Uitspraak
1.DE VERDERE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
Gezag
3.DE BESLISSING
dinsdag, 28 juni 2016, voor het indienen van het advies over het gezag door de Voogdijraad,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze tussenbeschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 15 maart 2016, wordt een verzoek behandeld van de vader (X) om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling met betrekking tot zijn minderjarige zoon (Z). De moeder (Y) is de verweerder in deze zaak. De Voogdijraad heeft op verzoek van de rechtbank een rapport uitgebracht waarin communicatieproblemen tussen de ouders worden geschetst, die mogelijk negatieve gevolgen voor de minderjarige kunnen hebben. De moeder wenst alle beslissingen omtrent de minderjarige alleen te nemen, terwijl de vader zich benadeeld voelt in zijn omgang met de minderjarige.
De rechtbank heeft besloten dat beide ouders begeleiding moeten krijgen van de psycholoog van de Voogdijraad om hun communicatieproblemen aan te pakken. De rechtbank stelt vast dat de minderjarige recht heeft op omgang met zijn vader en dat er een omgangsregeling moet worden vastgesteld. De voorgestelde regeling houdt in dat de minderjarige elke dinsdag en donderdag vanaf 17.00 uur bij de vader verblijft en om de week van vrijdag tot maandagochtend. De rechtbank benadrukt het belang van regelmaat en discipline in het leven van de minderjarige, en dat hij moet kunnen vertrouwen op deelname aan zijn buitenschoolse activiteiten, ongeacht bij welke ouder hij verblijft.
De beslissing van de rechtbank is dat de omgangsregeling zoals voorgesteld door de Voogdijraad wordt vastgesteld, en dat de zaak wordt verwezen naar een rolzitting voor het indienen van het advies over het gezag. De beschikking is gegeven door rechter N.K. Engelbrecht, ter zitting van 15 maart 2016, in aanwezigheid van de griffier.