ECLI:NL:OGEAA:2016:516

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 augustus 2016
Publicatiedatum
31 augustus 2016
Zaaknummer
EJ nr. 1834 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Definitieve omgangsregeling tussen de man en de minderjarige

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 23 augustus 2016 een beschikking gegeven met betrekking tot een definitieve omgangsregeling tussen de man en de minderjarige. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. F.A. Gibbs, heeft verzocht om samen met de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.C.P.M. Kok, belast te worden met het gezag over de minderjarige. De procedure is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van 15 september 2015, waarin een voorlopige omgangsregeling was vastgesteld in afwachting van een advies van de Voogdijraad. De Voogdijraad heeft op 29 februari 2016 een rapport ingediend, en de behandeling ter zitting vond plaats op 26 april 2016.

Tijdens de zitting is vastgesteld dat de man de biologische vader is van de minderjarige en dat hij bij beschikking van 30 juni 2015 vervangende toestemming heeft gekregen om de minderjarige te erkennen. Aangezien de man de minderjarige nog niet heeft erkend, is zijn verzoek om samen met de moeder belast te worden met het gezag afgewezen. De focus van de procedure lag nu op het verzoek om een definitieve omgangsregeling vast te stellen.

Het gerecht heeft overwogen dat een goede omgang tussen de man en de minderjarige in het belang van de minderjarige is. De eerder vastgestelde voorlopige omgangsregeling is door de partijen nageleefd en er zijn onderling afspraken gemaakt. Het gerecht heeft deze afspraken als definitieve omgangsregeling vastgesteld, met de verplichting voor de man om zich aan de regeling te houden en voor de moeder om de omgang niet te belemmeren. De beschikking bevat specifieke afspraken over de omgangsregeling, die ingaan op woensdag en in de weekenden, en is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter, ter zitting van 23 augustus 2016.

Uitspraak

Beschikking van 23 augustus 2016
behorend bij EJ nr. 1834 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[de man],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna te noemen: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. F.A. Gibbs,
tegen
[de moeder],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna te noemen: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. E.C.P.M. Kok.
Belanghebbende:
[de minderjarige], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De eerdere procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht 15 september 2015, waarbij in afwachting van een advies van de Voogdijraad over een omgangsregeling, een voorlopige omgangsregeling tussen de man en de minderjarige is bepaald. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 29 februari 2016;
- de griffiersaantekeningen van de behandeling ter zitting van 26 april 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de partijen bijgestaan door hun gemachtigden en de vertegenwoordigers van de Voogdijraad.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
In deze procedure is komen vast te staan dat de man de biologische vader is van de minderjarige. Aan de man is bij beschikking van 30 juni 2015 vervangende toestemming verleend de minderjarige te erkennen. Nu ter zitting van 26 april 2016 niet is gebleken dat de man de minderjarige inmiddels heeft erkend, zal zijn verzoek om samen met de moeder te worden belast met het gezag over de minderjarige, worden afgewezen.
2.2
Ter beoordeling ligt dan alleen nog voor het verzoek strekkende tot het bepalen van een definitieve omgangsregeling tussen de man en de minderjarige.
Een goede omgang tussen de man en de minderjarige is in het belang van de minderjarige. Bij beschikking van 15 september 2015 is een voorlopige en opbouwende omgangregeling bepaald. Ter zitting is gebleken dat partijen onderling andere afspraken hebben gemaakt en dat zij zich aan deze afspraken houden. Het gerecht zal deze afspraken als definitieve omgangsregeling vaststellen en overweegt daartoe het volgende. Een vastgestelde omgangsregeling tussen partijen brengt met zich mee de verplichting voor de man jegens de minderjarige en de moeder om zich aan de omgangsregeling te houden, en de verplichting voor de moeder jegens de man en de minderjarige om de omgang tussen hen niet te belemmeren.
2.3
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de omgangsregeling tussen de man [de man] en de minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2010 in Aruba als volgt:
- op woensdag van 12.30 uur, althans na school, tot 17:00 uur, waarbij de vader de minderjarige bij de school ophaalt en daarna bij de moeder thuis afzet;
- tot 1 oktober 2016: om het weekend op vrijdag en zaterdag, telkens van 12.30 uur tot 17.00 uur, waarbij de vader de minderjarige (bij de school of bij de moeder thuis) ophaalt en bij de moeder thuis afzet;
- vanaf 1 oktober 2016: om het weekend van vrijdagmiddag na school tot zaterdag om 17.00 uur, waarbij de vader de minderjarige (bij de school) ophaalt en zaterdag bij de moeder thuis afzet,
wijst het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 23 augustus 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.