ECLI:NL:OGEAA:2016:318

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 mei 2016
Publicatiedatum
17 mei 2016
Zaaknummer
A.R. 1914 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvullend griffierecht in civiele procedure tussen West Indies Investment Companies en Tandartsenpraktijk M.E. de L'Isle N.V.

In de zaak tussen de vennootschap naar buitenlands recht West Indies Investment Companies (WIIC), eiseres in conventie en gedaagde in reconventie, en de naamloze vennootschap Tandartsenpraktijk M.E. de L'Isle N.V. (De L'Isle), gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 mei 2016 een vonnis gewezen. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een inleidend verzoekschrift en conclusies van antwoord en repliek.

Het gerecht heeft vastgesteld dat er te weinig griffierecht is geheven in deze zaak. Het geldelijk belang is begroot op Afl. 319.206,48, wat betekent dat er een aanvullend griffierecht van Afl. 3.192,00 verschuldigd is. Aangezien WIIC reeds Afl. 450,00 heeft betaald, dient er nog Afl. 2.742,00 nageheven te worden. Het gerecht heeft de griffier de opdracht gegeven om dit aanvullend griffierecht te heffen.

De zaak is verwezen naar de rol van 8 juni 2016, waar WIIC moet uitlating doen over de betaling van het aanvullend griffierecht, vergezeld van een betaalbewijs. Het gerecht heeft verdere beslissingen aangehouden tot dat moment. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Vonnis van 11 mei 2016
A.R. 1914 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
WEST INDIES INVESTMENT COMPANIES,
gevestigd te Aruba,
eiseres in conventie, tevens gedaagde in reconventie,
hierna te noemen: WIIC,
gemachtigde: de advocaat mr. J.J. Steward,
tegen:
de naamloze vennootschap
TANDARTSENPRAKTIJK M.E. DE L’ISLE N.V.,
gevestigd te Aruba,
gedaagde in conventie, tevens eiseres in reconventie,
hierna te noemen: De L’Isle,
gemachtigde: de advocaat mr. D.L. Carolina.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie;
- de conclusie van repliek, tevens conclusie van antwoord in reconventie,
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie,
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE BESLISSING

2.1
Uit de processtukken blijkt dat er te weinig griffierecht is geheven. Het geldelijk belang van de zaak kan op een bedrag van Afl. 319.206,48 worden begroot. Gelet op het bepaalde in art. 20 lid 3 en lid 2, aanhef en onder f Landsbesluit tarieven in burgerlijke zaken, is daarom een bedrag van Afl. 3.192,00 aan griffierecht (1% van de hoofdsom) verschuldigd. Aangezien WICC een bedrag van Afl. 450,00 aan griffierecht heeft betaald, dient nog een bedrag van Afl. 2.742,00 aan griffierecht nageheven en betaald te worden.
2.2
Het gerecht zal de griffier in de gelegenheid stellen aanvullend griffierecht te heffen.
2.3
De zaak wordt verwezen naar de rol van 8 juni 2016 voor akte uitlating zijdens WICC of het aanvullend griffierecht is voldaan, onder overlegging van een betaalbewijs.
2.4
Het gerecht houdt iedere verdere beslissing aan.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verwijst de zaak naar de rol van 8 juni 2016 voor akte uitlating zijdens WICC of het aanvullend griffierecht is voldaan,
peremptoir;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 11 mei 2016 in aanwezigheid van de griffier.