ECLI:NL:OGEAA:2016:56

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 januari 2016
Publicatiedatum
28 januari 2016
Zaaknummer
E.J.2726 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een Sales Executive bij Costa del Sol Development Company N.V. zonder toekenning van vergoeding

In deze zaak verzoekt [verzoeker], een Sales Executive bij Costa del Sol Development Company N.V. (CdS), om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, met toekenning van een vergoeding van Afl. 108.360,00. [Verzoeker] stelt dat hij door een eenzijdige wijziging van zijn arbeidsvoorwaarden niet meer in staat is om te voldoen aan de Minimum Performance Standards, wat heeft geleid tot een aanzienlijke daling van zijn inkomen. CdS heeft in 2015 een laatste schriftelijke waarschuwing gegeven aan [verzoeker] vanwege zijn onderprestaties en heeft hem geschorst in afwachting van een besluit over de beëindiging van zijn contract. Uiteindelijk heeft CdS het dienstverband beëindigd, maar [verzoeker] heeft het aanbod van een vergoeding afgewezen.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] aangegeven niet bereid te zijn om in een andere functie bij CdS te blijven werken. Het gerecht oordeelt dat er geen gewijzigde omstandigheden zijn die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen, aangezien de wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden al in 2012 zijn doorgevoerd. Het gerecht concludeert dat CdS niet voldoende heeft aangetoond dat zij zich heeft ingespannen om [verzoeker] te helpen zijn prestaties te verbeteren. Desondanks heeft [verzoeker] ervoor gekozen om de arbeidsrelatie met CdS te beëindigen door het aanbod voor een andere functie af te wijzen. Het gerecht wijst het verzoek om een vergoeding af, omdat een arbeidsovereenkomst geen garantie biedt voor een uitkering aan het einde van de dienstverband.

De beschikking houdt in dat [verzoeker] de mogelijkheid heeft om het verzoek in te trekken binnen veertien dagen na de beschikking. Indien hij dit niet doet, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 maart 2016, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

Beschikking van 26 januari 2016
Behorend bij E.J.2726 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te Aruba,
verzoeker, hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. G.W. Rep,
tegen:
de naamloze vennootschap
COSTA DEL SOL DEVELOPMENT COMPANY N.V.,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: CdS,
gemachtigde: de advocaat mr. D. Canwood.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de aanvullende producties aan de zijde van [verzoeker];
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van mr. Rep en mr. Canwood.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
verzoeker] is op [datum] 2009 in dienst getreden bij CdS als Sales Executive.
2.2
Het salaris van [verzoeker] was uitsluitend gebaseerd op commissie.
Zijn jaarinkomen bedroeg in
- 2010 Afl. 92.243,09;
- 2011 Afl. 190.337.84;
- 2012 Afl. 117.639,52;
- 2013 Afl. 67.771,44;
- 2014 Afl. 108.920, 82.
2.3
Bij de verkoop van time shares werkte CdS met het zogenaamde ‘Eagle Flight Plan’.
Vanaf 2012 heeft CdS hierin wijzigingen aangebracht omdat 95% van time shares verkocht waren en er voortaan gewerkt moest worden met ‘destination points’.
2.4
De Sales Executives dienen te voldoen aan de ‘Minimum Performance Standards.
2.5
CdS hanteert een Performance Management Plan (PMP) voor werknemers die moeite hebben om te voldoen aan de Minimum Performance Standards en omvat ‘one to one counseling’, begeleiding, training/cursussen, individuele evaluatie van prestaties en andere vormen van bijstand gericht op het helpen van werknemers om hun prestaties te verbeteren.
2.6 [
verzoeker] heeft in 2015 niet voldaan aan deze minimum standards.
2.7
Op 12 oktober 2015 heeft CdS [verzoeker] een laatste schriftelijke waarschuwing gegeven voor zijn ‘onderprestaties’ en is [verzoeker] geschorst in afwachting van besluitvorming met betrekking tot de beëindiging van het contract.
2.8
Bij brief van 9 november 2015 deelt CdS mee dat zij besloten heeft het dienstverband te beëindigen en biedt zij [verzoeker] een vergoeding aan van Afl. 37.054,93. Dit aanbod heeft [verzoeker] afgewezen.
2.9
Bij brief van 17 november 2015 biedt CdS de optie om te blijven werken in de functie van Marketing Executive, met ingang van 20 november 2015. Dit aanbod heeft [verzoeker] niet geaccepteerd.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1 [
verzoeker] verzoekt het gerecht om zijn arbeidsovereenkomst met CdS met onmiddellijke ingang te ontbinden op grond van gewichtige redenen, met toekenning van een vergoeding van Afl. 108.360,00 en, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, tot vergoeding van de proceskosten.
3.2 [
Verzoeker] grondt het verzoek, samengevat, erop dat hij, ten gevolge van de eenzijdige wijzigingen van zijn arbeidsvoorwaarden niet meer in staat is om aan de Minimum Performance Standards te voldoen, waardoor zijn inkomen fors is gedaald. Deze eenzijdige wijziging is verwijtbaar waardoor zijn arbeidsovereenkomst ontbonden dient te worden en CdS een vergoeding dient te betalen gebaseerd op C=1,5.
3.3
CdS voert gemotiveerd verweer dat voor zover voor de beslissing van belang hieronder zal worden besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] te kennen gegeven dat hij nog immer niet bereid is om in te gaan op het aanbod van CdS om in een andere functie te blijven werken voor CdS. Voorts verklaarde [verzoeker] dat, nu CdS hem niet wenst te handhaven als Sales Executive, hem niets anders rest dan ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst te vragen. Nu vast staat dat [verzoeker] niet langer werkzaam wenst te zijn bij CdS, wordt de verzochte ontbinding toegewezen.
4.2
Resteert de vraag of aan [verzoeker] ten laste van CdS een vergoeding toegekend dient te worden. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
4.3
Anders dan [verzoeker] is het gerecht van oordeel dat er anno eind 2015 geen sprake was van gewijzigde omstandigheden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen. De eenzijdig doorgevoerde wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden dateren immers van 2012 en hielden verband met het overstappen van time share op ’destination points’, een ander product. Voorts weegt zwaar dat [verzoeker] van meet af aan op de hoogte is van het feit dat zijn inkomen geheel afhankelijk zou zijn van zijn verkopen/omzet. Zoals ook overwogen in EJ 920-2015 brengt de aard van de tussen partijen vigerende arbeidsovereenkomst een grote mate van onzekerheid over en weer met zich mee. In het licht hiervan was CdS niet gehouden om de arbeid zo te blijven inrichten dat [verzoeker] gedurend de looptijd van het dienstverband elk jaar min of meer dezelfde omzet zou kunnen blijven genereren als bij de verkoop van share time.
4.4
Daar staat tegenover dat CdS niet dan wel onvoldoende heeft aangetoond dat zij zich heeft ingespannen om [verzoeker] in staat te stellen een min of meer vergelijkbare omzet te genereren. CdS stelt weliswaar dat zij zich heeft gehouden aan de begeleiding conform het Performance Management Plan (PMP), doch zij heeft deze stelling onvoldoende feitelijk onderbouwd. Onduidelijk is dan ook waaruit deze ‘begeleiding’ heeft bestaan. Het gerecht is voorts ambtshalve bekend met het feit dat er vrijwel dagelijkse ‘sales cursussen’ worden aangeboden aan de Sales Executives, maar vermag niet in te zien wat die een ervaren en voorheen goed presterende Sales Executive opleveren. Op dit punt heeft CdS nog geen helderheid verschaft. Nu niet kan worden vastgesteld dat CdS zich heeft gehouden aan haar eigen Performance Management Plan jegens [verzoeker] respectievelijk zich daadwerkelijk heeft ingespannen om de prestaties van [verzoeker] te verbeteren, was haar oorspronkelijk besluit om de arbeidsrelatie op korte termijn te willen beëindigen, prematuur.
4.5
Dit besluit is evenwel ingetrokken naar aanleiding van de afwijzing door [verzoeker]. In plaats van de arbeidsrelatie te beëindigen heeft CdS [verzoeker] een andere functie aangeboden, waarin hij - aldus CdS een mijn of meer vergelijkbaar, immers ook commissie afhankelijk - inkomen zou kunnen genereren. Ter zitting bevestigde [verzoeker] dat hij dit aanbod heeft afgewezen, omdat hij niet terug wil naar zijn oude functie. Dit heeft tot gevolg dat aangenomen wordt dat [verzoeker] er bewust voor kiest om de arbeidsrelatie met CdS te beëindigen. In het licht van de geschetste omstandigheden ziet het gerecht geen aanleiding om [verzoeker] ten laste van CdS een vergoeding toe te kennen.
Een arbeidsovereenkomst is geen spaarkaart die aan het einde gegarandeerd tot uitkering komt.
4.6
Nu het verzoek wordt toegewezen zonder toekenning van de verzocht vergoeding, wordt [verzoeker] in de gelegenheid gesteld het verzoek in te trekken.
4.7
Het komt het gerecht geraden voor de kosten te compenseren.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
5.1
stelt partijen in kennis van het voornemen om de tussen hen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden,
5.2
stelt [verzoeker] in de gelegenheid het verzoek in te trekken middels een uiterlijk binnen veertien dagen na de datum van deze beschikking ter griffie van dit gerecht af te leggen schriftelijke verklaring;
5.3
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt;
VOORZOVER [VERZOEKER] HET VERZOEK NIET INTREKT:
5.4
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 maart 2016;
5.6
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 27 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.