ECLI:NL:OGEAA:2016:286
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Betaling van een geldsom in kort geding met betrekking tot onverschuldigde betaling en verrekening
In deze zaak, die op 13 april 2016 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vorderde Eiser, een tandtechnicus, betaling van een geldsom van Afl. 49.772,56 van de publiekrechtelijke rechtspersoon Uitvoeringsorgaan Algemene Ziektekostenverzekering (AZV). Eiser stelde dat AZV zonder recht of titel de declaraties onbetaald liet en dat de vordering van AZV verjaard was. AZV voerde verweer en stelde dat zij bevoegd was om de verjaarde vordering te verrekenen met hetgeen zij nog aan Eiser verschuldigd was. Het Gerecht oordeelde dat Eiser een spoedeisend belang had bij zijn vordering, maar dat de primaire vordering niet toewijsbaar was in een bodemprocedure. Het Gerecht oordeelde dat de vordering van Eiser was verjaard, maar dat AZV op grond van artikel 6:131 BW bevoegd was om haar verjaarde vordering te verrekenen. Uiteindelijk werd AZV veroordeeld tot betaling van Afl. 33.181,71 aan Eiser, waarbij de proceskosten werden gecompenseerd.