ECLI:NL:OGEAA:2016:563
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil tussen huurder en verhuurder met betrekking tot opzegging huurovereenkomst
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een huurgeschil tussen de appelante [X] en de geïntimeerde [Y]. De procedure is gestart door [X] die in beroep ging tegen een beschikking van de huurcommissie van 22 april 2015, waarin aan [Y] toestemming werd verleend om de huurovereenkomst met [X] op te zeggen. De zitting vond plaats op 15 maart 2016, waarbij [X] en haar gemachtigde, mr. S.O.R.’G Faarup, aanwezig waren, terwijl [Y] niet verschenen was.
De kern van het geschil draait om de vraag of de opzegging van de huurovereenkomst door [Y] rechtsgeldig was. [X] stelde dat [Y] geen bewijs had geleverd dat hij de verhuurder was en dat de opzegging niet rechtsgeldig was. Het Gerecht oordeelde echter dat [X] niet had betwist dat [Y] de verhuurder was en dat de verklaring van de advocaat van [Y] tijdens de hoorzitting voldoende was om aan te nemen dat hij gemachtigd was om voor [Y] op te treden.
Het Gerecht concludeerde dat [Y] een rechtmatig belang had bij de opzegging van de huurovereenkomst, aangezien [X] achterstallig was met huurbetalingen en het gehuurde in bouwvallige staat verkeerde. De stellingen van [X] over de renovatie en de mogelijkheid om in het gehuurde te blijven tijdens de renovatie werden als onvoldoende onderbouwd beschouwd. Uiteindelijk werd het beroep van [X] ongegrond verklaard en werd de beschikking van de huurcommissie bevestigd, met de veroordeling van [X] in de proceskosten.