ECLI:NL:OGEAA:2016:30

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 januari 2016
Publicatiedatum
13 januari 2016
Zaaknummer
EJ nr. 2230 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak tussen ouders van minderjarige met verzoek tot betaling en wijziging van gezag

In deze alimentatiezaak tussen de moeder en de vader van een minderjarige, geboren in 2001, heeft de moeder verzocht om de vader te veroordelen tot betaling van Afl. 1.100,- per maand voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun kind. De vader heeft verweer gevoerd en zijn draagkracht betwist, terwijl hij ook een zelfstandig verzoek heeft ingediend tot wijziging van het gezag over de minderjarige. De procedure omvatte verschillende ingediende stukken en een mondelinge behandeling op 24 november 2015.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader in het verleden niet aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, maar heeft aangegeven bereid te zijn Afl. 400,- per maand te betalen. De rechtbank heeft de behoefte van de minderjarige vastgesteld op Afl. 1.045,- per maand, rekening houdend met bijzondere uitgaven zoals bijles en sportactiviteiten. De draagkracht van zowel de moeder als de vader is beoordeeld, waarbij de moeder een netto-maandinkomen heeft van Afl. 3.528,- en de vader Afl. 2.909,-.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de vader voldoende draagkracht heeft om bij te dragen aan de kosten van de minderjarige en heeft hij de vader veroordeeld tot betaling van Afl. 400,- per maand, met ingang van 1 januari 2016. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen op het zelfstandig verzoek van de vader zijn aangehouden.

Uitspraak

Beschikking van 12 januari 2016
Behorend bij EJ nr. 2230 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
[verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. D.C. Lopez Paz,
en
[verweerder],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.
Belanghebbende:
[de minderjarige], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 30 september 2015;
  • de op 19 en 20 november 2015, door de verzoekster overgelegde nadere stukken;
  • de op 19 november 2015, door de verweerder overgelegde stukken;
  • het ter zitting van 24 november 2015 door de verweerder ingediende verweerschrift, tevens inhoudende een zelfstandig verzoek;
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 24 november 2015, alwaar partijen in persoon en bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd, zijn verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad, waaruit op [datum] 2001 de thans nog minderjarige en door de vader erkende [minderjarige] is geboren. De minderjarige woont bij de moeder, die van rechtswege het ouderlijk gezag over haar alleen uitoefent.

3.HET VERZOEK

3.1
De moeder verzoekt om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking de vader te veroordelen tot betaling van een bedrag van Afl. 1.100,- als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige.
3.2
De vader heeft hiertegen draagkrachtverweer gevoerd en de door de moeder opgevoerde bijzondere kosten van de minderjarige betwist.
3.3.
Het ter zitting ingediende zelfstandig verzoek van de vader strekt tot wijziging van het gezag over de minderjarige in die zin dat de vader samen met de moeder met het gezag wordt belast, met bepaling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader en tot veroordeling van de moeder tot betaling van kinderalimentatie, alsmede tot bepaling van een omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarige dan wel tussen de vader en de minderjarige.
3.4
De moeder zal in de gelegenheid worden gesteld een schriftelijk verweerschrift in te dienen tegen het zelfstandig verzoek. Enige beslissing op het zelfstandig verzoek zal worden aangehouden.

4.DE BEOORDELING

Alimentatie

4.1
Ouders zijn verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
Gebleken is dat partijen in het verleden hebben afgesproken dat de vader met (in ieder geval) Afl. 300,- zal bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Volgens de moeder komt de vader deze afspraak niet behoorlijk na, omdat hij de bijdrage volledig noch tijdig betaalt. De vader heeft niet weersproken dat hij de gemaakte afspraak niet behoorlijk nakomt, zodat dit is komen vast te staan. Ter zitting heeft de vader verklaard dat hij bereid is Afl. 400,- per maand te betalen.
4.3
Bepalend voor de hoogte van de kinderalimentatie is de behoefte van de minderjarige en de draagkracht van zowel de moeder als de vader.
4.4
Kosten minderjarige
4.4.1
Bij het vaststellen van de behoefte van een kind hanteert het gerecht als richtsnoer dat deze voor een kind in de leeftijd als die van partijen gemiddeld Afl. 650,- per maand bedraagt. Het gerecht is van oordeel dat aangenomen kan worden dat de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige rond dat bedrag liggen. In dit bedrag zitten begrepen de schoolkosten en de kosten aan kleding, recreatie en persoonlijke verzorging, zodat met de door de moeder opgevoerde - en door de vader betwiste - daadwerkelijke kosten van deze lasten (pedicure, haarbehandeling, gebitsreiniging, elektrische tandenborstel), bij de vaststelling van de behoefte niet afzonderlijk rekening zal worden gehouden.
4.4.2
Dit bedrag kan worden verhoogd indien blijkt van bijzondere uitgaven ten behoeve van de minderjarige die niet zijn begrepen in genoemd bedrag van Afl. 650,-.
In dit geval zijn partijen het erover eens dat de minderjarige bijzondere uitgaven heeft in verband met Taekwondo (afgerond Afl. 75,- per maand) en bijles. Uit de door de moeder overgelegde kwitanties – die overigens door de vader niet zijn weersproken – is gebleken dat de bijleskosten Afl. 320,- per maand bedragen. Gelet hierop kunnen de kosten van de minderjarige worden vastgesteld op Afl. 1.045,- per maand, waaraan de ouders naar draagkracht en naar evenredigheid dienen bij te dragen.
4.5
Draagkracht moeder
4.5.1
De moeder woont samen met haar partner, en vormt met hem, hun kind ([kind]) en de minderjarige een gezin.
4.5.2
Uit de door de moeder overgelegde loonstroken blijkt dat zij een gemiddeld netto-maandloon heeft van Afl. 2.991,60, vermeerderd met vakantie-uitkering (Afl. 316,50 p/m), chulo-premie (Afl. 20,- p/m) en crèche-toelage (Afl. 200,- p/m), voor een totaal maandinkomen van Afl. 3.528,-.
4.5.3
Het gerecht houdt wat betreft de lasten rekening met een bedrag Afl. 691,- aan aflossing van een persoonlijke lening en Afl. 750,- aan huurkosten (zijnde de helft van de huurkosten, nu de moeder samenwoont met haar partner die geacht moet worden voor de helft bij te dragen in deze kosten) en Afl. 200,- aan crèchekosten voor [kind].
4.5.4
Dit betekent dat de moeder maandelijks een bedrag overhoudt van Afl. 1.887,-, waarvan zij moet voorzien in haar eigen levensonderhoud en die van haar gezin (het gemeenschappelijk huishouden). Aangenomen moet worden dat de partner bijdraagt, althans voldoende verdiencapaciteit heeft om bij te dragen in de kosten van het gemeenschappelijk huishouden.
4.6
Draagkracht vader
4.6.1
De man is getrouwd en vormt met zijn echtgenote en hun twee kinderen een gezin.
4.6.2
Uit de door de vader overgelegde loonstroken blijkt dat hij een gemiddeld netto-maandloon heeft van Afl. 2.018,90, exclusief vakantie-uitkering. Daarnaast ontvangt hij een bedrag van gemiddeld Afl. 700,- per maand aan fooi. Wat betreft de vakantie-uitkering zal het gerecht, gelet op het maandelijks oplopende bedrag aan “Holiday Bonus Reservation” op de overgelegde loonstroken, ervan uitgaan dat deze gelijk is aan een bruto-maandloon (Afl. 2.283,- p/j), zodat bij het maandinkomen een bedrag van Afl. 190,25 zal worden opgeteld. De vader heeft dan ook een totaal maandinkomen van Afl. 2.909,-.
4.6.3
Wat betreft de lasten houdt het gerecht rekening met een bedrag van Afl. 400,- aan huurkosten, Afl. 395,50 aan aflossing van een autolening en Afl. 433,33 aan een inhouding op het loon via de deurwaarder.
4.6.4
Dit betekent dat de vader maandelijks een bedrag overhoudt van Afl. 1.680,-, waarvan hij moet voorzien in zijn eigen levensonderhoud en die van zijn gezin (het gemeenschappelijk huishouden) en in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Aangenomen moet worden dat de echtgenote bijdraagt in de kosten van het gemeenschappelijk huishouden.
4.7
Gelet op het bovenstaande, is het gerecht van oordeel dat de vader voldoende draagkracht heeft om met een bedrag van Afl. 400,- te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt [de vader] om met ingang van 1 januari 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling, aan de Voogdijraad te betalen een bedrag van Afl. 400,- (zegge: vierhonderd florin) per maand als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [minderjarige], geboren op [datum] 2001 in Aruba,
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
houdt iedere beslissing op het zelfstandig verzoek aan.
Aldus gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van dinsdag 12 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.