ECLI:NL:OGEAA:2016:444

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 juni 2016
Publicatiedatum
18 juli 2016
Zaaknummer
A.R. 1899 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekering en verzwijging van schadehistorie in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door Star Holding N.V. tegen Fatum General Insurance N.V., heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 juni 2016 uitspraak gedaan. Star Holding vorderde een schadevergoeding van Fatum, nadat deze laatste een schade-uitkering had geweigerd op basis van verzwijging van relevante informatie door Star Holding. De zaak draait om een woonhuisverzekering die door Star Holding was afgesloten voor een pand dat door een aardbeving was beschadigd. Star Holding had in 2012 een aanvraag ingediend bij Fatum, maar had niet vermeld dat er in de afgelopen jaren aanzienlijke schade-uitkeringen waren geclaimd door een eerdere eigenaar van het pand. Fatum weigerde de schadevergoeding en beriep zich op deze verzwijging.

Tijdens de procedure werd vastgesteld dat de aanvraag voor de verzekering was gedaan door een derde partij, [naam X], die ook eigenaar was van het pand. Het Gerecht oordeelde dat de verzekeringshistorie van deze eigenaar relevant was voor de aanvraag en dat het niet vermelden van deze informatie door Star Holding als verzwijging moest worden aangemerkt. Het Gerecht concludeerde dat Fatum terecht de uitkering had geweigerd en wees de vordering van Star Holding af. Tevens werd Star Holding veroordeeld in de proceskosten van Fatum, die op Afl. 1.800,00 werden begroot. De uitspraak werd gedaan door mr. J. Sap en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 29 juni 2016
Behorend bij A.R. 1899 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
STAR HOLDING N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Star Holding,
gemachtigde: advocaat mr. E.E. Rosenstand,
tegen:
de naamloze vennootschap
FATUM GENERAL INSURANCE N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Fatum,
gemachtigden: advocaten mrs. M. Hammoud en C.D. Engelhardt,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord in conventie;
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen op 31 mei 2016
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Namens Star Holding heeft [naam X] in 2012 een aanvraag bij Fatum gedaan voor een woonhuisverzekering ten behoeve van het woonhuis [adres] te Aruba. In het formulier is onder vraag 9 gevraagd:
Hebt u of een andere belanghebbende de laatste 8 jaar een schade geleden door gebeurtenissen als door de gevraagde verzekering wordt gedekt.
Deze vraag is door Star Holding beantwoord met:
2011, waterschade.
Bij vraag 10 wordt gevraagd:
Werd aan u of aan een andere belanghebbende bij deze verzekering, in de laatste 8 jaar een verzekering van welke aard ook geweigerd of opgezegd, dan wel werden er beperkende of verzwarende voorwaarden gesteld?Hierop is door Star Holding geantwoord met
Nee.
Fatum heeft met ingang van 11 augustus 2012 [adres] in dekking genomen. Op 3 maart 2015 heeft Star Holding de verzekering opgezegd per 11 augustus 2015.
2.2
Op 8 april 2015 is het pand door een aardbeving beschadigd geraakt. Star Holding heeft deze schade gemeld bij Fatum en aanspraak gemaakt op een schade-uitkering
2.3
Bij brief van 19 augustus 2015 heeft Fatum uitkering uit hoofde van de verzekering geweigerd en zich beroepen op verzwijging door Star Holding. In haar afwijzingsbrief heeft zij vermeld dat gebleken is dat [naam X] in de periode van 2004-2010 bij meerder maatschappijen schade-uitkeringen heeft geclaimd, waarbij meer dan Afl. 100.000,00 is uitbetaald. Door dit niet te vermelden is sprake van verzwijging.
2.4
De Laat is eigenaar van het pand [adres]. De voorlopige dekking van de inboedelverzekering is op zijn naam afgegeven door bemiddeling van het assurantiekantoor Asca.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Star Holding vordert na wijziging van eis dat Fatum veroordeeld wordt overeenkomstig art. 5.1 van de polisvoorwaarden over te gaan tot schaderegeling, met veroordeling van Fatum tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Star Holding grondt de vordering erop dat zij zelf geen andere schades dan degene die is vermeld onder vraag 9 heeft geclaimd. Dat vorige eigenaren schades hebben geclaimd raakt haar niet. Star Holding betwist dat sprake is van verzwijging. Star Holding stelt ook eigenaresse van het pand te zijn.
3.3
Fatum voert hiertegen verweer, met vordering – uitvoerbaar bij voorraad – tot veroordeling van Star Holding in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Bij de feiten is vastgesteld dat [naam X] eigenaar is van de woning. Dat is afgeleid uit de overgelegde stukken van het Kadaster. Star Holding heeft ter zitting aangevoerd dat het Kadaster een vertraging heeft met de verwerking van stukken, maar zij heeft op geen enkele manier aangetoond dat zij door levering eigenaresse is geworden van de woning aan [adres]. Bovendien volgt uit art. 3:89 BW dat inschrijving in de registers (in casu: het Kadaster) een constitutief vereiste is voor levering.
4.2
De aanvraag voor de onderhavige verzekering is gedaan door [naam X]. Nu die eigenaar was van de woning, was die tevens als belanghebbende aan te merken, nog los van de vraag in hoeverre Star Holding (indirect) door hem wordt bestuurd. Uit de stukken blijkt immers dat De Laat niet alleen eigenaar van de woning was, hij was ook op meerdere momenten de bevoegde vertegenwoordiger van Star Holding. De verzekering is door hem aangevraagd en de schademelding is door hem gedaan, hetgeen minst genomen duidt op een nauwe band tussen hem en de vennootschap.
4.3
Bij de aanvraag was dan ook de verzekeringshistorie van [naam X] betreffende dit pand van belang om te worden opgegeven. Dat die onvolledig was, is door Star Holding slechts bestreden met de stelling dat de oudere historie niet aan haar kan worden toegerekend. Dat is zoals uit het bovenstaande volgt, onjuist. Fatum heeft erop gewezen dat er door de maatschappijen Treston en New India meerdere schades zijn vergoed en dat Star Holding alleen de waterschade uit 2011 heeft vermeld. Dat is door Star Holding niet bestreden. In dit kader begrijpt het Gerecht ook niet dat Star Holding stelt dat alleen de waterschade betrekking had op haar, want die polis stond, naar Fatum onweersproken heeft gesteld, op naam van [naam X].
4.4
Fatum heeft ook gesteld dat de verzekeringsmaatschappij Treston de relatie met [naam X] heeft opgezegd, maar dat aspect zal het Gerecht buiten beschouwing laten, nu dat aan het beroep op verzwijging niet ten grondslag is gelegd. Dat neemt niet weg dat het niet vermelden van een relevant schadeverleden onder de hierboven genoemde omstandigheden als verzwijging in de zin van art. 320 Wetboek van Koophandel moet worden aangemerkt. Fatum heeft dan ook terecht uitkering geweigerd.
4.5
Het beroep van Fatum op het ontbreken van belang aan de zijde van Star Holding behoeft gezien het bovenstaande geen verdere bespreking.
4.6
Star Holding zal in de kosten van het geding worden veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Star Holding in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Fatum worden begroot op Afl. 1.800,00 aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.