ECLI:NL:OGEAA:2016:330

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 mei 2016
Publicatiedatum
18 mei 2016
Zaaknummer
EJ nr. 7 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak tussen de Voogdijraad en de vader van de minderjarige

In de alimentatiezaak tussen de Voogdijraad, gevestigd in Aruba, en de vader van de minderjarige, is op 10 mei 2016 een beschikking gegeven door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De vader, die niet verschenen was, werd vertegenwoordigd door de Voogdijraad. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 5 januari 2016 was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 maart 2016 was de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. Y. Maduro, aanwezig, evenals de moeder van de minderjarige. De vader had geen verweerschrift ingediend en was niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproep.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de minderjarige is geboren op [geboortedatum] in Aruba en de vader heeft de minderjarige op [datum] erkend. Het verzoek van de Voogdijraad was gericht op het veroordelen van de vader tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 300,-, ingaande op 1 januari 2016, ter dekking van de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. De Voogdijraad voerde aan dat de vader voldoende inkomen uit arbeid geniet.

Het gerecht oordeelde dat de vader wettelijk verplicht is om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van zijn zoon. Aangezien de vader geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om zich te verweren, werd het verzoek toegewezen, met de aantekening dat de alimentatieverplichting twee maanden later dan verzocht ingaat, omdat de vader geacht kan worden niet eerder van het verzoek op de hoogte te zijn geweest. De beschikking verklaarde de alimentatieverplichting uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders verzochte af.

Uitspraak

Beschikking van 10 mei 2016
behorend bij EJ nr. 7 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
DE VOOGDIJRAAD,
gevestigd in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
en
[naam],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen de vader,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[naam], de minderjarige,
[naam], de moeder.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 5 januari 2016;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 29 maart 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoeker bij mr. Y. Maduro en de moeder in persoon. De vader heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Uit de moeder is op [geboortedatum] in Aruba geboren [naam] (hierna: de minderjarige) De vader heeft de minderjarige op [datum] erkend.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 300,- ingaande 1 januari 2016 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Daartoe wordt aangevoerd dat de vader voldoende inkomen uit arbeid geniet.

4.DE BEOORDELING

De vader is wettelijk verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn zoon. Hij heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid zich te verweren. Het verzoek zal, gelet op het gestelde en het ontbreken van enig verweer, worden toegewezen, zij het dat de alimentatieverplichting twee maanden later dan verzocht ingaat, omdat de vader geacht kan worden niet eerder van het verzoek te hebben kennisgenomen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt [naam vader] om met ingang van 1 maart 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling, aan de Voogdijraad te betalen een bedrag van Afl. 300,- per maand als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn zoon [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van dinsdag 10 mei 2016 in aanwezigheid van de griffier.