In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben Mantbraca España S.A. en Mantbraca Corporation N.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als Mantbraca España c.s.) een vordering ingesteld tegen Gedaagde 1 c.s. De vordering betreft een bedrag van Afl. 622.212, dat Mantbraca España c.s. stelt te vorderen op basis van een koopovereenkomst die op 3 augustus 2012 is gesloten. In deze overeenkomst zijn Gedaagde 1 c.s. als verkopers en Mantbraca España c.s. als kopers betrokken. Mantbraca España c.s. stelt dat Gedaagde 1 c.s. zich contractueel hoofdelijk aansprakelijk hebben gesteld voor alle commerciële en fiscale verplichtingen van Mantbraca Aruba tot en met 13 augustus 2012. Gedaagde 1 c.s. heeft verweer gevoerd en vorderingen ingesteld tot vergoeding van de proceskosten.
De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vordering van Mantbraca España c.s. moet worden afgewezen. De rechter oordeelt dat niet is aangetoond dat de voorwaarden voor aansprakelijkheid zoals opgenomen in artikel 7 van de koopovereenkomst zijn ingetreden. De enkele omstandigheid dat de accountant van Mantbraca Aruba bepaalde risico's heeft onderkend, is onvoldoende om een vordering te onderbouwen. De rechter concludeert dat zonder bewijs van daadwerkelijke fiscale claims of aansprakelijkheid, de aansprakelijkheid van Gedaagde 1 c.s. niet kan worden vastgesteld.
Als gevolg hiervan zijn Mantbraca España c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de proceskosten van Gedaagde 1 c.s., die zijn begroot op Afl. 15.200. De uitspraak is gedaan op 24 augustus 2016 door mr. W.J. Noordhuizen en is uitvoerbaar bij voorraad.