In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 maart 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de voornaam van een minderjarige, aangeduid als C. De verzoekers, de ouders van de minderjarige, hebben op 6 november 2015 een verzoekschrift ingediend om de eerste voornaam van hun zoon te wijzigen van "C" naar "D". De ouders gaven aan dat er bij de aangifte van de geboorte een fout was gemaakt in de spelling van de voornaam. De bedoeling was altijd dat hun zoon de naam "D" zou krijgen, maar door een foutieve spelling wordt zijn naam verkeerd uitgesproken, wat leidt tot verwarring over zijn geslacht.
Tijdens de zitting op 19 januari 2016 is het advies van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand besproken, en de ouders hebben hun verzoek verder toegelicht. Het Gerecht heeft in zijn beoordeling gekeken naar artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat stelt dat een wijziging van de voornaam kan worden gelast op verzoek van de wettelijke vertegenwoordiger, mits er een voldoende zwaarwichtig belang is.
Het Gerecht oordeelde dat de naam "D" niet ongepast is en dat de wijziging van de voornaam van belang is voor de identiteit van de minderjarige. De ouders hebben overtuigend aangetoond dat de huidige spelling van de naam leidt tot misverstanden en dat de wijziging noodzakelijk is voor de correcte identificatie van hun zoon. Het verzoek is daarom toegewezen, en het Gerecht heeft gelast dat de voornaam van de minderjarige wordt gewijzigd in "D". De griffier is opgedragen om een afschrift van de beschikking niet eerder dan 26 april 2016 aan de ambtenaar van de burgerlijke stand toe te zenden.