ECLI:NL:OGEAA:2016:137
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- W. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Verbod op executie van alimentatieverplichtingen in kort geding
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, gaat het om een kort geding tussen X en Y, die in 2004 met elkaar zijn gehuwd en een minderjarig kind hebben. Na de echtscheiding op 27 januari 2011, waarbij X verplicht werd Afl. 2.500,-- per maand aan kinderalimentatie te betalen, heeft X slechts Afl. 1.000,-- per maand betaald. Y heeft X op 8 januari 2016 aangemaand om het achterstallige bedrag van Afl. 1.500,-- per maand te betalen en heeft executiemaatregelen aangekondigd. X vordert in kort geding dat Y wordt verboden de beschikking van 27 januari 2011 te executeren voor zover deze het bedrag van Afl. 1.000,-- per maand te boven gaat, en stelt dat er een mondelinge afspraak is gemaakt om de alimentatie te verlagen.
De rechter heeft de argumenten van beide partijen gehoord. X stelt dat hij door Y nooit eerder is aangemaand en dat hij onvoldoende draagkracht heeft om het oorspronkelijke bedrag te betalen. Y daarentegen betwist de mondelinge afspraak en stelt dat het echtscheidingsconvenant weloverwogen is opgesteld met juridische bijstand. De rechter oordeelt dat de mondelinge afspraak niet aannemelijk is gemaakt en dat Y recht heeft op de alimentatie zoals afgesproken in het convenant. Echter, de rechter verbiedt Y om de beschikking te executeren voor de vervallen alimentatietermijnen tot 1 januari 2016, omdat Y niet voldoende heeft onderbouwd waarom zij het achterstallige bedrag met terugwerkende kracht wil incasseren. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.