Op 23 augustus 2016 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in de zaak met EJ nr. 1054 van 2016, waarin de Voogdijraad verzocht om de ondertoezichtstelling van meerdere minderjarigen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 16 mei 2016 was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 juni 2016 waren de verzoeker en de voorgestelde gezinsvoogdes aanwezig, maar de moeder en de vader van de minderjarige waren niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping.
De feiten tonen aan dat de minderjarigen, geboren tussen 2011 en 2014, onder toezicht zijn gesteld na een eerdere beschikking van 10 februari 2015. De moeder oefent alleen het gezag uit over de minderjarigen. De gezinsvoogdes heeft in haar rapport aangegeven dat de minderjarigen met zedelijke en lichamelijke ondergang worden bedreigd, wat de noodzaak van ondertoezichtstelling onderstreept.
Het gerecht heeft geoordeeld dat het in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen noodzakelijk is dat zij onder toezicht worden gesteld en dat de plaatsing van de minderjarigen bij respectievelijke pleeggezinnen moet plaatsvinden. De beschikking bepaalt dat de minderjarigen voor de duur van één jaar onder toezicht worden gesteld en benoemt Mariela Willems tot gezinsvoogdes. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.