvan is naar het oordeel van het Gerecht ook sprake indien een belanghebbende kosten moet maken om de beslaglegger te dwingen gevolg te geven aan zijn verplichting tot doorhaling. Die kosten zijn te beschouwen als schade in de zin van vermogensaantasting.
4.7
Eiseres heeft een opgave gedaan van de kosten die voorafgaand aan de procedure zijn gemaakt. Het gaat om buitengerechtelijke kosten in de zin van art. 6:96 BW. Die zijn noodzakelijk geweest en de hoogte geeft geen reden tot terughoudendheid. Die kosten zullen worden toegewezen.
4.8
Omdat Eiseres geen opgave heeft gedaan van de werkelijke kosten van de procedure, zal voor het overige de gebruikelijke proceskostenveroordeling worden uitgesproken.
4.9
De vorderingen in reconventie slagen geen van alle. Er is niet gebleken van een toezegging van Eiseres tot betaling en de andere vorderingen van Gedaagde mr. X zijn in strijd met de wettelijke regeling omtrent het opheffen en doorhalen van beslag. In reconventie zal Gedaagde mr. X ook in de kosten worden veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht
in conventie
verklaart voor recht dat het conservatoir beslag van 20 augustus 2009, gelegd door Gedaagde mr. X ten laste van [derde] op het recht van erfpacht te Alto Vista, Aruba, kadastraal bekend als Land Aruba [kadastrale aanduiding] is vervallen;
gelast Gedaagde mr. X om dit beslag binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis door te halen in de daartoe bestemde registers, op straffe van een dwangsom van Afl. 500,00 per dag dat hij nalatig is aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van Afl. 25.000,00;
veroordeelt Gedaagde mr. X tot betaling aan Eiseres van de kosten aan de zijde van Eiseres gemaakt, ten belopen van Afl. 2.230,43;
veroordeelt Gedaagde mr. X in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Eiseres worden begroot op Afl. 450,00 aan griffierecht, Afl. 193,13 aan explootkosten en Afl. 1.800,00 aan salaris van de gemachtigde;
in reconventie
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Gedaagde mr. X in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Eiseres worden begroot op Afl. 800,00 aan salaris van de gemachtigde;
in conventie en in reconventie
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 augustus 2016 in aanwezigheid van de griffier.