ECLI:NL:OGEAA:2016:438

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 juli 2016
Publicatiedatum
15 juli 2016
Zaaknummer
E.J. 1010 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens dringende reden na geknoei met bonnetjes

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 5 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Aruba Airport Authority N.V. (AAA) en G*, een voormalige werknemer. G* was sinds 21 januari 1990 in dienst bij AAA en was werkzaam als PR & Communication Assistant. Op 4 januari 2016 werd zij geschorst en op 7 januari 2016 op staande voet ontslagen vanwege ernstige beschuldigingen van het wijzigen van bonnetjes en het niet kunnen verantwoorden van ontvangen bedragen. AAA stelde dat G* op eigen gezag bonnetjes had gewijzigd, waardoor hogere bedragen werden gepresenteerd dan oorspronkelijk in rekening gebracht. Dit leidde tot een vertrouwensbreuk tussen G* en AAA.

G* heeft het ontslag betwist en verzocht om de nietigheid van het ontslag in te roepen. AAA verzocht het gerecht om, voor het geval het ontslag niet rechtsgeldig zou zijn, de arbeidsovereenkomst met G* te ontbinden op grond van gewichtige redenen. Het gerecht oordeelde dat er sprake was van een dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 7A:1615o lid 1 BW. Het gerecht achtte de inbreuken op de administratieve procedures en de integriteit van de boekhouding van AAA zeer ernstig, vooral gezien het feit dat G* eerder al was gestraft voor soortgelijke overtredingen in 2006.

De rechter ontbond de arbeidsovereenkomst met ingang van 5 juli 2016, kende geen vergoeding toe aan G* en veroordeelde haar in de proceskosten van AAA. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 5 juli 2016
Behorend bij E.J. 1010 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBA AIRPORT AUTHORITY N.V.
gevestigd te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: AAA,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios,
tegen:
[naam],
wonende te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: G*,
gemachtigde: de advocaat mr. H.F. Falconi.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van G*;
- de behandeling ter zitting van 29 juni 2016 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
G* is op 21 januari 1990 in dienst getreden bij AAA, laatstelijk was zij werkzaam als PR & Communication Assistant. Het maandloon bedroeg Afl. 5.397,17 bruto.
2.2
Op 4 januari 2016 is G* geschorst en op 7 januari 2016 op staande voet ontslagen.
2.3
In de ontslagbrief d.d. 7 januari 2016 is het onder meer navolgende te lezen:

In the months of November and December 2015 you requested the following petty cash amounts in connection with the following payments:
  • Afl. 358,00 to be paid to Jardin Caribe, in connection with a funeral wreath (your supervisor instructed you to purchase a wreath in the amount of USD 200,00);
  • Afl. 210,00 to be paid to mrs. [naam A], in connection with the supply of 4 waiters;
  • Afl. 800,00 to be paid to Katatumbo, in connection with the provision of live Christman/Gaita music.
You have received the respective amounts to pay to the vendors.
After receipt of the amounts you submitted invoices with handwritten amounts for the above mentioned payments to the accounting department. When the accounting department requested to be provided with the invoices that included printed numbers, you only submitted an invoice for the Christmas/Gaita band with printed numbers.
A preliminary investigation of the above transactions showed the following:
  • Funeral wreath:
  • You ordered and paid for a wreath of Afl. 175,00 and not Afl. 358,00 as indicated in the invoice with handwritten amount that was handed out by you;
  • Waiters:you ordered and paid for the services of three waiters an amount of Afl. 157,50 and not the amount of Afl. 210,00 for the services of four(4) waiters as indicated in the invoice with visually numbers-number of waiters and amount to be paid that was handed in by you;
  • Christmas/Gaita band:
You received via email an MS word invoice for the amount of Afl. 700,00. This amount was altered on the invoice to Afl. 800,00, which invoice for Afl. 800,00 was handed in by you.
We discussed the abovementioned with you on January 4th, 2016. On both occasions you admitted that you had manually altered the invoices you submitted. However, you could not give a valid reason for the abovementioned discrepancies in the cash that you have received for payment of the above mentioned vendors, the amounts mentioned on the handwritten invoices submitted by you and statements from the vendors about the amounts you paid them and the services and goods that they rendered cq delivered in return therefor. According to you, you did hand out an amount of Afl. 358,00 to Jardin Caribe. You further admitted that after you were suspended you had contacted Jardin Caribe with the request to send an invoice for the amount of Afl. 358,00. With regards to the waiters, you claimed that you ordered and paid for four waiters. However, vendor Jardin Caribe confirmed that it only charged you, and received payment of, an amount of Afl. 175,00. They further stated that there is an open balance of Afl. 30.58 as the (overseas) handling(…). With regards to the waiters, it was confirmed by colleagues that only three waiters were present during the event of November 26, 2015, which represented the three waiters which are mentioned in the original invoice received for the amount of Afl. 157,50. Mrs. [naam A] further confirmed that you only ordered three waiters and that she was paid Afl. 157,50 for these three waiters.
You could not inform us of the whereabouts of the difference in cash that you received and the actual payment made to the above mentioned vendors, amounting to Afl. 335,50. Up this date that cash remains unaccounted for.
In 2006 you were suspended three days without pay for an incident that also involved petty cash.
[…]
These incidents, individually and jointly, as well as in connection with the incident of 2006, have caused us to lose all trust in you and – […] are considered an urgent reason for the immediate termination of your labor agreement effective today January 7, 2016.
2.4
Op 4 januari 2016 heeft mevrouw [naam B], manager van Jardin Caribe een schriftelijke verklaring afgelegd. Hierin is onder meer te lezen:

Ms. G* requested an order to be send to a funeral in the States in December 2016. Indeed, she told us that she wanted to spend around $ 200,00 or more, as long as it is a big and nice wreath for the funeral of a VIP at her work.
[…] I have explained ms. G* that there is a possibility that the funeral wreath will not arrive on time for the funeral. I have suggested then a funeral arrangement delivered at the home address for the funeral.
I made a receipt of only $100,00 (Afl. 175,00) as I have told her that we have to send the flowers to the home, it would be too much for sending a flower arrangement for the home for the price of $ 200,00. […]
I did send the order and I had to send the flowers to the home, as it was late for the funeral. For an easier way around, I’ve send the flowers for the $ 100,00 only, so then she could not come back to pay more. But still it was not sufficient and we’d pay a little more for the arrangement and there for I made an extra invoice for the difference’.
2.5
Bij brief van 8 januari 2016 heeft G* de nietigheid van het ontslag ingeroepen.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
AAA verzoekt het gerecht om voor zover het ontslag niet rechtsgeldig zou zijn verleende de arbeidsovereenkomst met G* met onmiddellijke ingang te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van G* tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
AAA grondt het verzoek, samengevat, op dezelfde feiten als ten grondslag gelegd zijn aan het ontslag op staande voet.
3.3
G* voert gemotiveerd verweer dat voor zover voor de beslissing van belang hieronder zal worden besproken en vordert veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van AAA tot vergoeding van de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht is van oordeel dat sprake is van een dringende reden als bedoeld in artikel 7A:1615o lid 1 BW zodat het gerechtvaardigd is de arbeidsovereenkomst, voor zover die nog bestaat, op grond van artikel 7A:1615w lid 2 BW te ontbinden zonder toekenning van een vergoeding ten laste van AAA.
4.2
Daartoe is redengevend dat G* op eigen gezag bonnen (bewijsstukken) die door twee leveranciers van goederen een diensten aan AAA waren opgemaakt in die zin heeft gewijzigd, dat zij in alle gevallen een hoger in rekening gebracht bedrag vermelden dan het origineel. G* heeft daarvoor ook ter zitting geen bevredigende verklaring kunnen geven.
4.3
Dat zij de bonnen op eigen gezag, zonder toestemming van de leverancier of haar werkgever handmatig heeft gewijzigd en als bewijsstuk van besteding van het haar door AAA toevertrouwde voorschot voor administratieve verwerking aan AAA heeft aangeboden staat vast. De rechtvaardiging die G* daarvoor heeft gegeven acht het gerecht onwaarschijnlijk. Volgens G* heeft zij de bonnen gewijzigd omdat deze niet klopten met het werkelijk bestede bedrag.
Dat wordt door mw. [naam B] van Jardin Caribe in de hierboven geciteerde brief uitvoerig en gedetailleerd gemotiveerd weersproken. Dat G* de bon heeft gewijzigd bij wijze van ‘reminder’ dat het origineel in rekening gebrachte niet klopte, zoals zij zelf bovendien zegt, is onwaarschijnlijk. Niet verklaard is waarom het aanvankelijk daarop figurerende bedrag dan helemaal onleesbaar is gemaakt en vervangen door het door G* handgeschreven bedrag. Op de bon is geen enkele aantekening gemaakt waarom het bedrag is gewijzigd. Desgevraagd heeft G* aangegeven dat ook niet op een post-it plakkertje of aangeniet notitieblaadje of iets dergelijks te hebben aangetekend. Niet voldoende gemotiveerd gesteld is dat G* zelf spontaan de administratie van AAA ervan op de hoogte heeft gebracht dat zij de originele bonnen had gewijzigd en waarom.
Op de bon met betrekking tot de ‘waiters’ is weliswaar het oorspronkelijk in rekening gebrachte bedrag nog te zien maar ook hier ontbreekt elke nadere verklaring op de bon of een daarbij gevoegde bijlage waarom G* het in rekening gebrachte bedrag gewijzigd heeft. Uit de verklaring van mw. [naam A] blijkt dat het oorspronkelijk in rekening gebrachte bedrag lager was dan door G* verantwoord. Mutatis mutandis geldt hiervoor hetzelfde als voor de bon van Jardin Caribe.
4.4
Het gerecht acht deze welbewuste inbreuken op de administratieve procedures en integriteit van de boekhouding van AAA zeer ernstig.
4.5
Het is niet de eerste keer dat G* zich niet aan – in wezen elementaire – regels omtrent verantwoording van gelden van de werkgever heeft gehouden. In 2006 verzuimde G* de besteding van van AAA ontvangen geld deugdelijk te verantwoorden. Daar is zij toen voor gestraft.
4.6
Alles bijeengenomen is het gerecht van oordeel dat het handelen van G* de ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens dringende reden zonder vergoeding rechtvaardigt. Daaraan doet het ruime arbeidsverleden van G* en haar leeftijd niet af.
4.7
Als de in het ongelijk te stellen partij zal G* de proceskosten van AAA moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 5 juli 2016;
kent aan G* geen vergoeding toe ten laste van AAA;
veroordeelt G* in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van AAA worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht en Afl. 1.800, aan salaris gemachtigde.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 5 juli 2016 in aanwezigheid van de griffier.