In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Desarollos Hotelco Corporation DHC Aruba N.V. (hierna: Ritz) een verzoek ingediend tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster], die in dienst was als kassier in het casino. Het verzoek is gebaseerd op herhaaldelijke kasverschillen die [verweerster] heeft gemaakt tijdens haar dienstverband. De feiten tonen aan dat [verweerster] op verschillende momenten in de periode van 2014 tot 2016 tekortkomingen heeft vertoond in het beheer van gereed geld, wat heeft geleid tot meerdere waarschuwingen en uiteindelijk tot een ontslag op staande voet op 22 maart 2016.
Tijdens de zitting op 15 juni 2016 en de daaropvolgende zitting op 28 juni 2016 is gebleken dat partijen niet tot een regeling zijn gekomen. Ritz heeft het verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden, zonder toekenning van een vergoeding, en met een verzoek tot vergoeding van de proceskosten. [Verweerster] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen dit verzoek.
De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat, hoewel [verweerster] meermaals kasverschillen heeft gehad, niet voldoende is aangetoond dat deze verschillen zodanig waren dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was. De rechter heeft opgemerkt dat Ritz niet duidelijk heeft gemaakt welke stappen zijn ondernomen om de problemen te verhelpen en of er alternatieve functies beschikbaar waren voor [verweerster]. Daarom is er geen dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst en is het verzoek afgewezen. De rechter heeft ook bepaald dat er geen proceskostenveroordeling zal plaatsvinden, aangezien [verweerster] geen kosten heeft gemaakt.