ECLI:NL:OGEAA:2016:204

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 maart 2016
Publicatiedatum
6 april 2016
Zaaknummer
77 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzetheling, poging tot diefstal in vereniging met braak en overtreding van de Wapenverordening door minderjarige verdachte

In deze Arubaanse strafzaak is de verdachte, geboren in 1997, beschuldigd van opzetheling, poging tot diefstal in vereniging met braak en overtreding van de Wapenverordening. De zitting vond plaats op 26 februari 2016, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.A.R. Bryson. De officier van justitie, mr. Y. Pronk, eiste een jeugddetentie van drie maanden, met aftrek van voorarrest, en onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen luchtdrukpistolen. De verdachte had een mobiele telefoon van een ander gekocht, waarvan hij wist dat deze door misdrijf was verkregen, en had samen met een ander geprobeerd in te breken in een woning, waarbij hij een raam vernielde. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat het gerecht bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdachte werd schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van enkele onderdelen die niet bewezen konden worden. De rechtbank legde een jeugddetentie van 26 dagen op, rekening houdend met de gelijktijdige veroordeling in andere zaken. De in beslag genomen luchtdrukpistolen werden onttrokken aan het verkeer, terwijl andere in beslag genomen goederen aan de verdachte werden teruggegeven.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans uit andere hoofde […] gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 26 februari 2016. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.A.R. Bryson.
De officier van justitie, mr. Y. Pronk, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de tenlastegelegde feiten te veroordelen tot jeugddetentie voor de duur van drie maanden, met aftrek van voorarrest.
Voorts is onttrekking aan het verkeer gevorderd van de inbeslaggenomen luchtdrukpistolen en teruggave aan de verdachte van de inbeslaggenomen doos inhoudende “airbrush”-onderdelen, een mobiele telefoon van het merk “[merk]”, een […] simkaarthouder met opschrift aansluitingsnummer [aansluitingsnummer] en de personenauto van het merk [merk], model [model], met kenteken [kentekennummer].
De raadsvrouw heeft het woord tot verdediging gevoerd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
1. dat hij op of omstreeks 23 januari 2015 in Aruba, een telefoon (van het merk [merk]
model [model]), in elk geval enig goed, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van het verwerven en/of het voorhanden krijgen van dat telefoon, althans dat goed, wist of begreep dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 2:397 lid 1 sub a/ 2:2399 lid 1 sub a van het Wetboek van Strafrecht)
2. dat hij op of omstreeks 23 januari 2015 in Aruba, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, te weten [adres], weg te nemen, een (of meer) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning ([adres]) te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of (een) valse sleutel(s), daartoe, alstoen en aldaar , alleen en/of met zijn mededader(s), een ruit/raam van bedoelde woning heeft/hebben vernield/kapot gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 2:289 sub a en/of b jo. artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
dat hij op of omstreeks 23 januari 2015 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk, een ruit/raam (van een woning, te weten [adres]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(artikel 2:334 van het Wetboek van Strafrecht)
3. dat hij op of omstreeks 23 januari 2015 in Aruba, op de openbare weg of op enige voor het publiek toegankelijke plaats (te weten een openbare weg in het gehucht [gehucht] ter hoogte van het adres [adres]) een (of meer) wapen(s), te weten een (of meer) luchtdruk pisto(o)l(en) (van het merk [merk]), voorhanden heeft gehad;
(artikel 1 van de Wapenverordening)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
1. dat hij op
of omstreeks23 januari 2015 in Aruba, een telefoon
(van het merk [merk]
model [model]
),
in elk geval enig goed,heeft verworven en
/ofvoorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van het verwerven en
/ofhet voorhanden krijgen van
dietelefoon,
althans dat goed,wist of begreep dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2. dat hij op
of omstreeks23 januari 2015 in Aruba, tezamen en in vereniging met een
ander
of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader
(s)voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, te weten [adres], weg te nemen, een (of meer) goed(eren) van
zijn/hun gading,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),en zich daarbij de toegang tot die woning ([adres]) te verschaffen
en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengendoor middel van braak
en/of verbreking en/of inklimming en/of (een) valse sleutel(s), daartoe, alstoen en aldaar
,alleen en/of met zijn mede-dader(s),een
ruit/raam van bedoelde woning heeft
/hebbenvernield
/kapot gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. dat hij op
of omstreeks23 januari 2015 in Aruba, op de openbare weg
of op enige
voor het publiek toegankelijke plaats (te weten een openbare weg in het gehucht [gehucht] ter hoogte van het adres [adres]
) een (of meer)wapen
(s
),
te weten een (of meer)luchtdruk pisto
(o)l
(en
) (van het merk [merk]
), voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
1. Opzetheling,
strafbaar gesteld bij artikel 2:397, eerste lid onder a, van het Wetboek van Strafrecht.
2. Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 2:289, aanhef en onder a en b juncto artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht.
3. Overtreding van artikel 1, eerste lid, van de Wapenverordening, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 11, eerste lid, van die Landsverordening.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

De verdachte was ten tijde van het plegen van de feiten zeventien jaar oud. Dit betekent dat hij op grond van artikel 1:157 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) overeenkomstig de in dit wetboek neergelegde bepalingen voor jeugdige personen zal worden bestraft.
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft van een ander een van diefstal afkomstige mobiele telefoon - een [merk] [model] - voor de prijs van Afl. 150,- gekocht en zich daardoor schuldig gemaakt aan opzetheling.
Verdachte heeft door zijn handeling bijgedragen aan het in stand houden van een omvangrijk circuit van diefstal en heling, dat in de maatschappij als zeer ergerlijk wordt ervaren, terwijl daarnaast aanzienlijke vermogensschade wordt aangericht.
Voorts heeft verdachte, samen met een ander, getracht in een woning in te breken. Verdachte heeft daartoe een raam van die woning met een steen vernield. Die inbraak is niet verwezenlijkt, omdat het alarm van de woning op dat moment afging.
Diefstallen zijn hinderlijke feiten die voor de benadeelde hinder en materiële schade met zich meebrengen. Behalve die schade, is het vooral ook het schenden van het ongestoorde bezit dat gedupeerden zo schokt. Verdachte is met zijn handelen geheel voorbij gegaan aan de gevoelens van onveiligheid die door een, zij het gepoogde, woninginbraak bij de bewoners wordt veroorzaakt. Tevens heeft verdachte gevoelens van verloedering in de samenleving teweeggebracht.
Ook heeft verdachte twee luchtdrukpistolen op de openbare weg voorhanden gehad. Het voorhanden hebben van dergelijke wapens kan gevaarlijke situaties met zich meebrengen en behoort tot een categorie van feiten die een inbreuk maken op de rechtsorde en gevoelens van onrust en veiligheid in de samenleving veroorzaken.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten voordele van verdachte geldt dat hij, vóór het plegen van de bewezenverklaarde feiten, niet eerder ter zake van enig strafbaar feit is veroordeeld.
In zijn voordeel geldt voorts dat hij ter terechtzitting volledige openheid van zaken heeft gegeven, alsmede blijk heeft gegeven het laakbare van zijn handelen in te zien en verantwoordelijkheid voor zijn daden te nemen. Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven een volledige wending aan zijn leven te willen geven, teneinde zich op het rechte pad te begeven en aldaar te blijven.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan jeugddetentie van na te melden duur. Het gerecht houdt bij deze strafoplegging rekening met de gelijktijdige veroordeling in de zaken met parketnummers P-2015/11524 en
P-2015/06035.
Voorts bepaalt het gerecht dat de jeugddetentie, met inachtneming van artikel 1:167 van het Wetboek van Strafrecht, als gevangenisstraf zal worden ten uitvoer gelegd, nu verdachte bij die tenuitvoerlegging reeds meerderjarig is.
De officier van justitie heeft ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten een en dezelfde straf geëist. Het onder 3 bewezenverklaarde betreft echter een overtreding, waarvoor geen jeugddetentie kan worden opgelegd. Het gerecht ziet in verband met de persoonlijkheid van de verdachte en voornoemde omstandigheden, te weten de omstandigheden die ten voordele van de verdachte gelden en de gelijktijdige veroordeling onder voornoemde parketnummers, aanleiding om aan de verdachte ter zake het onder 3 bewezenverklaarde geen afzonderlijke straf of maatregel op te leggen.

9.Inbeslaggenomen voorwerpen

A.
Onttrekking aan het verkeer
Ten aanzien van de in beslag genomen luchtdrukpistolen zal onttrekking aan het verkeer worden uitgesproken, omdat het onder 3 tenlastegelegde feit met betrekking tot die voor-werpen is begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
B.
Teruggave
De teruggave zal worden gelast aan de verdachte van de in beslag genomen “airbrush”-onderdelen, een mobiele telefoon van het merk “[merk]”, een […] simkaarthouder met opschrift aansluitingsnummer [aansluitingsnummer] en de personenauto van het merk [merk], model [model], met kenteken [kentekennummer], nu die niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn mede gegrond op de artikelen 1:12, 1:62, 1:74, 1:75, 1:137, 1:138, 1:163, 1:165, 1:167 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte ter zake van de bewezenverklaarde feiten onder 1 en 2 tot
jeugddetentievoor de duur van
zesentwintig (26) dagen;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
bepaalt dat ter zake van het bewezenverklaarde feit onder 3 aan de verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd;
onttrekt aan het verkeerde in rubriek 9A genoemde voorwerpen;
gelast de teruggaveaan de verdachte van de in rubriek 9B genoemde voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M. Schoemaker en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 16 maart 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.