In deze zaak heeft [verzoekster], vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.L. Griffith, een verzoek ingediend tegen haar werkgever, Tiara Air N.V., vertegenwoordigd door mr. C.B.A. Coffie. Het verzoek betreft de doorbetaling van loon vanaf 1 oktober 2015, na een periode van arbeidsongeschiktheid die begon op 30 september 2013. De procedure is gestart na een mondelinge behandeling op 12 april 2016, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Tiara heeft verweer gevoerd en betwist dat [verzoekster] recht heeft op loon, met het argument dat zij niet in staat zou zijn haar werkzaamheden te hervatten. Het Gerecht heeft vastgesteld dat Tiara niet voldoende onderbouwd heeft dat [verzoekster] niet in staat is om haar werkzaamheden te verrichten. Het Gerecht heeft geoordeeld dat Tiara niet heeft gehandeld als een goed werkgever door niet in te gaan op het voorstel van de SVB om [verzoekster] een arbeidstherapeutisch traject te laten volgen. De vordering van [verzoekster] om haar loon door te betalen is toegewezen, evenals de vordering tot betaling van ingehouden spaargeld. Tiara is veroordeeld in de proceskosten. De beschikking is gegeven op 23 augustus 2016.