ECLI:NL:OGEAA:2016:571

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 augustus 2016
Publicatiedatum
5 september 2016
Zaaknummer
A.R. 2703 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van huwelijkse goederen en pensioen na echtscheiding

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, betreft het een echtscheiding tussen een man en een vrouw, waarbij de verdeling van huwelijkse goederen en pensioen aan de orde is. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Malmberg, en de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.S. Gravenstijn, hebben hun geschil voorgelegd aan de rechter. De procedure omvatte eerdere tussenvonnissen en deskundigenrapporten, die de basis vormden voor de uiteindelijke uitspraak.

De rechter heeft vastgesteld dat de huwelijkse goederengemeenschap moet worden verdeeld, waarbij onder andere onroerend goed, pensioen, inboedel en belastingrestituties aan de orde komen. Het onroerend goed is toegewezen aan de vrouw, terwijl de man recht heeft op een bedrag wegens overbedeling. De contante waarde van het pensioen dat aan de vrouw toekomt, is vastgesteld op Afl. 174.614,00, en de man heeft de voorkeur uitgesproken voor maandelijkse betalingen. De vrouw heeft echter de voorkeur voor een eenmalige verrekening.

Daarnaast zijn er belastingaanslagen en een gebruikersvergoeding aan de orde gekomen. De rechter heeft geoordeeld dat de vrouw een gebruikersvergoeding verschuldigd is aan de man voor het gebruik van de woning na de echtscheiding. Uiteindelijk heeft de rechter de vorderingen van beide partijen verrekend, waarbij de man aan de vrouw een bedrag van Afl. 65.766,06 moet betalen wegens overbedeling. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 24 augustus 2016
Behorend bij A.R. 2703 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
Man,
wonende te Aruba,
verzoeker in conventie, verweerder in reconventie,
hierna ook te noemen: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
Vrouw,
wonende te Aruba,
verweerster in conventie, verzoekster in reconventie,
hierna ook te noemen: de vrouw,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 september 2015;
- het deskundigenbericht van 2 december 2015;
- de akte aan de zijde van de man;
- de akte aan de zijde van de vrouw.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Voorop wordt gesteld dat het gerecht volhardt bij hetgeen is overwogen en geoordeeld bij tussenvonnis van 2 september 2015.
2.2.1
Bij dit tussenvonnis is de omvang van de te verdelen huwelijkse goederengemeenschap vastgesteld. Het gaat thans nog om de volgende baten:
1. Het onroerend goed gelegen aan de [adres];
2. het pensioen van Man;
3. de inboedel te [adres];
4. belastingrestituties.
Uit dit tussenvonnis volgt tevens dat de waarde van de pick-up is weggestreept tegen de waarde van de nalatenschap van de vrouw, zodat deze baten zonder verrekening verdeeld kunnen worden.
2.2.2
De volgende lasten dienen nog verdeeld te worden:
1. Belastingaanslagen;
2. erfpacht;
3. grondbelasting.
2.3.1
Het onroerend goed.
Partijen zijn het erover eens dat het onroerend goed toebedeeld dient te worden aan de vrouw. De man heeft zich neergelegd bij de waardering door de deskundige, zodat ervan uit wordt gegaan dat de waarde van het onroerend goed Afl. 169.665,00 bedraagt, inclusief het appartement dat door de dochter is betaald en dat gewaardeerd is op
Afl. 37.800,00. Bij toebedeling van de woning aan de vrouw heeft de man recht op de helft wegens overbedeling van de vrouw, derhalve op een bedrag ad Afl. 84.832,50. Of de man hiervan wellicht een bedrag ad Afl. 18.900,00 aan de dochter dient te voldoen blijft buiten beschouwing, nu de dochter geen procespartij is en onduidelijk is op welke rechtsgrond de man iets aan de dochter verschuldigd is. Partijen zullen dit in onderling overleg moeten oplossen.
2.3.2
Het pensioen van de man
Uit de opgave van het pensioenfonds van de man d.d. 11 september 2015 volgt dat de contante waarde van het pensioen dat de vrouw toekomt Afl. 174.614,00 bedraagt of wel een door de man jaarlijks aan de vrouw te betalen bedrag van Afl. 17.201,00.
De man heeft bij akte zijn voorkeur uitgesproken voor een maandelijkse betaling, boven een verrekening ineens. De vrouw daarentegen heeft haar voorkeur uitgesproken voor verrekening.
2.3.3
Naar het oordeel van het gerecht verdient verrekening de voorkeur omdat de wederzijdse verplichtingen dan over en weer te niet gedaan worden en partijen verder kunnen met hun leven. Aldus heeft de vrouw in het kader van de pensioenverdeling recht op een bedrag ad Afl. 174.614,00, welk bedrag verrekend zal worden.
2.4
Met betrekking tot
de inboedelvan de echtelijke woning hebben partijen tijdens de comparitie na antwoord op 29 juni 2015 afgesproken dat de man een lijst met gereedschappen zou opstellen en dat de vrouw die aan hem zou overdragen. Nu partijen zich op dit punt niet meer hebben uitgelaten, gaat het gerecht ervan uit dat ten aanzien van de inboedel niets meer te verdelen valt.
2.5
Ten aanzien van de vermeende
belastingrestitutieswordt als volgt overwogen.
Nu geen van partijen de aanslagen heeft overlegd, gaat het gerecht ervan uit dat er geen teruggaven hebben plaats gevonden die verdeeld dient te worden.
2.6
Belastingaanslagen
De man heeft een overzicht van de belastingdienst overgelegd, waaruit blijkt dat er over de periode 2009-2013 een belastingschuld is ontstaan van Afl. 11.614,68. De vrouw dient hiervan de helft te voldoen, zijnde ad Afl. 5.807,34. Dit bedrag zal eveneens worden verrekend.
2.7
Erfpachtcanon
De man heeft onweersproken gesteld dat hij na de echtscheiding het jaarlijks bedrag ad Afl. 207,00 is blijven voldoen. Aangenomen wordt derhalve dat de man de jaren 2013, 2014 en 2015 heeft voldaan. Voorts wordt aangenomen dat de vrouw de aanslag over 2016 aan het einde van het jaar zal ontvangen en betalen. Verrekend dient derhalve nog te worden een bedrag ad Afl. 621,00: 2 = Afl. 310,50, welk bedrag de vrouw aan de man verschuldigd is.
2.8
Gebruikersvergoeding
Nu de vrouw na de echtscheiding de woning is blijven gebruiken zonder dat zij in de kosten van de woning heeft bijgedragen, acht het gerecht een gebruikersvergoeding redelijk en billijk. Uitgaande van de vrije marktwaarde ad Afl. 169.665,00 en een gebruikelijke vergoeding ad 4% op jaarbasis, komt dit neer op een bedrag ad Afl. 6.786,60 of wel Afl. 565,55 per maand. De gebruikersvergoeding is verschuldigd over de periode 21 november 2013 tot de dag van dit vonnis, derhalve (afgerond) 32 maanden. Aldus is de vrouw aan de man een bedrag ad Afl. 18.097,60 verschuldigd, dat middels verrekening wordt voldaan.
2.9
Ten aanzien van de
grondbelastingheeft de man geen stukken overgelegd, zodat met deze post geen rekening wordt gehouden.
2.10.
De vrouw heeft het
voorschot ad Afl. 400,00 voor het deskundigenrapportvoldaan, zodat de man aan haar nog een bedrag ad Afl. 200,00 verschuldigd is. Dit bedrag wordt in de verrekening meegenomen.
2.1
Uit het voorgaande vloeit de volgende rekensom voort:
De man dient aan de vrouw te voldoen: Afl. 174.614,00 + Afl. 200,00 = Afl. 174.814,00.
De vrouw dient aan de man te voldoen: Afl. 84.832,50 + Afl. 5.807,34 + Afl. 310,50 + Afl. 18.097,60 = Afl. 109.047,94. Na verrekening resteert een bedrag ad Afl. 65.766,06, welk bedrag de man aan de vrouw dient te voldoen.
2.11
Gelet op de aard van de procedure, worden de kosten gecompenseerd.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1.
stelt de verdeling vast zoals hiervoor overwogen en bepaalt dat de echtelijke woning gelegen aan de [adres] te Aruba aan de vrouw wordt toebedeeld;
5.2
bepaalt dat deze uitspraak dezelfde kracht heeft als een in wettelijke vorm opgemaakte akte van de man en deze uitspraak in de plaats kan treden van eventuele noodzakelijk op te maken akten;
5.3
bepaalt dat aan de vrouw de helft van de waarde van het door de man tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen toekomt ad Afl. 174.614,00;
5.4
bepaalt dat de belastingschuld aan de man wordt toebedeeld en dat de vrouw hiervoor een bedrag ad Afl. 5.807,34 aan de man verschuldigd is;
5.5
bepaalt dat de erfpachtcanon over de jaren 2013, 2014 en 2015 aan de man wordt toebedeeld en dat de vrouw uit hoofde hiervan aan de man een bedrag ad Afl. 310,50 verschuldigd is;
5.6
bepaalt dat de vrouw aan de man een gebruikersvergoeding verschuldigd is over de periode 21 november 2013 tot op heden ad Afl. 18.097,60;
5.7
bepaalt dat de man aan de vrouw een bedrag ad Afl. 200,00 verschuldigd is ter zake de taxatie van de echtelijke woning;
5.8
bepaalt dat de vorderingen over en weer met elkaar verrekend worden en veroordeelt de man om wegens overbedeling aan de vrouw te betalen een bedrag ad Afl. 65.766,06;
5.9
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt;
5.1
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.11
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch. rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 augustus 2016 in aanwezigheid van de griffier.