ECLI:NL:OGEAA:2016:525

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 augustus 2016
Publicatiedatum
1 september 2016
Zaaknummer
EJ nr. 1055 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen in Aruba met benoeming van gezinsvoogdes

Op 23 augustus 2016 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, geboren uit het huwelijk van de moeder en de vader. De minderjarigen zijn respectievelijk geboren in 2003, 2005 en 2010. De ouders hebben gezamenlijk gezag over de kinderen. Eerder, op 7 april 2015, was er al een ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar opgelegd, waarbij Maybelline Tromp-van der Biezen als gezinsvoogdes was benoemd.

Het verzoek tot hernieuwde ondertoezichtstelling werd ingediend op 16 mei 2016, met een mondelinge behandeling op 28 juni 2016. De moeder en de gezinsvoogdes waren aanwezig, maar de vader verscheen niet. De gezinsvoogdes heeft in haar rapport aangegeven dat de minderjarigen nog steeds met zedelijke en lichamelijke ondergang worden bedreigd. De moeder heeft aangegeven dat zij nu wel de nodige begeleiding accepteert, maar haar opvoedingsvisie strookt niet met wat de gezinsvoogdes als adequaat beschouwt.

Het gerecht heeft besloten de minderjarigen voor de duur van negen maanden onder toezicht te stellen, met handhaving van Maybelline Tromp-van der Biezen als gezinsvoogdes. De dagbehandeling in het kindertehuis Imeldahof werd niet als uithuisplaatsing beschouwd, waardoor geen machtiging nodig was. De ouders dienen zich te houden aan de aanwijzingen van de gezinsvoogd, inclusief de deelname van de kinderen aan de dagbehandeling.

Uitspraak

Beschikking van 23 augustus 2016
behorend bij EJ nr. 1055 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
Belanghebbenden:
[de minderjarige 1],
[de minderjarige 2],
[de minderjarige 3],
de minderjarigen,
[de moeder], de moeder,
[de vader], de vader.
Maybelline TROMP-VAN DER BIEZEN, de gezinsvoogdes.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 16 mei 2016,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 28 juni 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoeker bij mr. M. Ras-Pieternella, de moeder in persoon en de gezinsvoogdes in persoon. De vader is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Voornoemde minderjarigen zijn uit het huwelijk tussen de moeder en de vader in Aruba geboren: [de minderjarige 1] op [geboortedatum] 2003, [de minderjarige 2] op [geboortedatum] 2005 en [de minderjarige 3] op [geboortedatum] 2010. De ouders oefenen gezamenlijk het gezag uit over de minderjarigen.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 7 april 2015 (EJ-339/15) zijn de minderjarigen ingaande 9 april 2015 voor de duur van één jaar onder toezicht gesteld, met benoeming van Maybelline Tromp-van der Biezen tot gezinsvoogdes.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe de minderjarigen (wederom) onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, met dagbehandeling in het kindertehuis Imeldahof voor [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] en met handhaving van Maybelline Tromp-van der Biezen als gezinsvoogdes.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:254 e.v. van het BWA kan de rechter, indien een kind zodanig opgroeit dat het met zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd, het kind onder toezicht stellen, met benoeming van een gezinsvoogd en met uithuisplaatsing, indien dit in het belang van de verzorging en opvoeding noodzakelijk is.
4.2
Uit het door de gezinsvoogdes omtrent de minderjarigen uitgebrachte rapport en het ter zitting besprokene blijkt dat zij nog steeds met zedelijke en lichamelijke ondergang worden bedreigd, zodat het noodzakelijk is dat zij wederom onder toezicht worden gesteld. Ter zitting heeft de gezinsvoogdes aangegeven dat in dit geval een kinderbeschermingsmaatregel nog noodzakelijk is maar dat een verdergaande maatregel, zoals ontheffing van de ouders uit het gezag, (nog) niet geïndiceerd is. Het gaat in casu om het afbouwen van de kinderbeschermingsmaatregel. De moeder heeft – kennelijk wegens haar cultuur – een bepaalde visie op de wijze van opvoeding en ontwikkeling van haar kinderen, die niet strookt met hetgeen de gezinsvoogdes adequaat en leeftijdsgeschikt acht. Zo dwingt de moeder de kinderen tot zelfstandigheid maar ze houdt geen rekening met hun capaciteit en draagkracht. De moeder heeft ter zitting aangegeven dat zij anders dan in het verleden nu wel de nodige begeleiding en ondersteuning accepteert.
4.3
Gelet hierop zal het gerecht de duur van de ondertoezichtstelling bepalen op negen maanden.
4.4
De dagbehandeling in het Imeldahof is geen uithuisplaatsing zoals bedoeld in artikel 1:263 BW, en behoeft geen machtiging als bedoeld in artikel 1:260, lid 3 BW, zodat het verzoek in zoverre zal worden afgewezen. Op grond van artikel 1:260 BW dienen bij de verzorging en opvoeding van een onder toezicht gesteld kind de ouders zich te gedragen naar de aanwijzingen van de gezinsvoogd, ook als dat inhoudt dat de onder toezicht gestelde kinderen de dagbehandeling bij Imeldahof moeten volgen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [de minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2003 in Aruba, de minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2005 in Aruba en [de minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2010 in Aruba, onder toezicht voor de duur van negen maanden ingaande heden,
benoemt Maybelline TROMP-VAN DER BIEZEN tot gezinsvoogdes,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op 23 augustus 2016 door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.