In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, MOVICES INTERNATIONAL N.V., een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die in persoon procedeerde. De eiseres vorderde ontruiming van een woning die gedaagde huurde, vanwege een huurachterstand van Afl. 6.000,-. Gedaagde had vanaf november 2015 geen huur meer betaald, met uitzondering van enkele betalingen in januari en februari 2016. Eiseres had gedaagde gesommeerd om de huurachterstand te voldoen, maar gedaagde stelde dat er een regeling was getroffen om de huur en de achterstand in termijnen te betalen. Gedaagde exploiteerde in de woning een speelschool, wat de situatie complicaties gaf, aangezien dit grote gevolgen zou hebben voor de kinderen en het personeel.
De rechter oordeelde dat voor een ontruiming in kort geding aan twee voorwaarden moest worden voldaan: er moest sprake zijn van spoedeisend belang en de kans dat de vordering in een bodemprocedure zou worden toegewezen moest aannemelijk zijn. De rechter concludeerde dat, hoewel er een huurachterstand was, het belang van gedaagde bij het voortzetten van de huurovereenkomst zwaarder woog dan het belang van eiseres bij ontruiming. Gedaagde had aangegeven op zoek te zijn naar vervangende huisvesting en was bereid de achterstallige huur te betalen. Daarom werd de vordering tot ontruiming afgewezen, maar gedaagde werd wel veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de bijbehorende rente en boete. De proceskosten werden gecompenseerd, omdat het geding prematuur was geëntameerd.
Dit vonnis is uitgesproken op 20 april 2016 door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.