ECLI:NL:OGEAA:2016:569
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vonnis in een désaveu-zaak betreffende de rechtsgeldigheid van proceshandelingen en de gevolgen daarvan voor de betrokken partijen
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft Eiser een vordering ingediend tegen meerdere Gedaagden, waarbij hij stelt dat deze Gedaagden niet bevoegd waren om namens hem rechtsvorderingen in te stellen. De procedure betreft een zogeheten désaveu-zaak, waarin Eiser verzoekt om alle proceshandelingen die door de Gedaagden zijn verricht in eerdere procedures als niet verricht of van onwaarde te verklaren. Eiser stelt dat hij nooit toestemming heeft gegeven voor de betrokkenheid van de Gedaagden in deze procedures en dat de vonnissen die daaruit voortvloeiden, nietig verklaard moeten worden.
De Gedaagden hebben in hun verweer aangevoerd dat Eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat er geen gronden zijn gesteld die deze niet-ontvankelijkheid rechtvaardigen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat, zelfs als Eiser gelijk zou hebben in zijn stellingen, dit niet zou leiden tot de door hem gevraagde verklaring van onwaarde van de eerdere vonnissen, aangezien er meerdere andere eisers en appelanten betrokken waren in die procedures.
Uiteindelijk heeft het Gerecht de vorderingen van Eiser afgewezen en hem veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op Afl. 1.800,-- aan salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken op 24 augustus 2016 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.