In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 januari 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontheffing van de ouders uit het ouderlijk gezag over hun minderjarige kind, geboren in 2007. Het verzoek is ingediend door de Voogdijraad, die de ouders als ongeschikt heeft beoordeeld om hun zorg- en opvoedingsplicht te vervullen. De moeder en de pleegmoeder zijn verschenen tijdens de mondelinge behandeling, terwijl de vader niet is verschenen en geen verweerschrift heeft ingediend. De minderjarige woont al acht jaar bij de pleegmoeder, die de zorg en opvoeding op zich heeft genomen, terwijl de ouders feitelijk nooit betrokken zijn geweest bij het leven van het kind. De vader heeft Aruba in 2006 verlaten en de moeder is emotioneel instabiel. Het gerecht heeft vastgesteld dat het in het belang van de minderjarige is om de ontheffing uit te spreken en de pleegmoeder tot voogdes te benoemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.