ECLI:NL:OGEAA:2016:200

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 maart 2016
Publicatiedatum
4 april 2016
Zaaknummer
A.R.1889 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding met benoeming van een onzijdige persoon

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde Eiser de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na de ontbinding van het huwelijk door echtscheiding. Het huwelijk was op 10 maart 2014 ontbonden, en de inschrijving in de registers van de burgerlijke stand vond plaats op 23 april 2014. Bij de echtscheiding was echter geen verdeling van de gemeenschap van goederen uitgesproken, waardoor partijen niet in staat waren om onderling tot een verdeling te komen. De boedel omvatte onder andere een woning, inboedel en een hypothecaire schuld.

Eiser vorderde de benoeming van een notaris voor de verdeling, met de mogelijkheid om een onzijdige persoon aan te wijzen indien Gedaagde weigerachtig zou zijn om mee te werken. Gedaagde voerde verweer en stelde dat Eiser verantwoordelijk was voor de schulden en dat zij toezeggingen had gedaan over de woning. De rechter oordeelde dat Eiser onvermogend was om de proceskosten te dragen en verleende hem toestemming om kosteloos te procederen.

De rechter stelde vast dat op grond van het Burgerlijk Wetboek de gemeenschap van goederen was ontbonden door de echtscheiding en dat Eiser het recht had om de verdeling te vorderen. Gedaagde was verplicht om hieraan mee te werken. De rechter wees de vordering van Eiser toe en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 23 maart 2016.

Uitspraak

Vonnis van 23 maart 2016
Behorend bij A.R.1889 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiser,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiser,
gemachtigde: advocaat mr. C.J. Hart,
tegen:
Gedaagde,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Gedaagde,
procederende in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek.
- Gedaagde heeft geen conclusie van dupliek genomen, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid is gesteld.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen zijn met elkaar gehuwd in algehele gemeenschap van goederen geweest. Het huwelijk is bij vonnis van dit Gerecht op 10 maart 2014 door echtscheiding ontbonden. De echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand op 23 april 2014.
2.2
Bij de echtscheiding is niet tevens de verdeling van de gemeenschap van goederen uitgesproken.
2.3
Partijen zijn er niet in geslaagd onderling tot een verdeling te komen. Tot de boedel behoort in ieder geval een woning, inboedel en een hypothecaire schuld.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiser vordert de verdeling van de nog bestaande huwelijksgoederengemeenschap en benoeming van een notaris ten overstaan van wie de verdeling kan plaatsvinden, met benoeming van een onzijdige persoon, indien Gedaagde weigerachtig is om hieraan mee te werken.
3.2
Gedaagde voert hiertegen verweer. Dat komt er, kort gezegd, op neer dat Eiser steeds schulden heeft gemaakt en zij steeds daarvoor opdraait en dat Eiser haar zou hebben toegezegd dat zij de woning zou kunnen krijgen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Uit het bewijs van onvermogen dat door Eiser is overgelegd, blijkt dat hij onvermogend is om de proceskosten te dragen, zodat aan hem toestemming om kosteloos te procederen zal worden verleend.
4.2
Op grond van art. 1:99 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt door de ontbinding van het huwelijk ook de gemeenschap van goederen ontbonden. Nu de vordering tot verdeling van de gemeenschap niet gelijktijdig met de vordering tot echtscheiding is ingesteld, heeft Eiser op grond van art. 3:178 BW het recht thans de verdeling daarvan te vorderen. Gedaagde is verplicht daaraan mee te werken. In art. 3:181 BW is bepaald dat een onzijdige persoon kan worden benoemd indien één van de partijen weigerachtig is mee te werken aan de verdeling van de gemeenschap. In art. 677 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is bepaald dat de verdeling kan plaatsvinden ten overstaan van een notaris, tenzij de rechter de verdeling aan zich houdt.
4.3
De vordering van Eiser is op de wet gegrond en kan worden toegewezen. Eigenlijk verzet Gedaagde zich daar ook niet tegen, maar voert zij aan dat zij degene is geweest die voor de schulden is opgedraaid en dat Eiser aan haar bepaalde toezeggingen heeft gedaan bij het einde van het huwelijk. Die standpunten kan zij echter inbrengen bij de verdeling ten overstaan van de notaris.
4.4
Indien het de boedelnotaris niet lukt om partijen te verenigen, constateert hij dit in een proces-verbaal, waarin hij desgewenst aangeeft op welke punten partijen wel overeenstemming hebben en op welke punten niet (art. 678 lid 1 Rv). De meest gerede partij kan daarna zo nodig op grond van art. 678 lid 2 Rv bij de rechter vorderen de verdeling alsnog te gelasten of zelf de verdeling vast te stellen.
4.5
Gezien het feit dat partijen met elkaar gehuwd zijn geweest, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
verleent verlof aan Eiser kosteloos te procederen;
5.2
beveelt de verdeling van de gemeenschap waarin partijen zijn gehuwd,
5.3
benoemt tot notaris te wiens overstaan de verdeling behoort te worden tot stand gebracht, notaris ,
5.4
benoemt tot onzijdig persoon om die persoon te vertegenwoordigen die mocht weigeren of nalaten aan de verdeling mee te werken:
5.5
compenseert de proceskosten in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5.6
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 23 maart 2016 in aanwezigheid van de griffier.