ECLI:NL:OGEAA:2016:372

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 mei 2016
Publicatiedatum
8 juni 2016
Zaaknummer
K.G. 713 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en wedertewerkstelling in kort geding

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de eiser, die sinds 1998 in dienst was bij Post Aruba N.V., wedertewerkstelling na een ontslag op staande voet. De eiser was werkzaam als Postbesteller op de E-post afdeling en werd op 16 februari 2016 ontslagen na een onderzoek naar mogelijke onregelmatigheden. Eiser had zich op 4 februari 2016 gemeld bij de onderzoekers en verklaard dat hij eerder een zending had meegenomen zonder deze direct te betalen. Post Aruba had in totaal vijf medewerkers op staande voet ontslagen wegens vergelijkbare redenen. Eiser betwistte de ontslagredenen en stelde dat hij slechts één keer een zending niet direct had betaald, wat hij eerlijk had opgebiecht. Hij beschouwde het ontslag als buitenproportioneel.

Het Gerecht beoordeelde of de ontslagredenen van Post Aruba als dringende reden konden worden aangemerkt volgens artikel 1615o BW. Het Gerecht concludeerde dat, hoewel Eiser één product had meegenomen zonder de factuur te betalen, Post Aruba onvoldoende bewijs had geleverd voor herhaaldelijk misbruik. Bovendien had Eiser zich vrijwillig gemeld bij de onderzoekers en had hij een vlekkeloos dienstverband. Het Gerecht oordeelde dat het ontslag op staande voet niet aannemelijk was in een bodemprocedure en dat Post Aruba het loon van Eiser moest doorbetalen, met een wettelijke verhoging van 10%.

De vordering tot wedertewerkstelling werd echter afgewezen, omdat Post Aruba de mogelijkheid moest hebben om Eiser op een andere plaats in de organisatie te werk te stellen. Het Gerecht veroordeelde Post Aruba tot betaling van het achterstallige loon en de proceskosten aan Eiser, maar wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis werd uitgesproken op 4 mei 2016 door rechter mr. J. Sap.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 4 mei 2016
Behorend bij K.G. 713 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
Eiser,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiser,
gemachtigde: advocaat mr. H.G. Figaroa,
tegen:
de naamloze vennootschap
Post Aruba N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Post Aruba,
gemachtigde: advocaat mr. D.G. Kock,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 31 maart 2016;
- de brieven van partijen met daarbij gevoegde producties;
- de pleitnota van Eiser;
- de pleitnota van Post Aruba;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 21 april 2016.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eiser is in 1998 bij Post Aruba in dienst getreden en laatstelijk aangesteld in de functie van Postbesteller en werkzaam op de E-post afdeling bij Post Aruba. Op die afdelingen worden zendingen uit het buitenland verwerkt. Bij het afhalen van zo’n zending dienen de vrachtkosten, belastingen en invoerrechten direct te worden voldaan.
2.2
Post Aruba heeft in het begin van 2016 een onderzoek gehouden naar mogelijke onregelmatigheden bij de verwerking van zendingen via de E-post afdeling. Eiser heeft zich vervolgens zelf op 4 februari 2016 bij de onderzoekers gemeld en heeft verklaard dat hij eerder een zending heeft meegenomen, zonder die direct te betalen. Op het moment dat Eiser zichzelf meldde, had hij vlak daarvoor de betaling alsnog verricht. Eiser is vervolgens op 5 februari 2016 geschorst in afwachting van de uitkomsten van verder onderzoek.
2.3
Post Aruba heeft in totaal vijf mensen op staande voet ontslagen wegens het niet direct afrekenen van door of voor hen ontvangen zendingen uit het buitenland. Eiser is ontslagen op 16 februari 2016. In de aan hem gerichte ontslagbrief, waarin de dringende redenen staan vermeld, is onder meer opgenomen:
Op 4 februari bent u ingelicht dat uw collega van de afdeling E-Post is geschorst wegens het feit dat hij pakketten uit het postkantoor haalde zonder de facturen te betalen. Naar aanleiding hiervan heeft u een verklaring afgelegd bij uw leidinggevende. (…).
U geeft aan dat u verschillende malen via uw collega producten bestelde maar niet direct de facturen betaalde. Echter haalde u de pakketten wel uit het postkantoor. U voelt zich schuldig dat uw collega nu hiervoor gestraft moet worden en hebt hierdoor besloten om dit aan te geven.
U bent vanaf 5 februari 2016 geschorst met behoud van inkomen, zodat een onderzoek verricht kon worden.
Op 12 februari heeft de directie van Post Aruba N.V. het resultaat van het onderzoek ontvangen. Uit het onderzoek blijkt dat u een openstaande factuur heeft betaald uit het jaar 2014. Daarnaast hebt u op 4 februari 2016 een factuur betaald die op naam van uw collega stond. Geen van deze pakketten waren aanwezig in het magazijn. Uw bedoeling was om ook deze pakketten later te betalen.
….
2.4
Op 19 februari 2016 heeft Eiser de nietigheid van het ontslag ingeroepen en zich beschikbaar gehouden voor het verrichten van werk.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiser vordert, kort gezegd, wedertewerkstelling op verbeurte van een dwangsom, doorbetaling van loon vanaf de ontslagdatum, te vermeerderen met kosten en rente en met veroordeling van Post Aruba tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Eiser grondt de vordering erop dat hij slechts één keer via een collega een zending uit het buitenland heeft laten komen die hij niet direct heeft voldaan. Hij heeft dit eerlijk opgebiecht en ziet terug op een vlekkeloos dienstverband. Het ontslag op staande voet acht hij buitenproportioneel.
3.3
Post Aruba voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van Eiser in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Bij de beoordeling van de vorderingen van Eiser komt het aan op de vraag of de door Post Aruba aangevoerde ontslagredenen te beschouwen zijn als dringende reden in de zin van art. 1615o BW. Hierbij zal het Gerecht aandacht besteden aan de vraag welke gedragingen voorshands zijn komen vast te staan en of die, in het licht van alle omstandigheden rond de arbeidsovereenkomst die tussen partijen bestaat een dringende reden opleveren.
4.2
Vaststaat dat Eiser ten minste één keer een artikel heeft (laten) bestellen in het buitenland, dat vervolgens heeft meegenomen en toen niet de factuur heeft betaald. Post Aruba heeft zich erop beroepen dat het meerdere keren het geval was, maar enig bewijs heeft zij daarvan niet bijgebracht. Zij heeft slechts verwezen naar de weergave van een “Interview” op 4 februari 2016. Dat is echter geen woordelijke weergave van hetgeen besproken is en Eiser heeft gemotiveerd ontkend dat hij een deel van hetgeen is weergegeven heeft gezegd. Zo betwist hij dat hij car seats en shoes heeft besteld en meegenomen. Hij heeft verklaard dat het slechts één bestelling betrof, te weten een kinderwagen, besteld in 2014. Hij heeft daarvan ook stukken overgelegd. Post Aruba heeft haar stellingen op dit punt niet verder toegelicht. In de ontslagbrief wordt melding gemaakt van nog een betaling op 4 februari 2016, maar (ook) die stelling is niet verder onderbouwd, zodat dat niet vaststaat.
4.3
Wel zijn partijen het erover eens dat Eiser zelf naar de onderzoekers is toegekomen. Post Aruba heeft verklaard dat het onderzoek zich ook al tot Eiser uitstrekte, maar dat blijkt nergens uit. De verklaring van de onderzoekers rept hier niet van en uit de brief van 16 februari 2016 blijkt dat ook niet.
4.4
Het Gerecht gaat er in deze procedure dan ook van uit dat Eiser één product heeft meegenomen zonder de factuur te betalen, die eerst op 4 februari 2016 heeft betaald en zich toen heeft gemeld bij de onderzoekers.
4.3
Het Gerecht acht het alleszins begrijpelijk dat Post Aruba hard wil optreden tegen werknemers die in hun functie misbruik maken van hun positie. De medewerkers van E-post hadden de mogelijkheid pakketten vrij te geven c.q. mee te geven, kennelijk ook als daarvan nog een factuur openstond. Post Aruba moet erop kunnen vertrouwen dat haar medewerkers daarvan geen misbruik maken. Ter zitting is gebleken dat uiteindelijk vijf medewerkers zijn ontslagen, waaronder Eiser. Tussen de ontslagen medewerkers bevond zich ook een collega van Eiser die rond de 170 pakketten op deze manier had meegenomen. Post Aruba heeft geen inzicht kunnen geven in de omstandigheden rond de andere medewerkers. Het lijkt er derhalve op dat Post Aruba alle medewerkers over één kam heeft geschoren.
4.4
Hoewel deze benadering van Post Aruba de charme van de eenvoud heeft, houdt zij onvoldoende recht met de totale afweging die een werkgever dient te maken indien hij overweegt over te gaan tot een ontslag op staande voet. In dit kader heeft Eiser onbetwist aangevoerd dat hij:
- een vlekkeloos dienstverband heeft sedert 1998;
- zelf naar voren is gekomen bij de onderzoekers;
- de zorg heeft voor een gezin met jonge kinderen.
Deze omstandigheden had Post Aruba in haar afwegingen dienen te betrekken. Niet blijkt dat zij dat heeft gedaan.
4.5
Het bovenstaande leidt ertoe dat het Gerecht het voorshands niet aannemelijk acht dat het ontslag op staande voet in een bodemprocedure stand zal houden. Dat betekent dat Post Aruba in ieder geval het loon van Eiser zal dienen door te betalen. Dat onderdeel van de vorderingen zal worden toegewezen, De wettelijke verhoging zoals bedoeld in art. 1614q BW zal worden gesteld op 10%, nu ook Eiser een verwijt te maken valt en het Gerecht voor een hogere vergoeding geen aanleiding ziet.
4.6
De vordering tot wedertewerkstelling wordt echter afgewezen. In dit kader is van belang dat Post Aruba de mogelijkheid moet hebben om Eiser op een andere plaats in haar organisatie te werk te stellen, eventueel tegen nader overeen te komen voorwaarden. Nu het probleem waartegen Post Aruba is aangelopen rond de medewerkers op de afdeling E-post groter was dan alleen Eiser, moet haar de mogelijkheid worden geboden om in die afdeling een nieuwe ploeg aan te stellen. Dat daarin voor Eiser geen plaats is, is voorshands te billijken.
4.7
Post Aruba zal in de kosten van het geding worden veroordeeld, aan de zijde van Eiser begroot op Alf 450,00 aan griffierecht, Afl 226,67 aan explootkosten en Afl 1.800,00 aan salaris van de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
veroordeelt Post Aruba tot betaling aan Eiser van het loon vanaf 16 februari 2016 tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig tot een einde zal zijn gekomen, het achterstallige loon verhoogd met de wettelijke verhoging van art. 1624q BW tot een maximum van 10% en vermeerderd met de wettelijke rente over het achterstallig loon, vanaf de datum van de opeisbaarheid tot die der voldoening;
veroordeelt Post Aruba in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Eiser worden begroot op Alf 450,00 aan griffierecht, Afl 226,67 aan explootkosten en Afl 1.800,00 aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 4 mei 2016 in aanwezigheid van de griffier.