In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een incident tot oproeping in vrijwaring. Duvit Aruba N.V., eiseres in de hoofdzaak, heeft Gedaagde aangesproken op basis van een huurkoopovereenkomst. Duvit vordert een betaling van Afl. 5.035,03, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente, omdat Gedaagde zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet is nagekomen. Gedaagde heeft in reactie hierop verzocht om de heer Naam in vrijwaring op te roepen, met de stelling dat deze verantwoordelijk is voor de betaling, aangezien de huurkoopovereenkomst als een vriendendienst is aangegaan.
De rechter heeft in het incident geoordeeld dat aan de voorwaarden voor oproeping in vrijwaring is voldaan. Er is geen onredelijke vertraging van het geding te verwachten en Duvit zou niet in haar belangen geschaad worden door de toewijzing van het verzoek. De beslissing over de proceskosten in dit incident is aangehouden tot de hoofdzaak. De rechter heeft het verzoek tot oproeping in vrijwaring toegewezen en de zaak verwezen naar de rolzitting voor verdere behandeling in de hoofdzaak.
Dit vonnis is uitgesproken op 17 februari 2016 door mr. M. Schoemaker, rechter in dit gerecht, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.