Uitspraak
CENTRALE BANK VAN ARUBA,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft de Centrale Bank van Aruba (CBA) een vordering ingesteld tegen de Gedaagde, een dagblad, wegens onrechtmatige publicatie van een artikel op 7 augustus 2015. Het artikel bevatte beschuldigingen over een mogelijk schandaal bij de CBA, waarbij werd gesuggereerd dat er 1 miljoen florin ontbrak uit de kluis van de bank. CBA vorderde rectificatie van het artikel, maar de Gedaagde weigerde dit, stellende dat het artikel meer een vraag dan een bewering was. De rechter heeft de feiten en de procedure beoordeeld, waarbij werd gekeken naar de journalistieke verplichtingen van de Gedaagde, met name het principe van hoor en wederhoor. De rechter oordeelde dat de Gedaagde voldoende had geprobeerd om een reactie van de CBA te verkrijgen en dat de publicatie van het artikel niet onrechtmatig was. De rechter wees de vordering van CBA af en veroordeelde CBA in de kosten van de procedure. De uitspraak vond plaats op 24 augustus 2016.