ECLI:NL:OGEAA:2016:567

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 augustus 2016
Publicatiedatum
5 september 2016
Zaaknummer
A.R. no. 2340 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over onterecht elektriciteitsverbruik en getuigenverklaringen

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Eiseres een vordering ingesteld tegen Gedaagde met betrekking tot vermeend onterecht elektriciteitsverbruik. De zaak betreft de periode van januari en februari 2014, waarin Eiseres stelt dat Gedaagde elektriciteit heeft afgenomen van haar perceel zonder toestemming. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 2 september 2015, waarin het verloop van de zaak werd uiteengezet. De Eiseres heeft verschillende getuigenverklaringen overgelegd ter ondersteuning van haar vordering, maar het Gerecht heeft geoordeeld dat deze verklaringen onvoldoende bewijs leveren voor de claims van Eiseres.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat Gedaagde in de maanden januari en februari 2014 geen elektriciteit van Eiseres heeft betrokken. De getuigenverklaringen, waaronder die van Getuige A, gaven geen duidelijk bewijs dat Gedaagde in die specifieke maanden onterecht stroom heeft afgenomen. Bovendien bleek uit de verklaring van Getuige B dat Gedaagde met instemming van deze getuige elektriciteit betrok van haar perceel in januari 2014. Hierdoor concludeerde het Gerecht dat de vorderingen van Eiseres ongegrond waren en heeft het deze afgewezen.

Daarnaast is Eiseres veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde van Gedaagde. Het vonnis is uitgesproken op 24 augustus 2016 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 24 augustus 2016
Behorend bij A.R. no. 2340 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
Eiseres, wonende in Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: Eiseres,
gemachtigde: mr. J.M.F. Zara,
tegen:
Gedaagde, wonende in Aruba,
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: Gedaagde,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.
1.
DE PROCEDURE
1.1 Het verloop van de procedure tot 2 september 2015 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
-het proces-verbaal van enquête van 15 oktober 2015;
-het proces-verbaal van voortzetting enquête van 11 november 2015;
-het schrijven van de gemachtigde van Eiseres van 16 november 2015, houdende overlegging van drie foto’s;
-het proces-verbaal van voortzetting enquête van 23 november 2015;
-de conclusie na bewijslevering van Eiseres;
-de antwoordconclusie na bewijslevering van Gedaagde.
1.2 Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in de tussenvonnissen neergelegde overwegingen en beslissingen.
2.2
De thans te beantwoorden vraag is of Eiseres al dan niet heeft bewezen dat (1) Gedaagde ook over januari 2014 en februari 2014 elektriciteit van (het perceel van) Eiseres heeft betrokken en (2) dat Gedaagde over januari en februari 2014 een bedrag van Afl. 2.211,48 aan stroom heeft verbruikt ten koste van Eiseres. Die vraag moet naar het oordeel van het Gerecht ontkennend worden beantwoord. Uit geen van de vijf getuigenverklaringen volgt het door Eiseres te leveren bewijs. Getuige [Getuige A] verklaart weliswaar dat hij op enig moment heeft geconstateerd dat Gedaagde op illegale wijze stroom betrok via de meter van Eiseres, maar uit de verklaringen van die getuige volgt niet dat dit ook het geval was in januari en februari 2014. Evenmin volgt dit uit de door Eiseres overlegde foto’s. Eén en ander klemt temeer omdat vast staat dat Gedaagde vanaf oktober 2013 tot en met december 2013 krachtens een daartoe tussen partijen gesloten mondelinge overeenkomst elektriciteit van het perceel van Eiseres heeft betrokken, en dat Gedaagde overeenkomstig die overeenkomst voor die illegale wijze van stroomlevering heeft betaald aan Eiseres (zie in dit verband rechtsoverweging 2.5 van het eerste tussenvonnis). Daar komt nog bij dat uit de verklaring van getuige [Getuige B] blijkt dat Gedaagde in de maand januari 2014 met instemming van die [Getuige B] stroom betrok van haar perceel. Zonder nadere uitleg - die ontbreekt - valt tegen die achtergrond niet in te zien waarom Gedaagde in januari 2014 ook stroom zou moeten betrekken van het perceel van Eiseres.
2.3
Vorenstaande brengt met zich dat de vorderingen van Eiseres, als zijnde ongegrond, moeten worden afgewezen.
2.4
Eiseres zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Gedaagde, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde (4 punten van liquidatietarief 2, ad Afl. 250,-- per punt). Hierbij wordt nog overwogen dat het per 1 augustus 2016 in werking getreden “nieuwe” Procesreglement (en het daarin neergelegde herziene liquidatietarief) buiten toepassing blijft, omdat deze zaak ten tijde van die inwerkingtreding reeds voor wijzen van vonnis stond zodat geen sprake is van verdere behandeling van een reeds aanhangige zaak in de zin van artikel 138 van dat reglement.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-wijst af het door Eiseres verzochte;
-veroordeelt Eiseres in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Gedaagde, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verleent aan Eiseres verlof tot kosteloos procederen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 augustus 2016 in aanwezigheid van de griffier.