ECLI:NL:OGEAA:2016:12
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een voogd over een minderjarige wiens moeder onbevoegd is om ouderlijk gezag uit te oefenen
In deze beschikking van 5 januari 2016, behorend bij EJ nr. 2613 van 2015, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba geoordeeld over het verzoek van de Voogdijraad om een voogd te benoemen voor de minderjarige X. De moeder van de minderjarige, geboren in 2000, is zelf minderjarig en daardoor onbevoegd om het ouderlijk gezag uit te oefenen. De vader van de minderjarige moeder is voorgesteld als voogd, en het gerecht heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel gezagloos is. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 12 november 2015 is ingediend.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de minderjarige X is geboren op een onbekende datum in 2014 in Aruba. De moeder, die op een onbekende datum in 2000 is geboren, kan geen ouderlijk gezag uitoefenen. Het verzoek van de Voogdijraad is gericht op het belasten van Z, de grootvader van de minderjarige, met de voogdij. Het gerecht heeft overwogen dat het belang van de minderjarige vordert dat er in het gezag over hem wordt voorzien, en dat de voorgestelde voogd bereid is deze taak op zich te nemen.
Het gerecht heeft besloten om Z te benoemen tot voogd over X en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beslissing is genomen door mr. M. Schoemaker, rechter bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, in aanwezigheid van de griffier.