Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift ingediend op 9 mei 2016;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 15 juni 2016.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze kort geding procedure, aangespannen door de vennootschap naar buitenlands recht Bouldin & Lawson LLC, gevestigd in de Verenigde Staten, vorderde eiseres een veroordeling van het Land Aruba tot betaling van een bedrag van Afl. 1.825.269,51, vermeerderd met wettelijke rente. De procedure volgde op een eerder vonnis van 10 februari 2016, waarbij HJC Engineering N.V. was veroordeeld tot afgifte van een Performance Certificate. Bouldin had op 19 februari 2016 de Performance Certificate ontvangen en stelde dat het Land Aruba nu verplicht was om het gevorderde bedrag te betalen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 15 juni 2016, waarna partijen op de hoogte werden gesteld dat het vonnis op 29 juni 2016 zou worden gewezen. Het Land refereerde zich aan het oordeel van het gerecht, wat betekent dat het Land geen verweer voerde tegen de vordering van Bouldin. Het gerecht oordeelde dat er geen grond was voor afwijzing van de vordering en dat het Land als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure moest worden verwezen.
In de beslissing werd het Land veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en werd het Land ook veroordeeld in de proceskosten, die tot dat moment waren begroot op Afl. 1.000,-. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en eventuele andere vorderingen werden afgewezen.