Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE BESLISSING
3.DE UITSPRAAK
peremptoir;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In de zaak tussen de vennootschap naar buitenlands recht West Indies Investment Companies (WIIC), eiseres in conventie en gedaagde in reconventie, en de naamloze vennootschap Tandartsenpraktijk M.E. de L'Isle N.V. (De L'Isle), gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 mei 2016 een vonnis gewezen. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een inleidend verzoekschrift en conclusies van antwoord en repliek.
Het gerecht heeft vastgesteld dat er te weinig griffierecht is geheven in deze zaak. Het geldelijk belang is begroot op Afl. 319.206,48, wat betekent dat er een aanvullend griffierecht van Afl. 3.192,00 verschuldigd is. Aangezien WIIC reeds Afl. 450,00 heeft betaald, dient er nog Afl. 2.742,00 nageheven te worden. Het gerecht heeft de griffier de opdracht gegeven om dit aanvullend griffierecht te heffen.
De zaak is verwezen naar de rol van 8 juni 2016, waar WIIC moet uitlating doen over de betaling van het aanvullend griffierecht, vergezeld van een betaalbewijs. Het gerecht heeft verdere beslissingen aangehouden tot dat moment. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier tijdens de openbare terechtzitting.