ECLI:NL:OGEAA:2016:463
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Beschikking inzake arbeidsovereenkomst en vakantieverlof van verzoeker tegen Ballet Folklorico Nacional di Aruba N.V.
In de zaak van verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Kock, tegen de naamloze vennootschap Ballet Folklorico Nacional di Aruba N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. C.S. Edwards, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 juni 2016 een beschikking gegeven. De procedure is gestart met een tussenbeschikking op 8 maart 2016, gevolgd door een proces-verbaal op 20 april 2016 en een zitting op 17 mei 2016, waar partijen niet tot een regeling zijn gekomen. Verzoeker had de mogelijkheid om getuigen te laten horen om aan te tonen dat hij toestemming had om met vakantie te gaan na 2 mei 2015. Echter, op de zitting van 20 april 2016 was er slechts één getuige aanwezig, die niet op tijd was aangezegd en geen van de vereiste talen sprak. Hierdoor kon de getuige niet gehoord worden en heeft verzoeker geen verdere getuigen aangedragen. Op basis van de verzoeken van partijen heeft het gerecht geconcludeerd dat verzoeker afziet van bewijslevering.
De vordering van verzoeker is toegewezen tot een bedrag van Afl. 3.865,20, vermeerderd met 15% wettelijke verhoging, met wettelijke rente vanaf 1 juni 2015. Voor het overige is de vordering afgewezen omdat het verlangde bewijs niet is geleverd. Aangezien verzoeker in overwegende mate in het ongelijk is gesteld, is hij veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Ballet Folklorico, begroot op Afl. 2.250. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.