ECLI:NL:OGEAA:2016:36

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 januari 2016
Publicatiedatum
20 januari 2016
Zaaknummer
E.J. 2628 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens onzorgvuldig gedrag en veiligheidsrisico's van een chauffeur

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 19 januari 2016 uitspraak gedaan in de procedure tussen de naamloze vennootschap De Palm Tours N.V. en de werknemer G*, die als chauffeur in dienst was. De Palm verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met G* op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding. De procedure volgde op een reeks incidenten waarbij G* zich onprofessioneel gedroeg en veiligheidsrisico's veroorzaakte tijdens zijn werkzaamheden.

G* was op 3 november 2014 in dienst getreden en had sindsdien verschillende klachten op zijn naam staan, waaronder ongepast gedrag richting personeel en een gevaarlijke rijstijl tijdens het vervoeren van toeristen. De Palm had G* al eerder gewaarschuwd dat zijn gedrag ontoelaatbaar was en dat een volgend incident tot beëindiging van de arbeidsrelatie zou kunnen leiden. Ondanks deze waarschuwingen bleef G* zich onprofessioneel gedragen, wat leidde tot een incident waarbij toeristen letsel opliepen tijdens een rit.

Het Gerecht oordeelde dat De Palm terecht hoge eisen mag stellen aan de veiligheid van haar gasten en dat G* niet voldeed aan deze eisen. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd gerechtvaardigd door de gewijzigde omstandigheden en het korte dienstverband van G*. G* werd veroordeeld in de proceskosten van De Palm. De uitspraak houdt in dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 februari 2016 wordt ontbonden, zonder dat G* recht heeft op enige vergoeding.

Uitspraak

Beschikking van 19 januari 2016
Behorend bij E.J. 2628 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
DE PALM TOURS N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: De Palm,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios,
tegen:
[naam gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: G*,
gemachtigde: de advocaat mr. H.G. Figaroa.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de behandeling ter zitting van 11 december 2015 en de daarvan gemaakte aantekeningen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
G* is op 3 november 2014 in dienst getreden van De Palm als chauffeur. Als zodanig reed G* toeristen rond op een zogeheten safari en voert hij transfers van toeristen uit.
2.2
Bij e-mail van 11 november 2014 heeft de directeur van het restaurant Arubaville aan De Palm laten weten dat G* zich – kort gezegd – niet gedroeg, brutaal was en onwelgevallige (inappropriate) opmerkingen had gemaakt richting een serveerster en richting de assistent manager. Hem werd de toegang tot het restaurant verboden. De Palm heeft haar rittenschema moeten veranderen om hiermee rekening te kunnen houden.
2.3
Op of kort voor 22 juli 2015 heeft zich een incident voorgedaan waarbij toeristen erover hebben geklaagd dat hen een ongeval is overkomen tijdens een transfer-rit waar G* chauffeur was. De toeristen klaagden erover dat G* te optrok en op een moment dat zij hun veiligheidsriemen nog niet om hadden en overigens te hard reed. De toeristen klaagden erover dat hen, althans een van hen, letsel was overkomen. Uiteindelijk is aan deze toeristen een bedrag van US$ 2.000,- betaald ter compensatie.
2.4
Volgens een besprekingsverslag van De Palm is G* naar aanleiding van voorgaande gebeurtenis erop gewezen dat zijn gedrag ontoelaatbaar was en werd hem aangezegd, dat een volgend incident tot beëindiging van de arbeidsrelatie zou kunnen leiden.
2.5
Bij e-mail van 28 juli 2015 heeft de eigenaar/exploitant van het restaurant B55 er melding van gemaakt dat G* kort gezegd in aanwezigheid van klanten van het restaurant stennis had gemaakt omdat hem aardappelen in plaats van frites werden geserveerd bij de maaltijd. Dit is op 27 augustus 2015 bevestigd door een (leidinggevende) tourgids die aanwezig was.
2.6
Op 26 augustus 2015 heeft een leidinggevende werknemer een samenvatting gegeven van klachten met betrekking tot het werk en de houding van G*. Daartoe behoort onder meer dat G* onveilig rijdt en zich niet onderwerpt aan het gezag van (bijvoorbeeld) de tourgids. Daarover beklaagt ook de tourgids zich in een e-mail van 27 augustus 2015.
2.7
G* is op 31 juli 2015 op non-actief gesteld met behoud van loon.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
De Palm verzoekt het gerecht om de arbeidsovereenkomst met G* met onmiddellijke ingang te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding, met veroordeling van G* tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
De Palm grondt het verzoek, samengevat, erop dat G* zich niet aan de regels houdt en dat kennelijk ook niet van plan is. G* past niet binnen het team en is ook nog een potentieel gevaar voor de veiligheid van gasten van De Palm.
3.3
G* voert gemotiveerd verweer dat voor zover voor de beslissing van belang hieronder zal worden besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek zal worden ingewilligd.
4.2
Het gerecht stelt voorop dat De Palm terecht hoge eisen mag stellen aan de veiligheid van haar gasten en de manier waarop haar werknemers zich tegen die gasten maar ook tegen derden in aanwezigheid van die gasten gedragen.
4.3
G*, die pas korte tijd in dienst was, heeft aan die hoge eisen niet voldaan. De omstandigheid dat De Palm zich al kort na zijn indiensttreding genoodzaakt zag om het rittenschema aan te passen omdat G* niet meer werd toegelaten tot het restaurant Arubaville is hiervoor een belangrijke indicatie. Het gerecht acht onvoldoende gemotiveerd weersproken dat G* hiervan niet op de hoogte was. Daarbij is het helaas niet gebleven. G* heeft zich ook in het restaurant B55 niet gedragen zoals De Palm van hem mocht verlangen. Dat het erop lijkt dat de eigenaar/exploitant, die ondertussen wel de moeite heeft genomen zich schriftelijk over het gedrag van G* te beklagen, de zaak mogelijk minder hoog opneemt dan De Palm doet daaraan niet af.
4.4
Het gerecht is van oordeel dat De Palm ook terecht klachten heeft over de rijstijl van G*. Dat (jonge) gasten blijkens mededeling op internetsites tevreden en zelfs enthousiast zijn over de ‘avontuurlijke’ rijstijl van G* betekent niet, dat De Palm, mede in het belang van een optimale veiligheid, moet accepteren dat G* te hard rijdt en zich niet aan de door de tourgids uitgezette route houdt. Dat ook andere, of alle andere chauffeurs eenzelfde rijgedrag vertonen als G* maar toch in dienst mogen blijven heeft G* niet hard kunnen maken. Dat G* meermaals aangesproken is op zijn rijgedrag blijkt uit de overgelegde verklaring van werknemers van De Palm en het feit dat (aanvankelijk) een bedrag aan schadevergoeding op zijn salaris werd ingehouden in verband met het hierboven beschreven incident met de gasten stelden letsel te hebben bekomen tijdens een transferrit met G* aan het stuur.
4.5
Het gerecht is van oordeel dat bovenstaande omstandigheden meebrengen dat De Palm terecht geen vertrouwen meer in G* heeft. Dat is een gewijzigde omstandigheid die ontbinding van de overeenkomst op korte termijn rechtvaardigt. Gegeven het korte dienstverband, de omstandigheid dat G* al geruime tijd salaris ontvangt zonder daarvoor te hoeven werken en de reden waarom de omstandigheden zich hebben gewijzigd, ziet het gerecht geen aanleiding voor het aan G* toekennen van enige vergoeding.
4.6
Als de in het ongelijk te stellen partij zal G* de proceskosten van De Palm moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 februari 2016;
kent aan G* geen vergoeding toe ten laste van De Palm;
veroordeelt G* in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van De Palm worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 174,91 aan verschotten en Afl. 1.600, aan salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 19 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.