ECLI:NL:OGEAA:2016:533
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure omtrent tweede vergunning tot tijdelijk verblijf
In deze zaak heeft de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. D.C.A. Crouch, een verzoek ingediend op basis van artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) tegen de Minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ontwikkeling en Integratie. De verzoeker had eerder een aanvraag ingediend voor een tweede vergunning tot tijdelijk verblijf, welke door de verweerder op 1 juli 2016 was afgewezen. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar aangetekend en een verzoekschrift ingediend bij het gerecht. De zitting vond plaats op 15 augustus 2016, waarbij de verzoeker in persoon aanwezig was, maar de verweerder niet.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, op basis van artikel 54 van de Lar, de verzoeker de beschikking kan schorsen indien de uitvoering daarvan voor hem een onevenredig nadeel met zich mee zou brengen. De rechter heeft vastgesteld dat er een aanmerkelijke kans bestaat dat de bestreden beschikking in bezwaar niet in stand zal blijven. De afwijzing van de vergunning was gebaseerd op het feit dat de verzoeker niet ingeschreven stond bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), maar ter zitting bleek dat deze inschrijving niet als vereiste gold voor de vergunning.
De rechter concludeert dat de verweerder in strijd heeft gehandeld met de beginselen van behoorlijk bestuur door de verzoeker geen termijn te geven om het verzuim te herstellen. Daarom heeft de rechter besloten om het verzoek toe te wijzen en de verzoeker te behandelen alsof hij in het bezit is van de gevraagde vergunning tot tijdelijk verblijf, totdat er een beslissing is genomen op het ingediende bezwaarschrift. Tevens is bepaald dat het griffierecht aan de verzoeker wordt teruggestort.