ECLI:NL:OGEAA:2016:561

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 augustus 2016
Publicatiedatum
2 september 2016
Zaaknummer
EJ nr. 442 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van gezag over minderjarige in het belang van het kind

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 30 augustus 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezag over een minderjarige. De vader, verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.J. Hart, heeft verzocht om alleen met het gezag over de minderjarige belast te worden, nu de moeder, verweerder, niet is verschenen en geen verweerschrift heeft ingediend. De minderjarige is geboren in 1999 en woont bij de vader, die sinds het vertrek van de moeder naar Nederland in 2009 de zorg voor de minderjarige op zich heeft genomen.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 4 maart 2016 werd ingediend. Tijdens de zitting op 13 juni 2016 werd de minderjarige gehoord en op 14 juni 2016 vond een mondelinge behandeling plaats achter gesloten deuren. De moeder was niet aanwezig, ondanks dat zij was opgeroepen. De Voogdijraad was vertegenwoordigd door mevrouw A. Flanders, die geen bezwaren heeft geuit tegen het verzoek van de vader.

De vader heeft onderbouwd dat hij al jaren de minderjarige verzorgt en opvoedt, en dat er minimale communicatie is tussen de moeder en het kind. Het gerecht heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige wenselijk is dat de vader alleen met het gezag wordt belast, gezien de feitelijke situatie waarin de vader al lange tijd het gezag alleen uitoefent. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 30 augustus 2016
Behorend bij EJ nr. 442 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[X],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. C.J. Hart,
tegen
[Y],
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats,
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[Z], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift ingediend op 4 maart 2016,
  • het verhoor van de minderjarige op 13 juni 2016,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 14 juni 2016, waaruit blijkt dat de vader, bijgestaan door zijn gemachtigde, is verschenen. Namens de Voogdijraad is aanwezig mevrouw A. Flanders. De moeder heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige is op [datum] 1999 geboren binnen het huwelijk van de moeder en de heer [A]. Bij beschikking van dit gerecht van 7 november 2001 is de ontkenning van het vaderschap van die [A], gegrond verklaard. Op 29 juni 2006 is de minderjarige door de vader erkend. De moeder oefent van rechtswege het gezag over de minderjarige alleen uit.
2.2
De moeder heeft zich op 6 oktober 2009 uit het Bevolkingsregister van Aruba uitgeschreven, en is naar Nederland vertrokken.
2.3
De minderjarige woont bij de vader.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt - na wijziging ter zitting - tot wijziging van het gezag in die zin dat de vader voortaan alleen met het gezag over de minderjarige wordt belast.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BW). Artikel 1:253c lid 1 BW biedt de tot het gezag bevoegde vader, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, de mogelijkheid om het gerecht te verzoeken om hem in plaats van de moeder met het gezag over het kind te belasten. Op grond van art. 1:253c lid 2 BW is een dergelijk verzoek toewijsbaar als het gerecht dit in het belang van het kind wenselijk oordeelt.
4.2
Ter onderbouwing van zijn verzoek heeft de vader aangevoerd dat hij al jaren, sinds het vertrek van de moeder naar Nederland, in zijn eentje de minderjarige verzorgt en opvoedt. Ter zitting heeft de vader verklaard dat hij niet weet waar de moeder woont of verblijft en dat er minimale communicatie bestaat tussen de moeder en de minderjarige.
4.3
Ter zitting heeft de Voogdijraad geen bezwaren geuit tegen het belasten van de vader met het (eenhoofdig) gezag over de minderjarige.
4.4.
Het gerecht acht het, gelet op het bovenstaande en hetgeen ter zitting is besproken, in het belang van de minderjarige wenselijk dat de vader voortaan alleen met het eenhoofdig gezag over hem wordt belast, nu gebleken is dat de vader al jaren feitelijk het gezag over de minderjarige alleen heeft uitgeoefend.
4.5
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt dat aan de vader [X], voortaan alleen het gezag zal toekomen over [Z], geboren op [datum] 1999 in Aruba,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
compenseert de kosten aldus dat ieder der partijen de eigen kosten draagt,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 30 augustus 2016 in aanwezigheid van de griffier.