ECLI:NL:OGEAA:2016:312

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 mei 2016
Publicatiedatum
12 mei 2016
Zaaknummer
E.J. 2935 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en nabetaling van onkostenvergoedingen in arbeidszaak

In deze zaak verzoekt E*, een werknemer van Isla Alegre Restaurants N.V., een verklaring voor recht dat zijn ontslag op staande voet kennelijk onredelijk is. E* was sinds 8 september 2009 in dienst als General Manager en had te maken met een slechte financiële situatie van het restaurant. Op 7 augustus 2015 had hij een gesprek met de directeur van Isla Alegre, waarna hij elke dag op het werk verscheen en zijn loon over augustus werd betaald. E* stelt dat hij op staande voet is ontslagen, maar het Gerecht oordeelt dat er geen sprake is van een opzegging door de werkgever. Het Gerecht wijst het verzoek van E* af, omdat de omstandigheden niet duiden op een ontslag op staande voet.

Daarnaast verzoekt E* om nabetaling van onkostenvergoedingen, maar ook dit verzoek wordt afgewezen. Het Gerecht stelt dat E* niet voldoende heeft onderbouwd dat de gevraagde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Bovendien heeft Isla Alegre aangetoond dat er in februari 2014 afspraken zijn gemaakt over de vermindering van de vergoedingen. E* wordt veroordeeld in de proceskosten van Isla Alegre, die zijn begroot op Afl. 3.400,00. De beschikking is gegeven door mr. J. Sap en uitgesproken op 10 mei 2016.

Uitspraak

Beschikking van 10 mei 2016 (bij vervroeging)
Behorend bij E.J. 2935 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[naam]
te Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: E*,
gemachtigde: advocaat mr. M.O. Lopez,
tegen:
de naamloze vennootschap
Isla Alegre Restaurants N.V.,
te Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Isla Alegre,
gemachtigde: advocaat mr. J.L. Peterson,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de brieven van beide partijen met producties;
- de behandeling ter zitting van 19 april 2016 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier.
De datum van de beschikking is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
E* is op 8 september 2009 bij Isla Alegre in dienst getreden in de functie van General Manager en had als zodanig de leiding over het restaurant “[naam]” in de Paseo Herencia te Aruba.
2.2
Op 11 december 2014 en op 27 februari 2015 heeft mevrouw [naam A] van de afdeling HR aanbevelingsbrieven ten behoeve van E* geschreven. In het jaar 2014 heeft E* zich georiënteerd op een functie bij een andere vestiging van Isla Alegre buiten Aruba.
2.3
E* is in de periode van 30 juni 2015 tot en met 6 augustus 2015 niet op het werk geweest en heeft in die periode (deels) vakantie gehad.
2.4
Op 7 augustus 2015 heeft E* een gesprek gehad met “de directeur” van Isla Alegre. E* is in de dagen na dat gesprek iedere dag op het werk verschenen. Eind augustus 2015 is aan hem ook het gebruikelijke loon over die maand betaald.
2.5
In de periode van 22 juli 2015 tot en met 14 augustus 2015 heeft E* contact gehad met onder meer [naam B], Regional Manager van [naam restaurant] en [naam C], verbonden aan [naam restaurant] in Chili. In de eerste email van E* aan [naam B] op 22 juli 2015 met als titel “Unemployed” meldt hij dat de financiële situatie rond het restaurant in Aruba niet goed is en dat hij verwacht dat hij zijn baan zal verliezen. Hij vraagt aan [naam B] of er andere franchise mogelijkheden zijn binnen de onderneming. Nadien is er telefonisch contact geweest tussen E* en [naam B] heeft E* aan [naam B] zijn brief en c.v. verschaft. In de email van 14 augustus 2015 van [naam B] aan [naam C] worden de gegevens van E* doorgegeven en wordt geschreven:
“…
I would ask that if you do come to an agreement that his start is not before October 1, 2015. so we can settle any changes in Aruba”.
E* heeft vervolgens op deze email gereageerd dat hij in afwachting is van het voorgestelde interview.
2.6
Bij brief van 31 augustus 2015 heeft de gemachtigde van E* een brief gestuurd aan Isla Alegre met de mededeling van E* op 7 augustus 2015 (mondeling) door Isla Alegre is ontslagen op staande voet.
2.7
Op 1 en 2 september 2015 heeft E* zich ziek gemeld. Op 9 september 2015 heeft de gemachtigde van E* bij brief aan de gemachtigde van Isla Alegre meegedeeld:
“Client E* verkeert momenteel in een zodanige stress situatie dat haar oorzaak vind in de psychische aantijgingen zijdens de directie van uw cliente dat het voor hem niet meer gezond is de werkrelatie voort te zetten”.
2.8
E* is na 9 september 2015 niet meer op het werk verschenen. Bij brief van 18 september 2015 heeft Isla Alegre met het ontslag per 9 september 2015 ingestemd.
2.9
In de arbeidsovereenkomst van E* is een regeling opgenomen ter vergoeding van diverse door hem gemaakte kosten, waaronder vliegkosten i.v.m. familiebezoek, studiekosten voor zijn kinderen en huisvestingskosten.
2.1
In de maand februari 2014 hebben de eigenaren van Isla Alegre overleg gehad met E* over de financieel slechte situatie van de onderneming en over zijn beloning.
2.11
Na dat overleg is op de salarisspecificaties van E* een vermindering doorgevoerd ten aanzien van de aan hem toekomende vergoedingen. E* heeft nadien daar niet tegen geprotesteerd.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
E* verzoekt een verklaring voor recht dat het aan hem gegeven ontslag kennelijk onredelijk is en verzoekt – uitvoerbaar bij voorraad –veroordeling van Isla Alegre tot betaling van een vergoeding gebaseerd op de kantonrechtersformule, met correctiefactor C=2 en veroordeling van Isla Alegre tot betaling van een bedrag van Afl. 189.792,00 wegens niet uitbetaalde onkosten; met veroordeling van Isla Alegre tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
E* grondt het verzoek erop dat hij op 7 augustus 2015 op staande voet is ontslagen en dat dit ontslag kennelijk onredelijk is. Ten aanzien van de vergoedingen baseert E* zich op de bepalingen in de arbeidsovereenkomst.
3.3
Isla Alegre voert hiertegen verweer, met verzoek tot veroordeling van E* in de proceskosten.
3.4
Op de standpunten van partijen gaat het Gerecht, waar nodig, nader in.

4.DE BEOORDELING

Het kennelijk onredelijk ontslag
4.1
Het eerste verzoek van E* is gebaseerd op de stelling dat hij op 7 augustus 2015 door Isla Alegre op staande voet is ontslagen. Dat standpunt is gemotiveerd bestreden door Isla Alegre. Ter zitting heeft de gemachtigde van E* verklaard: “als je zo vaak hoort dat je beter kan weggaan, dan vat je dat op een gegeven moment op als een ontslag”. Waar het echter om gaat is dat sprake is van een duidelijk beëindigingsmoment, dat niet alleen door E* als zodanig kon worden opgevat, maar ook zo door Isla Alegre is bedoeld, althans de omstandigheden op die wil duiden. Daarvan is geen sprake geweest.
4.2
Het Gerecht merkt op dat partijen over de inhoud van het gesprek van 7 augustus 2015 van mening verschillen, dus dan komt het aan op de gedragingen na dat gesprek. Uit hetgeen is weergegeven onder de feiten, met name onder de punten 2.4 en 2.5, kan moeilijk de conclusie volgen dat E* het gesprek ook daadwerkelijk heeft opgevat als een onverwijlde opzegging door Isla Alegre. Zijn eigen gedragingen sporen daar immers niet mee. Ook de wijze waarop hij met anderen binnen het concern communiceert over een andere werklocatie wijst op het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Hierbij hecht het Gerecht ook waarde aan de opmerking van [naam B], dat een eventuele aanstelling van E* in Chili eerst per 1 oktober 2015 zou moeten plaatsvinden, zodat er nog een mogelijkheid was een oplossing voor Aruba te zoeken. E* heeft die e-mail ook gehad en hij kon daaruit toch moeilijk afleiden dat zijn werkgever zich op het standpunt stelde dat hij was ontslagen. De feiten dat hij iedere dag na 7 augustus 2015 op het werk is verschenen en dat hem over de maand augustus loon is betaald duiden evenmin op een onverwijlde opzegging. Het Gerecht wil wel aannemen dat E* verwachtte dat zijn arbeidsovereenkomst op niet al te lange termijn tot een einde zou kunnen komen, met name gezien de slechte financiële situatie van het restaurant, maar dat is onvoldoende om een gesprek over die slechte situatie als een ontslag op staande voet te kunnen opvatten.
4.3
Dit betekent dat van een opzegging door Isla Alegre op 7 augustus 2015 geen sprake is geweest. Het andersluidende standpunt van E* wordt verworpen. Het Gerecht zal in het midden laten of de arbeidsovereenkomst door opzegging door E* zelf tot een einde is gekomen, nu partijen daarover geen oordeel hebben gevraagd. Het eerste verzoek van E* wordt afgewezen.
Nabetaling van vergoedingen
4.4
Het tweede verzoek van E* betreft een nabetaling van diverse onkostenvergoedingen, gebaseerd op de arbeidsovereenkomst. Ook dit verzoek, dat in het verzoekschrift in het geheel niet is toegelicht, zal worden afgewezen. Daartoe dient het volgende.
4.5
E* heeft het gelijk aan zijn zijde als hij zich beroept op de arbeidsovereenkomst. Daarin is een uitgebreide hoeveelheid vergoedingen opgenomen. Maar dat betekent nog niet dat die om die reden moeten worden betaald. Voor zover het gaat om vergoeding van bepaalde kosten, zal minstens moeten worden gesteld en bij betwisting bewezen, dat die kosten ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Het Gerecht doelt hierbij op de door E* opgevoerde reiskosten, opgenomen onder de punten 1. en 2. E* heeft deze kosten in het geheel niet onderbouwd.
4.6
Ten aanzien van de overige kosten merkt het Gerecht op dat Isla Alegre heeft gesteld dat in februari 2014 partijen nadere afspraken hebben gemaakt over de vermindering van de aan E* te betalen onkosten. Op de loonstroken nadien is ook te zien dat die kosten niet meer voorkomen. Ook de periode waarover E* nu zijn verzoek doet, beslaat precies de periode maart 2014 t/m juli 2015, dus de periode na het gesprek met de eigenaren. Ter zitting heeft Isla Alegre gesteld dat E* zelf de salarisadministratie heeft geïnstrueerd om de kosten op zijn loon in mindering te brengen, waaronder ook de zogenoemde “points”, die overigens niet als zodanig staan vermeld in zijn arbeidsovereenkomst. Dat is niet door E* weersproken, maar hij heeft aangevoerd dat hij geen andere keus had. Zijn werkgever had het immers tegen hem gezegd. In dat geval, zeker van iemand in de positie van E* had mogen worden verwacht dat die een bericht zou doen aan zijn werkgever, dat hij het met dat besluit niet eens was en aanspraak op die kosten en points bleef maken. Dat alles is niet gebeurd.
4.7
Dit betekent dat ook dit verzoek wordt afgewezen. Het verweer van Isla Alegre dat zij nog vorderingen te verrekenen heeft met E* behoeft dan geen verdere bespreking.
4.8
E* zal in de kosten van Isla Alegre worden veroordeeld, aan haar zijde begroot op Afl 3.400,00 voor salaris van de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
wijst het verzoek af;
veroordeelt E* in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Isla Alegre worden begroot op Afl. 3.400,00 aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 10 mei 2016 in aanwezigheid van de griffier.