In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 30 augustus 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezag over een minderjarige. De vader, verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.J. Hart, heeft verzocht om alleen met het gezag over de minderjarige belast te worden, nu de moeder, verweerder, niet is verschenen en geen verweerschrift heeft ingediend. De minderjarige is geboren in 1999 en woont bij de vader, die sinds het vertrek van de moeder naar Nederland in 2009 de zorg voor de minderjarige op zich heeft genomen.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 4 maart 2016 werd ingediend. Tijdens de zitting op 13 juni 2016 werd de minderjarige gehoord en op 14 juni 2016 vond een mondelinge behandeling plaats achter gesloten deuren. De moeder was niet aanwezig, ondanks dat zij was opgeroepen. De Voogdijraad was vertegenwoordigd door mevrouw A. Flanders, die geen bezwaren heeft geuit tegen het verzoek van de vader.
De vader heeft onderbouwd dat hij al jaren de minderjarige verzorgt en opvoedt, en dat er minimale communicatie is tussen de moeder en het kind. Het gerecht heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige wenselijk is dat de vader alleen met het gezag wordt belast, gezien de feitelijke situatie waarin de vader al lange tijd het gezag alleen uitoefent. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.