Uitspraak
Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap, Dienst uitvoering onderwijs (DUO),
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak vordert de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), betaling van een studieschuld door de Gedaagde, wonend te Aruba. De vordering betreft een bedrag van € 10.323,34, bestaande uit een hoofdsom van € 7.014,57, vermeerderd met incassokosten en rente. De Gedaagde heeft verzuimd om de lening, verstrekt op basis van de Wet Studiefinanciering, tijdig terug te betalen. De procedure begon met een inleidend verzoekschrift op 12 augustus 2015, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De Gedaagde betwist de vordering en stelt dat een deel van de vordering verjaard is, evenals de hoogte van de gevorderde incassokosten.
Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft de feiten en het verweer van de Gedaagde beoordeeld. Het gerecht oordeelt dat de aanmaningsbrieven die door DUO zijn verzonden, Gedaagde hebben bereikt, en dat de verjaringstermijnen door deze aanmaningen zijn gestuit. De Gedaagde heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn stelling dat hij de aanmaningsbrieven niet heeft ontvangen. De berekening van de rente door DUO wordt als juist beschouwd, en de vordering tot betaling van de incassokosten wordt toegewezen.
Uiteindelijk heeft het gerecht de Gedaagde veroordeeld om het gevorderde bedrag aan DUO te betalen, vermeerderd met wettelijke rente en de kosten van de procedure. Dit vonnis is uitgesproken op 24 augustus 2016 door mr. P.W. van Schendel en mr. J. Sap.