ECLI:NL:OGEAA:2016:102

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 januari 2016
Publicatiedatum
17 februari 2016
Zaaknummer
A.R. 775 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst tussen Ornima Utilities N.V. en HIM (ARUBA)

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de naamloze vennootschap Ornima Utilities N.V. (hierna: Ornima) een verklaring voor recht dat een tussen haar en de naamloze vennootschap HIM (ARUBA) (hierna: HIM) bestaande duurovereenkomst in strijd met de redelijkheid en billijkheid was beëindigd. Ornima stelde dat er een samenwerkingsovereenkomst tot stand was gekomen die door HIM ontijdig was beëindigd, en vorderde schadevergoeding en vergoeding van proceskosten. HIM voerde verweer en stelde dat er geen duurovereenkomst tot stand was gekomen, en dat zij geen personeel meer van Ornima inhuurde omdat Ornima niet beschikte over de vereiste vergunning volgens de nieuwe regelgeving.

De rechter oordeelde dat HIM vrij stond om de relatie met Ornima te beëindigen, gezien het feit dat Ornima niet over de benodigde vergunning beschikte. De rechter concludeerde dat de vordering van Ornima niet voldoende was onderbouwd en wees deze af. Ornima werd veroordeeld in de proceskosten van HIM, die tot de datum van uitspraak op Afl. 900 werden begroot. Dit vonnis werd uitgesproken op 27 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 27 januari 2016
Behorend bij A.R. 775 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ORNIMA UTILITIES N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Ornima,
(thans) procederend in persoon,
tegen:
de naamloze vennootschap
HIM (ARUBA),
te Aruba,
hierna ook te noemen: HIM,
gemachtigde: de advocaat mr. D.L. Carolina.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord
- de akte niet-dienen zijdens Ornima.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Ornima exploiteert een uitzendbureau.
2.2
Vanaf mei 2014 heeft HIM geen personeel van Ornima meer ingeleend.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Ornima vordert verklaring voor recht dat een tussen Ornima en HIM bestaande duurovereenkomst in strijd met de redelijkheid en billijkheid is beëindigd, met verplichting tot schadevergoeding door HIM, met veroordeling van HIM tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Ornima grondt de vordering erop dat door de tijd tussen partijen een samenwerkingsovereenkomst tot stand is gekomen die door HIM ontijdig is beëindigd.
3.3
HIM voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van Ornima in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
HIM ontkent dat tussen partijen enige samenwerkings- of andere duurovereenkomst tot stand is gekomen. Zij heeft besloten om vanaf mei 2014 geen uitzendkrachten meer van Ornima in te huren omdat Ornima niet over een in gevolge de nieuwe regelgeving (Landsverordening terbeschikkingstelling arbeidskrachten) van overheidswege voorgeschreven vergunning beschikt.
4.2
Dat wordt door Ornima niet weersproken.
4.3
Behoudens bijzondere, niet gestelde, omstandigheden stond het HIM vrij om de relatie met Ornima op die grond te beëindigen. Hoe die relatie tussen partijen precies moet worden aangeduid, als een samenwerkingsovereenkomst, enige andere duurovereenkomst of een serie losse inleenopdrachten doet niet ter zake.
4.4
Voor zover Ornima zich er nog over beklaagt, dat HIM eerder door Ornima uitgeleend personeel zelf in vaste dienst heeft genomen of via andere uitzendbureaus inhuurt, is het petitum daarop onvoldoende toegesneden en wordt overigens de betwisting daarvan, althans van de onrechtmatigheid daarvan, door HIM zijdens Ornima niet meer weersproken.
4.5
De vordering zal worden afgewezen. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Ornima de proceskosten van HIM moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Ornima* in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van HIM worden begroot op Afl. 900, aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 27 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.