ECLI:NL:OGEAA:2016:144
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd door de Centrale Bank van Aruba wegens overtreding van de Landsverordening voorkoming en bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap, hierna appellante, beroep ingesteld tegen een bestuurlijke boete die door de Centrale Bank van Aruba is opgelegd. De boete van Afl. 37.500,- werd opgelegd wegens overtreding van artikel 46 van de Landsverordening voorkoming en bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering (Lwtf). De Bank had appellante eerder in de gelegenheid gesteld om haar zienswijze naar voren te brengen, maar handhaafde uiteindelijk de boete na een beslissing op bezwaar. Appellante stelde dat de Bank haar zowel een aanwijzing als een bestuurlijke boete had opgelegd voor hetzelfde feitencomplex, wat in strijd zou zijn met het handhavingsbeleid van de Bank en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De Bank had echter geconstateerd dat appellante niet voldeed aan de vereisten van de Lwtf, ondanks herhaalde waarschuwingen en de tijd die was gegeven om aan de voorschriften te voldoen. De rechter oordeelde dat de Bank in redelijkheid gebruik had mogen maken van haar discretionaire bevoegdheid om de boete op te leggen, gezien de ernst van de overtreding en het feit dat appellante niet had voldaan aan de gestelde eisen. De rechter verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de opgelegde boete.