ECLI:NL:OGEAA:2016:429

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 juni 2016
Publicatiedatum
28 juni 2016
Zaaknummer
E.J. 1973 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van kinderalimentatie in het kader van gewijzigde omstandigheden

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 21 juni 2016 een beschikking gegeven in de procedure tussen een vrouw en een man, die beiden in Aruba wonen. De vrouw had eerder, bij beschikking van 5 november 2012, een onderhoudsbijdrage voor de minderjarige kinderen vastgesteld gekregen. De vrouw verzocht nu om wijziging van deze alimentatie, omdat zij door gewijzigde omstandigheden niet meer in staat was om de eerder vastgestelde bijdrage te betalen. De vrouw stelde dat zij het minimumloon verdiende en dat zij nu huur moest betalen voor haar woning, wat haar financiële situatie aanzienlijk beïnvloedde. De man voerde aan dat de vrouw haar verplichtingen niet nakwam en dat hij financieel afhankelijk was van zijn moeder. Hij vroeg om een verhoging van de alimentatie, omdat de kosten voor de kinderen stegen door hun sportactiviteiten.

Het Gerecht oordeelde dat er inderdaad sprake was van gewijzigde omstandigheden aan de zijde van de vrouw, waardoor zij niet langer in staat was om de alimentatie te betalen. De rechter stelde vast dat de vrouw nu ook huisvestingskosten had die niet eerder in aanmerking waren genomen. De man had een hoger inkomen, maar de rechter oordeelde dat een beoordeling van zijn draagkracht niet nodig was, omdat het verzoek van de vrouw werd toegewezen. De alimentatie werd met terugwerkende kracht op nihil gesteld, en het verzoek van de vrouw om kostenloos te mogen procederen werd eveneens toegewezen. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

Beschikking van 21 juni 2016
Behorend bij E.J. 1973 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[naam],
te Aruba,
hierna ook te noemen: de vrouw,
gemachtigde: advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
[naam],
te Aruba,
hierna ook te noemen: de man,
gemachtigde: advocaat mr. D.C. Lopez Paz.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift (tevens tegenverzoek);
- de overgelegde stukken aan de zijde van beide partijen;
- de behandeling ter zitting van 12 april 2016 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier;
- de akte van de vrouw;
- de antwoordakte van de man.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.HET VERZOEK EN HET TEGENVERZOEK

2.1
Bij beschikking van 5 november 2012 is de echtscheiding uitgesproken aangaande het huwelijk van partijen en is de vrouw veroordeeld om aan de man ter zake de onderhoudsbijdrage van de minderjarige kinderen;
- [ naam minderjarige 1] (geboortedatum)
- [ naam minderjarige 2] (geboortedatum)
Afl 100,00 per kind per maand te voldoen.
2.2
De vrouw verzoekt wegens een wijziging van omstandigheden het bedrag dat zij maandelijks moet betalen te stellen op nihil. Zij voert daartoe aan zij het minimumloon verdient, sedert 1 ½ jaar een huurhuis heeft, zodat zij de kinderen kan ontvangen en dat zij ook eten geeft aan de moeder van de man, waar de kinderen regelmatig eten.
2.3
De man heeft als verweer gevoerd dat de vrouw tot op heden de bijdrage niet heeft voldaan en dat hij nu financieel wordt ondersteund door zijn moeder. Incidenteel betaalt de vrouw een zwemles. Daarnaast zorgen de kinderen voor veel kosten, omdat het actieve sporters, de zoon ook behoorlijk niveau, zijn. Daarvoor is materiaal en extra voeding nodig. De moeder van de man kookt regelmatig voor de kinderen. De draagkracht van de man is beperkt door diverse lasten die hij heeft, waaronder een hypotheek en kosten aan het huis. Omdat de vrouw volgens de man gehuwd is en zij haar kosten kan delen, is de draagkracht van de vrouw toegenomen. De man verzoekt de bijdrage ten behoeve van de kinderen vast te stellen op Afl 160,00 per kind per maand.

3.DE BEOORDELING

3.1
De bij rechterlijke uitspraak vastgestelde onderhoudsbijdrage kan worden gewijzigd, indien sprake is van wijziging van omstandigheden, waardoor de uitspraak niet langer aan de wettelijke maatstaven voldoet.
3.2
De vrouw heeft thans een inkomen bij Zeerover, ten belope van Afl 1.805,00 per maand (gebaseerd op Afl 9,95 per uur). Daarnaast betaalt zij Afl 1.100,00 aan huur per maand. Ook verschaft zij eten aan de moeder van de man, waarvan de kinderen eten. Verder betaalt zij NAf 300,00 per jaar aan kosten van een autoverzekering.
3.3
De man heeft Afl 5.967,90 per maand aan netto inkomen. Het Gerecht baseert dit op de overgelegde salarisstrook van december 2015, waarin een bruto salaris is vermeld van Afl 7.277,00. Dit is ook het salaris in januari 2016, maar in die maand is een bedrag aan savings genoteerd, waardoor de netto betaling lager uitvalt. Hij heeft daarnaast kosten van de woning en hypotheeklasten van Afl 1.800,00 per maand. Daarnaast neemt het Gerecht aan dat de man aanzienlijke kosten maakt voor de activiteiten van de kinderen.
3.4
Het Gerecht is van oordeel dat aan de zijde van de vrouw sprake is van een wijziging in omstandigheden. In de beschikking van 5 november 2012 werd geen rekening gehouden met huisvestingskosten van de vrouw, terwijl die nu wel vaststaan en die ook een groot deel van haar inkomen opeisen. Daar staat tegenover dat het inkomen licht is gestegen, maar onvoldoende om die huisvestingskosten te compenseren. Verder blijkt dat de vrouw in natura bijdraagt, door middel van het verschaffen van eten aan de moeder van de man, waarvan de kinderen eten. Het Gerecht meent dan ook dat de draagkracht van de vrouw zo beperkt is geworden dat van haar geen bijdrage meer kan worden verlangd.
3.5
Een beoordeling van de draagkracht van de man behoeft gezien het bovenstaande niet plaats te vinden.
3.6
Het verzoek van de vrouw kan in na te melden zin worden toegewezen. Het tegenverzoek van de man wordt dientengevolge afgewezen.
3.7
Het verzoek van de vrouw om kostenloos te mogen procederen kan worden toegewezen, gezien het overgelegde bewijs van onvermogen.
3.8
De kosten van de procedure zullen tussen partijen worden gecompenseerd.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
op het verzoek
staat de vrouw toe kostenloos te procederen;
wijzigt de beschikking van dit Gerecht van 5 november 2012 nr. EJ 255 (2012) in die zin dat met ingang van 1 september 2015 de door de vrouw te betalen bijdrage in het levensonderhoud van de kinderen [naam minderjarige 1] (geboortedatum) en [naam minderjarige 2] (geboortedatum) wordt gesteld op nihil.
wijst het meer of anders verzochte af;
op het tegenverzoek
wijst het verzoek af;
compenseert de kosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 21 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.