ECLI:NL:OGEAA:2016:166
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om verklaring ex artikel 1:26 BW inzake voogdij en persoonlijke zorg voor minderjarige
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 15 maart 2016 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek ex artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek. Het verzoek werd ingediend door de vader, die in persoon procedeerde, en had betrekking op de voogdij en persoonlijke zorg voor zijn minderjarige kind, geboren in Colombia. De moeder van het kind was ook betrokken in de procedure, evenals de ambtenaar van de burgerlijke stand, vertegenwoordigd door J.A. Koolman LLM.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 30 september 2015 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift van de ambtenaar op 14 januari 2016. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 januari 2016 waren zowel de vader als de moeder aanwezig. De minderjarige woont momenteel bij de vader in Aruba, maar zonder een geldige verblijfstitel. De vader verzocht om een verklaring dat de akte van 1 september 2015, waarin de voogdij aan hem werd toegekend, geldig was volgens de lokale wetgeving.
Het gerecht oordeelde dat de akte van 1 september 2015 niet vatbaar was voor opname in het register van de burgerlijke stand, omdat deze registers geen informatie bevatten over voogdij of gezag over minderjarigen. Daarom werd het verzoek afgewezen. De beschikking werd openbaar uitgesproken door rechter N.K. Engelbrecht in aanwezigheid van de griffier.