ECLI:NL:OGEAA:2016:132
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boedelverdeling na echtscheiding met betrekking tot echtscheidingsconvenant
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, betreft het een boedelverdeling na een echtscheiding tussen partijen, aangeduid als de man en de vrouw. Partijen waren in algehele gemeenschap van goederen gehuwd en zijn op 1 september 2014 gescheiden, met inschrijving van de echtscheiding op 3 juli 2015. De man heeft zijn verplichtingen uit het echtscheidingsconvenant van 2 augustus 2012 nagekomen, maar de vrouw weigert mee te werken aan de verdeling van de huwelijksgemeenschap.
De man verzoekt de rechter om te verklaren dat het echtscheidingsconvenant nog steeds rechtskracht heeft en om de vrouw te gelasten haar medewerking te verlenen aan de overdracht van een woning op Aruba. De vrouw is niet verschenen ter comparitie en heeft geen verweer gevoerd. De rechter heeft de vordering van de man toegewezen, aangezien deze niet ongegrond of onrechtmatig werd bevonden. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
De uitspraak van de rechter houdt in dat het echtscheidingsconvenant rechtskracht heeft, dat de vrouw moet meewerken aan de overdracht van de woning, en dat een onzijdig persoon en een notaris worden benoemd voor de uitvoering van de verdeling. De kosten van deze personen komen ten laste van de gemeenschap. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.