ECLI:NL:OGEAA:2016:351

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 mei 2016
Publicatiedatum
3 juni 2016
Zaaknummer
EJ. nr. 596 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot vestiging van hypotheek op woonhuis ten behoeve van minderjarige

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 24 mei 2016 uitspraak gedaan op het verzoek van [X], die in persoon procedeerde, om machtiging te verkrijgen voor het vestigen van een hypotheek op een woonhuis. Dit verzoek is ingediend ter bescherming van de belangen van de minderjarige [Y]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 21 maart 2016 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 26 april 2016 en aanvullende stukken die op 13 mei 2016 zijn overgelegd. De feiten van de zaak zijn als volgt: uit het huwelijk van verzoeker en wijlen [A] zijn twee kinderen geboren, waaronder de minderjarige [Y]. Na het overlijden van [A] in 2011, zijn de kinderen en verzoeker de enige erfgenamen van haar nalatenschap. De kinderen hebben recht op een onverdeeld aandeel in een perceel domeingrond met daarop een woonhuis.

Verzoeker heeft aangevoerd dat hij en de kinderen in het woonhuis wonen en dat er verbouwingen nodig zijn. Om deze verbouwingen te financieren, wil hij een hypothecaire lening aangaan bij de Aruba Bank N.V. Het verzoek is gebaseerd op de artikelen 1:253k en 1:345 van het Burgerlijk Wetboek, die vereisen dat voor het aangaan van overeenkomsten die betrekking hebben op goederen van minderjarigen rechterlijke machtiging nodig is. Het gerecht heeft vastgesteld dat de oudste dochter inmiddels meerderjarig is, waardoor voor haar geen machtiging meer vereist is.

Na beoordeling van de overgelegde stukken, waaronder een taxatierapport, heeft het gerecht geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige [Y] wenselijk is om de machtiging te verlenen. De woning verkeert in redelijke staat, maar er is sprake van achterstallig onderhoud. De waarde van de woning is getaxeerd op Afl. 238.000,- in de huidige staat en Afl. 352.000,- na de verbouwing. De beschikking verleent verzoeker de machtiging om namens de minderjarige een hypotheek te vestigen tot een bedrag van Afl. 150.000,- vermeerderd met kosten, met de bepaling dat de minderjarige slechts als niet-in-eigen-vermogen-aansprakelijke onderzetter zal worden verbonden in de hypothecaire lening.

Uitspraak

Beschikking van 24 mei 2016
behorend bij EJ. nr. 596 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[X],
procederend in persoon,
VERZOEKER,
wonende in Aruba.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[Y],
de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend ter griffie van dit gerecht op 21 maart 2016,
- de griffiersaantekeningen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling ter zitting van 26 april 2016, waaruit blijkt dat verzoeker in persoon is verschenen,
- de op 13 mei 2016 overgelegde nadere stukken.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit het huwelijk tussen verzoeker en wijlen [A] zijn geboren, de volgende kinderen:
- [ Z], op [datum] 1998 en
- de minderjarige voornoemd, [Y], op [datum] 2002.
2.2
Wijlen mevrouw [A] is op [datum] 2011 in Colombia overleden. Als enige erfgenamen heeft zij achtergelaten haar echtgenoot (verzoeker) en de twee voornoemde kinderen, ieder voor een derde (1/3) gedeelte van haar nalatenschap, uitmakende de helft van de gemeenschap van goederen waarin zij gehuwd is geweest.
2.3
Voornoemde kinderen zijn ieder voor een 1/6 onverdeeld aandeel gerechtigd in het recht van erfpacht tot 21 februari 2056 op een perceel domeingrond, groot 581 m2, gelegen te [adres] in Aruba, kadastraal bekend als Land Aruba [afdeling] [sectie] [nummer], met het daarop gebouwde woonhuis, plaatselijk bekend als “[adres]”, hierna te noemen het registergoed.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek strekt ertoe dat aan verzoeker machtiging wordt verleend om mede namens de kinderen een recht van hypotheek te vestigen op het registergoed.
Ter onderbouwing van het verzoek heeft verzoeker aangevoerd, dat hij en de kinderen in het woonhuis te [adres] wonen en dat dit huis nodig verbouwd dient te worden. Verzoeker wenst in verband met bedoelde verbouwing een geldlening aan te gaan bij de Aruba Bank N.V., en tot zekerheid daarvan zal hij een recht van hypotheek moeten vestigen op het registergoed. Deze overeenkomst zal hierna worden aangeduid als “de hypothecaire lening”.
3.2
Het verzoek is gebaseerd op art. 1:253k juncto 1:345, lid 1 en sub a BW, op grond waarvan rechterlijke machtiging is vereist voor het aangaan van overeenkomsten, strekkende tot beschikking over goederen van minderjarigen. In artikel 1:356 BW is de maatstaf neergelegd aan de hand waarvan het verzoek moet worden beoordeeld: de machtiging moet in het belang van de minderjarigen noodzakelijk, nuttig of wenselijk zijn.
3.3
Het gerecht constateert dat de oudste dochter inmiddels meerderjarig is, zodat voor haar voor het aangaan van de hypothecaire lening geen rechterlijke machtiging is vereist.
3.4
Uit het door verzoeker overgelegde taxatierapport blijkt, dat de woning in een redelijke staat van onderhoud verkeert, maar dat sprake is van enig achterstallig onderhoud, zoals vloertegels die aan vervanging toe zijn, keukenkasten die moeten worden vernieuwd, gebroken en beschadigde ruiten en deuren die moeten worden vervangen, en dergelijke. De vrije marktwaarde van het huis is in de huidige staat getaxeerd op Afl. 238.000,-, en na de opknapbeurt op Afl. 352.000,-.
3.5
Gelet op het verhandelde ter zitting en de overgelegde stukken is het gerecht van oordeel dat het in het belang van de minderjarige wenselijk is om de verzochte machtiging te verlenen, opdat het woonhuis kan worden verbouwd en onderhouden, met dien verstande dat de minderjarige slechts zal worden verbonden als niet-in-eigen-vermogen-aansprakelijke onderzetter.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
- machtigt [X] om namens de minderjarige [Y], geboren op [datum] 2002 in Aruba, een recht van hypotheek te vestigen op het recht van erfpacht tot 21 februari 2056 op een perceel domeingrond, groot 581 m2, gelegen te [adres] in Aruba, kadastraal bekend als [afdeling] [sectie] [nummer], met het daarop gebouwde woonhuis, plaatselijk bekend als [adres], tot het beloop van Afl. 150.000,- vermeerderd met 40% voor rent, boete en kosten, opdat het woonhuis kan worden verbouwd en onderhouden,
- bepaalt dat voornoemde minderjarige slechts als niet-in-eigen-vermogen-aansprakelijke onderzetter zal worden verbonden in de hypothecaire lening,
- wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag, 24 mei 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.