Uitspraak
1.DE PROCEDURE
.De moeder is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen
.Namens de Voogdijraad zijn aanwezig mevrouw [naam Y] en mevrouw [naam X]
.
2.DE VERDERE BEOORDELING
3.DE BESLISSING
.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 22 maart 2016, wordt het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over zijn minderjarige kind behandeld. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena, heeft verzocht om wijziging van het gezag, dat eerder uitsluitend aan de moeder was toegekend na een echtscheiding in 2004. De procedure is gestart na een eerdere beschikking van 1 september 2015, waarin de Voogdijraad was verzocht om onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van de ouders en de minderjarige. De Voogdijraad heeft op 30 november 2015 gerapporteerd dat de moeder instemt met het verzoek van de vader en dat er geen onaanvaardbaar risico bestaat voor de minderjarige.
Tijdens de zitting op 16 februari 2016 heeft de minderjarige, inmiddels 15 jaar oud, aangegeven bij de vader te willen blijven wonen, omdat hij zich bij de moeder ongelukkig voelt. De Voogdijraad concludeert dat beide ouders in staat zijn om met elkaar te communiceren over de minderjarige en adviseert om hen gezamenlijk te belasten met het ouderlijk gezag. Het gerecht oordeelt dat het verzoek van de vader om eenhoofdig gezag niet in goede procesorde is en laat dit verzoek buiten beschouwing. Uiteindelijk beslist het gerecht dat de ouders gezamenlijk het gezag over de minderjarige zullen uitoefenen en dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige bij de vader zal zijn. Het verzoek van de vader om de moeder te verplichten tot een financiële bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding wordt afgewezen, omdat dit verzoek niet voldoende onderbouwd is.
De beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 22 maart 2016 in aanwezigheid van de griffier.