ECLI:NL:OGEAA:2016:29

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 januari 2016
Publicatiedatum
13 januari 2016
Zaaknummer
EJ nr. 2209 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging van alimentatiebijdrage in een voogdijzaak

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verzoek tot verhoging van de alimentatiebijdrage door de Voogdijraad voor vier minderjarigen. De vader, die in persoon procedeert, wordt verzocht een maandelijkse bijdrage van Afl. 250,- per kind te betalen, ingaande op 1 november 2015. De moeder ontvangt een bijstandsuitkering en heeft geen draagkracht, terwijl de vader momenteel Afl. 100,- per kind bijdraagt. De procedure startte met een verzoekschrift op 28 september 2015, gevolgd door een mondelinge behandeling op 24 november 2015, waarbij beide ouders en vertegenwoordigers van de Voogdijraad aanwezig waren.

De feiten tonen aan dat de vader de vier minderjarigen heeft erkend en dat de moeder de zorg voor hen draagt. De vader heeft een netto-maandloon van Afl. 2.552,-, maar na aftrek van huurlasten van Afl. 1.000,- blijft er Afl. 1.552,- over voor zijn eigen levensonderhoud en dat van de kinderen. De rechter oordeelt dat de vader zijn verplichtingen niet behoorlijk nakomt, gezien de kosten van de minderjarigen en de financiële situatie van de moeder. De rechter stelt de behoefte van de minderjarigen vast op bedragen die lager zijn dan de richtsnoeren voor hun leeftijdsgroep.

Uiteindelijk wordt de vader veroordeeld tot een maandelijkse alimentatie van Afl. 650,-, verdeeld over de vier minderjarigen, met specifieke bedragen voor elk kind. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders verzochte wordt afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door rechter N.K. Engelbrecht op 12 januari 2016.

Uitspraak

Beschikking van 12 januari 2016
Behorend bij EJ nr. 2209 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
en
[de vader],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen de vader,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[minderjarige 1],
[minderjarige 2],
[minderjarige 3],
[minderjarige 4],
de minderjarigen,
[de moeder], de moeder.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 28 september 2015;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling ter zitting van 24 november 2015, waaruit blijkt dat namens de verzoeker zijn verschenen mr. M. Ras-Pieternella en mevrouw A. Flanders, en dat de vader in persoon en de moeder in persoon zijn verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de moeder zijn geboren de thans nog minderjarige:
- [ minderjarige 1],op [datum] 2005 in Aruba,
- [ minderjarige 2], op [datum] 2006 in Aruba,
- [ minderjarige 3], op [datum] 2007 in Aruba,
- [ minderjarige 4], op [datum] 2008 in Aruba.
2.2
De minderjarigen zijn door de vader erkend.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 250,- per kind per maand ingaande 1 november 2015 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen. Daartoe is gesteld dat de moeder een bijstandsuitkering ontvangt en geen draagkracht heeft, terwijl de vader geacht moet worden meer te kunnen betalen dan Afl. 100,- per kind per maand.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ouders zijn wettelijk verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de voogdijraad als de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
In dit geval is niet in geschil dat de vader maandelijks met een bedrag van Afl. 100,- per kind bijdraagt in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen. Ter beoordeling ligt dan ook voor de vraag of de vader zijn verplichting tot voorziening in de kosten van de minderjarigen (desondanks) niet behoorlijk nakomt.
Kosten minderjarigen
4.3
De verzoeker heeft de kosten van de minderjarigen bepaald op Afl. 342,42 ([minderjarige 1]), Afl. 374,83 ([minderjarige 2]), Afl. 493,88 ([minderjarige 3]) en Afl. 431,48 ([minderjarige 4]). Nu deze bedragen lager zijn dan het bedrag dat het gerecht bij het vaststellen van de behoefte van een kind als richtsnoer voor kinderen in de leeftijd als die van partijen hanteert, en de vader deze kosten niet heeft weersproken, zal het gerecht de behoefte van de minderjarigen vaststellen op bovengenoemde bedragen, waaraan de ouders naar draagkracht en naar evenredigheid dienen bij te dragen.
Draagkracht moeder
4.4
Op basis van het feit dat de moeder een bijstandsuitkering ontvangt kan worden geconcludeerd dat zij geen, althans onvoldoende, draagkracht zal hebben om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen te betalen. Nu de minderjarigen bij haar wonen en alle kosten voor hun verzorging en opvoeding voor haar rekening komen, heeft de moeder wel nagenoeg de gehele praktische en financiële zorg voor de minderjarigen.
Draagkracht vader
4.5
Uit de door de verzoeker overgelegde salarisstroken van de vader, blijkt dat hij een gemiddeld netto-maandloon heeft van Afl. 2.552,-. Voorts is gebleken dat hij huurlasten heeft van Afl. 1.000,- per maand. De vader houdt dan over een bedrag van Afl. 1.552,-, waarvan hij in zijn eigen levensonderhoud en in die van de minderjarigen moet voorzien. De vader heeft ter zitting verklaard dat hij maandelijks Afl. 650,- kan betalen aan kinderalimentatie.
4.6
Gelet op het bovenstaande is het gerecht van oordeel dat de vader zijn verplichting tot voorziening in de kosten van de minderjarigen niet behoorlijk nakomt. De vader zal worden veroordeeld tot betalen van een totaalbedrag van Afl. 650,- aan kinderalimentatie, per kind verdeeld zoals hierna vermeld.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt [de vader] om met ingang van 1 november 2015, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling, maandelijks als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de volgende minderjarigen, aan de Voogdijraad te betalen een bedrag van:
- Afl. 149,50 ten behoeve van [de minderjarige 1], geboren op [datum] 2005 in Aruba,
- Afl. 136,50 ten behoeve van [de minderjarige 2], geboren op [datum] 2006 in Aruba,
- Afl. 195,- ten behoeve van [de minderjarige 3], geboren op [datum] 2007 in Aruba en
- Afl. 169,- ten behoeve van [de minderjarige 4], geboren op [datum] 2008 in Aruba,
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 12 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.