Uitspraak
1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
Gezag en omgang
3.DE BESLISSING
dinsdag 6 december 2016 om 8.30 uur, voor het indienen van het rapport zijdens de Voogdijraad,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 23 augustus 2016 een tussenbeschikking gegeven in het kader van een verzoek van de vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.M. Malmberg, tegen de moeder, die in persoon aanwezig was. De zaak betreft het gezag en de omgang met hun minderjarige kind, waarbij de Voogdijraad betrokken is. De procedure is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van 1 december 2015, waarin al aandacht werd besteed aan de problematiek rondom de communicatie tussen de ouders en de omgangsregeling met de minderjarige.
De Voogdijraad heeft op 16 juni 2016 een rapport ingediend, waaruit blijkt dat de moeder heeft geweigerd om psychologische begeleiding te ontvangen, ondanks eerdere verzoeken en afspraken. De vader heeft daarentegen wel alle afspraken nagekomen. De Voogdijraad heeft geconstateerd dat de moeder misbruik maakt van haar gezag door de omgangsregeling niet na te komen en heeft verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen.
Tijdens de zitting op 21 juni 2016, waar zowel de vader als de moeder aanwezig waren, is besproken dat de moeder nu bereid is om medewerking te verlenen aan een voorlopige omgangsregeling, maar alleen onder supervisie van de psycholoog van de Voogdijraad. Het gerecht heeft besloten dat het in het belang van de minderjarige is dat beide ouders psychologische begeleiding krijgen om de communicatie te verbeteren. De zaak is verwezen naar een rolzitting voor verdere behandeling en het indienen van een rapport door de Voogdijraad. De voorlopige omgangsregeling is vastgesteld voor elke donderdag van 16.00 tot 16.30 uur bij de Voogdijraad, ingaande 23 juni 2016. De verdere beslissingen zijn aangehouden tot de volgende zitting op 6 december 2016.