ECLI:NL:OGEAA:2016:458
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging voorlopige toevertrouwing van minderjarigen aan de Voogdijraad
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 juni 2016 uitspraak gedaan op het verzoek van het Openbaar Ministerie tot bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van twee minderjarigen aan de Voogdijraad. De minderjarigen, geboren in 2002, zijn door het Openbaar Ministerie op 19 mei 2016 onttrokken aan het gezag van hun moeder en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. De moeder en vader van de minderjarigen zijn als belanghebbenden aangemerkt. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 juni 2016 zijn de ouders en de officier van justitie verschenen, evenals vertegenwoordigers van de Voogdijraad.
De procedure is gestart met een vordering van het Openbaar Ministerie, die op 31 mei 2016 is ingediend. De rechter heeft de feiten en omstandigheden beoordeeld, waarbij onder andere is gekeken naar meldingen van huiselijk geweld, mishandeling en verwaarlozing van de minderjarigen. De ouders ontkennen de klachten en stellen dat deze zijn verzonnen door buren. De Voogdijraad heeft aangegeven dat er nog onderzoek gaande is naar de situatie van de minderjarigen.
De rechter heeft geconcludeerd dat er onvoldoende gronden zijn voor ontzetting of ontheffing van de moeder uit het ouderlijk gezag. De vordering van het Openbaar Ministerie is afgewezen en de rechter heeft bevolen dat de minderjarigen teruggegeven worden aan hun moeder. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarigen, waarbij de rechter heeft geoordeeld dat er op dat moment geen noodzaak was voor verdere ingrepen in het ouderlijk gezag.