ECLI:NL:OGEAA:2016:392

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 juni 2016
Publicatiedatum
20 juni 2016
Zaaknummer
A.R. 1961 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrijgende verjaring en ruilovereenkomst met betrekking tot percelen grond

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, hebben de eisers, erfgenamen van wijlen [...], een vordering ingesteld tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Het Land Aruba. De eisers stelden dat zij eigenaar zijn van een perceel grond, kadastraal bekend als Land Aruba Eerste Afdeling sectie K nummer [2], en dat zij krachtens verkrijgende verjaring eigenaar zijn geworden van een perceel ter grootte van 2793m2, alsmede een perceel kadastraal bekend als Land Aruba Eerste Afdeling Sectie K nummer [5]. De eisers baseerden hun vordering op het feit dat een ruilovereenkomst met het Land nooit is uitgevoerd, waardoor zij eigenaar zijn gebleven van het perceel.

Het Land voerde verweer en vorderde in reconventie een verklaring voor recht dat het door verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van perceel [2] en dat het nog steeds eigenaar is van perceel [5]. De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er sprake is van verkrijgende verjaring over en weer. De rechter oordeelde dat de eisers geen beroep konden doen op verkrijgende verjaring voor perceel [5], omdat zij nooit bezitter zijn geworden. Echter, het Land heeft zich sinds 1995 als bezitter van perceel [2] gedragen, wat leidde tot de conclusie dat het Land door verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van dit perceel.

De rechter heeft de vorderingen van beide partijen beoordeeld en geoordeeld dat de eisers eigenaar zijn van perceel [5] en dat het Land eigenaar is van perceel [2]. De proceskosten werden gecompenseerd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken op 1 juni 2016 door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht.

Uitspraak

Vonnis van 1 juni 2016
Behorend bij A.R. 1961 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiser 1,
Eiser 2,
Eiser 3,
Eiser 4,
allen wonenden te Aruba,
eisers, hierna ook te noemen: Gedaagde c.s.,
gemachtigde: de advocaat mr. David G. Kock,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
HET LAND ARUBA
gedaagde, hierna ook te noemen: Het land,
gemachtigde: mr. I.L. Ras Orman (DWJZ),

1.DE PROCEDURE

In conventie en reconventie
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens van repliek in reconventie, tevens vermeerdering van eis;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

in conventie en reconventie
2.1
Gedaagde c.s. zijn erfgenamen van wijlen [...].
2.2
Op 24 november 1987 heeft wijlen [...] een verzoek ingediend bij Dienst Domeinbeheer voor de overdacht van de huurrechten op een perceel grond. Op dit verzoek is nimmer beslist. Wijlen [...] heeft dit perceel toentertijd wel in gebruik genomen.
2.3
In 1989 heeft wijlen [...] een terrein gekocht, groot 26.240 m2 te [adres], kadastraal bekend als Land Aruba, Eerste Afdeling Sectie K nummer [...]. Dit terrein is verkaveld in 3 percelen, nummers [1], [2] (de weg) en [3].
2.4
Bij Ministeriele beschikking van 25 november 1995 (No. Nummer) is besloten om met wijlen [...] een overeenkomst aan te gaan, waarbij hij aan het Land overdraagt een stuk grond groot 2761 m2, gelegen te [adres], nader omschreven in veldwerk [4] kavel no 2, aangetekend op de kadastrale kaart 1-K-4 en Het Land aan wijlen [...] een stuk grond groot 2761m2, gelegen te [adres], nader omschreven in veldwerk no. [4] kavel no.1 en aangetekend op de kadastrale kaart 1-K-4.
2.5
Wijlen [...] is onder meer bij brief van 18 april 1997 door de notaris uitgenodigd om op 6 mei 1997 een akte grondruil met het Land te passeren.
2.6
Bij brief van 22 juli 1997 heeft de notaris het Land bericht dat de akte klaar ligt om te passeren, doch dat wijlen [...] niet is verschenen.
2.7
Bij brief van 22 juli 2015 hebben Gedaagde c.s. Het Land aangeschreven en een beroep gedaan op verkrijgende verjaring ex artikel 3:105 BWA.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie
3.1
Gedaagde c.s. vorderen een verklaring voor recht dat dat zij eigenaar zijn van het perceel domeingrond kadastraal bekend als Land Aruba Eerste Afdeling sectie K nummer [2], ter grootte van 2761m2 alsmede dat Gedaagde c.s. krachtens verkrijgende verjaring als bedoeld in artikel 3:105 BWA eigenaar en rechthebbenden zijn op de percelen grond ter grootte van 2793m2, alsmede het direct daaraan grenzende perceel, kadastraal bekend als Land Aruba Eerste Afdeling Sectie K nummer [5], ter grootte van 2761m2 met de daarop gebouwde woning van Gedaagde c.s.
3.2
Gedaagde c.s. grondt de vordering erop dat zij eigenaar van perceel [2] zijn gebleven, omdat de ruil met het land nimmer heeft plaats gevonden en dat zij ten gevolge van verkrijgende verjaring eigenaar zijn geworden van een perceel groot 2793m2 alsmede perceel [5].
3.3
Het Land voert gemotiveerd verweer dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.
in reconventie
3.4
Het land vordert - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - een verklaring voor recht dat
- het land door verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van perceel [2] en te bepalen dat dit in de daartoe bestemde registers kan worden ingeschreven;
- het Land nog steeds eigenaar is van perceel [5] en het perceel ter grootte van 2793m2 no. [6].
subsidiair
een verklaring voor recht dat het land door verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van perceel [2] en perceel ter grootte van 2793m2, no. [6] en Gedaagde c.s. op te dragen mee te werken aan de akte passering voor wat betreft overdracht van het perceel no. [2] aan het Land in ruil voor het gereserveerd perceel no [5] in eigendom over te dragen aan Gedaagde c.s., met bepaling dat het vonnis wat betreft de ruil van de percelen ingeschreven wordt krachtens artikel 3:17 BW in de daartoe openbare registers.
primair en subsidiair
een en ander met veroordeling van Gedaagde c.s. in de kosten van de procedure.
3.5
Aan deze vordering legt het Land het zelfde feitencomplex ten grondslag als in conventie.
3.6
Gedaagde c.s. voeren gemotiveerd verweer dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

in conventie en reconventie
4.1
De kern van het geding is of er sprake is van verkrijgende verjaring over en weer. In het onderstaande zal blijken dat hiervan over en weer ten dele sprake is.
4.2
Artikel 3:105 BWA bepaalt dat hij die een goed bezit op het tijdstip waarop de verjaring van de rechtsvordering strekkende tot beëindiging van het bezit wordt voltooid, dat goed verkrijgt, ook al was zijn bezit niet te goeder trouw. Uit artikel 3:106 BW volgt dat een rechtsvordering verjaart door verloop van twintig jaar en uit artikel 3:314 BW volgt dat de verjaringstermijn begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de onmiddellijke opheffing van een onrechtmatige toestand gevorderd kan worden.
Ingevolge het bepaalde in artikel 3:107 BWA is ’bezit’ het houden van een goed voor zich zelf. In artikel 3:109 BWA is voorts bepaald dat wie een goed houdt, vermoed wordt dit voor zich zelf te houden. In artikel 3:111 BWA is echter bepaald dat wanneer men heeft aangevangen krachtens een rechtsverhouding voor een ander te houden, men daarmee doorgaat zolang niet blijkt dat hierin verandering is gebracht, hetzij ten gevolge van een handeling van hem voor wie men houdt, hetzij ten gevolge van een tegenspraak van diens recht.
4.3
Vast staat dat wijlen [...] in 1987 het perceel ter grootte van destijds 5362m2 van het Land wenst te huren. Hij heeft daartoe een verzoek ingediend, waarop nimmer is beslist. Wijlen [...] wist van meet af aan dat hij gebruik maakte van een perceel dat eigendom was van het land. De situatie veranderde op het moment dat het perceel verkaveld werd ten behoeve van Arubabank. Een deel groot 2569m2 is aan Aruba Bank NV toebedeeld, die hierop een parkeerplaats heeft aangelegd. Het resterende deel ad 2793m2 is wijlen [...] cq Gedaagde c.s. blijven gebruiken. Nu gesteld noch gebleken is dat wijlen [...] uit andere hoofde dan de door hem beoogde huurovereenkomst het perceel heeft gehouden, is hij nimmer bezitter geworden als bedoeld in artikel 3:107 BWA. Dit heeft tot gevolg dat Gedaagde c.s. ten aanzien van het perceel groot 2793m2 geen beroep op verkrijgende verjaring toekomt.
4.4
Met betrekking tot de percelen [5] en [2] wordt als volgt overwogen.
Vast staat dat wijlen [...] eigenaar was van perceel [2] en het Land van perceel [5]. Ook staat vast dat tussen wijlen [...] en het land in 1995 een overeenkomst tot stand is gekomen, waarbij deze percelen geruild zouden worden. Het Land heeft vervolgens een notaris opdracht gegeven om de ruil akte op te maken. Om onbekende redenen heeft wijlen [...] niet meegewerkt aan het transport. Ondanks het feit dat nimmer een formele overdracht heeft plaats gevonden, is het land zich sinds 1995 als bezitter van perceel [2] gaan gedragen. Het Land heeft hierop immers een doorgaande weg aangelegd en is de grond voor zich zelf gaan althans ten algemene nutte gaan houden. Aldus geldt ten aanzien van dit perceel dat voldaan is aan het bezitsvereiste als bedoeld in artikel 3:107 BWA. Hoewel onduidelijk is waarom wijlen [...] niet heeft meegewerkt aan het transport, gaat het gerecht ervan uit dat wijlen [...] vanaf dat zelfde moment perceel [5] is gaan houden voor zich zelf omdat tussen partijen hierover overeenstemmen. Aldus is wijlen [...] net zo als het land in 1995 bezitter van perceel [5] en is hij c.q. zijn de erven sinds november 2015 door verkrijgende verjaring eigenaar geworden.
Aldus verkeren partijen thans in de situatie die zij in november 1995 voor ogen hadden ten aanzien van de percelen [5] en [2].
4.5
De door het land gevorderde verklaring voor recht dat het Land eigenaar is van het perceel groot 2793m2, no. [6] wordt afgewezen wegens gebrek aan belang, nu het beroep van Gedaagde c.s. op verkrijgende verjaring ten aanzien dit perceel is afgewezen en het Land onafgebroken eigenaar is gebleven.
4.6
Nu partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
in conventie
5.1
verklaart voor recht dat Gedaagde c.s. krachtens verkrijgende verjaring eigenaar en rechthebbende zijn van perceel [5], ter grootte van 2761m2, met daarop de woning van Gedaagde c.s., [adres];
5.2
bepaalt dat dit vonnis krachtens artikel 3:17 BWA in de daartoe bestemde openbare registers kan worden ingeschreven;
5.3
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
5.4
verklaart voor recht dat het Land door verkrijgende verjaring eigenaar en rechthebbende is geworden van perceel [2], ter grootte van 2761m2;
5.5
bepaalt dat dit vonnis krachtens artikel 3:17 BWA in de daartoe bestemde openbare registers kan worden ingeschreven;
5.6
wijst het meer of anders gevorderde af;
in conventie en reconventie
5.7
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.8
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.