Op 23 augustus 2016 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, geboren uit het huwelijk van de moeder en de vader. De minderjarigen zijn respectievelijk geboren in 2003, 2005 en 2010. De ouders hebben gezamenlijk gezag over de kinderen. Eerder, op 7 april 2015, was er al een ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar opgelegd, waarbij Maybelline Tromp-van der Biezen als gezinsvoogdes was benoemd.
Het verzoek tot hernieuwde ondertoezichtstelling werd ingediend op 16 mei 2016, met een mondelinge behandeling op 28 juni 2016. De moeder en de gezinsvoogdes waren aanwezig, maar de vader verscheen niet. De gezinsvoogdes heeft in haar rapport aangegeven dat de minderjarigen nog steeds met zedelijke en lichamelijke ondergang worden bedreigd. De moeder heeft aangegeven dat zij nu wel de nodige begeleiding accepteert, maar haar opvoedingsvisie strookt niet met wat de gezinsvoogdes als adequaat beschouwt.
Het gerecht heeft besloten de minderjarigen voor de duur van negen maanden onder toezicht te stellen, met handhaving van Maybelline Tromp-van der Biezen als gezinsvoogdes. De dagbehandeling in het kindertehuis Imeldahof werd niet als uithuisplaatsing beschouwd, waardoor geen machtiging nodig was. De ouders dienen zich te houden aan de aanwijzingen van de gezinsvoogd, inclusief de deelname van de kinderen aan de dagbehandeling.