ECLI:NL:OGEAA:2016:460

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 juni 2016
Publicatiedatum
25 juli 2016
Zaaknummer
AR 2373 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopig getuigenverhoor in onrechtmatige daad tegen BOULEVARD CASIO CORPORATION N.V.

In deze zaak heeft verzoekster, wonende te Aruba en vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A. Ruiz, een verzoek ingediend voor een voorlopig getuigenverhoor tegen de naamloze vennootschap BOULEVARD CASIO CORPORATION N.V. (BCC), vertegenwoordigd door advocaat mr. M.E.D. Brown. Het verzoek is gedaan in het kader van een mogelijke rechtszaak wegens onrechtmatige daad, waarbij verzoekster stelt dat BCC gebruik heeft gemaakt van een valse verklaring van een getuige, mevrouw [naam mevrouw]. Verzoekster wenst deze getuigen te horen voordat zij een formele rechtszaak aanspant.

De procedure omvatte een verzoekschrift, een verweerschrift en een zitting op 31 mei 2016. De rechter heeft vastgesteld dat hij geen discretionaire bevoegdheid heeft en het verzoek in beginsel moet toewijzen, mits aan bepaalde wettelijke eisen wordt voldaan. De rechter heeft echter geoordeeld dat verzoekster geen belang heeft bij het verzoek, omdat de vordering uit onrechtmatige daad niet ontvankelijk zal worden verklaard. Dit is gebaseerd op het feit dat verzoekster niet tijdig gebruik heeft gemaakt van het rechtsmiddel herroeping tegen een eerdere ontbindingsbeschikking en dat het ontslag van verzoekster niet alleen op de vermeende valse verklaring was gebaseerd, maar ook op andere gronden.

Uiteindelijk heeft de rechter het verzoek afgewezen en verzoekster in de kosten van de procedure veroordeeld, begroot op Afl. 1.800,00. De beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch en uitgesproken op 28 juni 2016.

Uitspraak

Beschikking van 28 juni 2016
Behorend bij AR 2373 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoekster]
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [verzoekster]
gemachtigde: de advocaat mr. A.A. Ruiz
tegen:
de naamloze vennootschap
BOULEVARD CASIO CORPORATION N.V.
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: BCC
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift
- de behandeling ter zitting van 31 mei 2016 en de daarvan gemaakte aantekeningen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.HET VERZOEK EN HET VERWEER

2.1 [
Verzoekster] verzoekt een voorlopig getuigenverhoor te bevelen met benoeming van een rechter-commissaris voor wie dit getuigen verhoor zal plaats vinden en met bepaling van het tijdstip waarop dit voorlopig getuigenverhoor zal plaats vinden, kosten rechtens.
2.2
Aan dit verzoek legt [verzoekster] het volgende ten grondslag.
[Verzoekster] overweegt om een actie uit onrechtmatige daad in te stellen tegen BCC omdat zij tijdens rechtszaken gebruik zou hebben gemaakt van een valse verklaring van mevrouw [naam mevrouw], waarvan BCC wist althans redelijkerwijs kon weten dat de verklaring leugens bevatte. Alvorens deze rechtszaak aan te spannen wenst [verzoekster] mevrouw [naam mevrouw] en [naam meneer] als getuigen te horen.
2.3
BCC voert gemotiveerd verweer dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

3.DE BEOORDELING

3.1
Voorop wordt gesteld dat de rechter die over een verzoek als het onderhavige heeft te oordelen geen discretionaire bevoegdheid toekomt. Hij dient het verzoek in beginsel toe te wijzen, mits het verzoek (a) aan de wettelijke eisen voldoet, (b) ter zake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die met het verhoor bewezen kunnen worden. Dit is alleen anders indien de rechter (op grond van in zijn beslissing vermelde feiten en omstandigheden) van oordeel is dat het verzoek (c) in strijd is met een goede procesorde, (d) dat van de bevoegdheid toepassing van dit middel te verlangen, misbruik wordt gemaakt - bijvoorbeeld omdat verzoeker wegens onevenredigheid van de over en weer betrokken belangen in redelijkheid niet tot het uitoefenen van die bevoegdheid kan worden toegelaten - of (e) dat het verzoek moet afstuiten op een ander door de rechter zwaarwichtig beoordeeld bezwaar.
3.2
Het belang van [betrokkene] bij het houden van een voorlopig getuigenverhoor is erin gelegen om de rechter in de bodemzaak ervan te overtuigen dat BCC jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld, omdat het ontslag gebaseerd was op een valse verklaring.
3.3
Met BCC is het gerecht van oordeel dat [verzoekster] geen belang heeft bij het onderhavige verzoek, omdat de vordering uit onrechtmatige daad niet ontvankelijk zal worden verklaard. Tegen de ontbindingsbeschikking van 19 augustus 2014 stond immers binnen drie maanden het rechtsmiddel herroeping open stond en [verzoekster] heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Daar komt bij dat het ontslag van [verzoekster] niet alleen gebaseerd was op de beweerdelijke valse verklaring, maar tevens op het door [verzoekster] in strijd met de bedrijfsregels verzilveren van cheques, waardoor BCC het vertrouwen in [verzoekster] had verloren. Dit heeft tot gevolg, dat zelfs indien in rechte zou komen vast te staan dat de verklaring van mevrouw [naam mevrouw] valselijk was, dan nog zou het handelen van BCC niet onrechtmatig zijn geweest, omdat het ontslag gestoeld was op meerdere gronden.
3.4
Nu [verzoekster] in het ongelijk wordt gesteld, wordt zij in de kosten van de procedure veroordeeld.

4.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
4.1
wijst het verzoek af;
4.2
veroordeelt [verzoekster] in de kosten van de procedure, aan de zijde van BCC tot op heden begroot op Afl. 1.800,00.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 28 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.